Opstarten - initiële instellingen en functies
9.2.16 Instellingen cascadesysteem
▶ MENU > VOOR ONDERHOUDSMONTEUR > 16.CASCADE SET
Wordt gebruikt om de unit in te stellen als onderdeel van een cascadesy-
steem.
PER_START(standaard: 10% - instelbaar: 10%/100%)
Bepaalt het percentage van eenheden die worden geactiveerd bij het op-
starten van het systeem.
Het percentage verwijst naar het totale aantal units in het cascadesy-
steem, inclusief zowel master- als slave-units.
TIJD_AANPASSEN (standaard: 5 - instelbaar: 1/60)
Bepaalt het aantal minuten waarna de Master-unit controleert of een Sla-
ve-unit is in-/uitgeschakeld.
16.3 ADRES RESET (standaard: FF - instelbaar: 0/15)
Stelt het unitadres in, alleen voor slave-units.
Slave-units zijn automatisch geadresseerd en vereisen geen handmatige
adresinstelling. FF staat gelijk aan het instellen van een ongeldig adres.
▶ Stel het adres indien nodig met de hand in.
9.2.17 Andere HMI-instellingen
▶ MENU > VOOR ONDERHOUDSMONTEUR > 17.HMI-ADRESIN-
STELLING
Als de unit wordt bestuurd met domotica of BMS-systemen, is het moge-
lijk om de toegang vanaf de HMI tot slechts bepaalde parameters te be-
perken.
HMI INSTEL. (standaard: 0 - instelbaar: 0/1)
Bepaalt of de HMI beperkte toegang tot instellingen heeft (parameter =
1): in dit geval kunnen via de HMI alleen AAN/UIT, bedrijfswissel en in-
stelpunt worden beheerd.
HMI ADRES VOOR BMS (standaard: 1 - instelbaar: 1/16)
Bepaalt het adres van de unit voor beheer met BMS-systemen.
Deze parameter kan alleen worden beheerd als de unit niet is begrensd
in punt HMI INSTEL..
17.3 STOP BIT (standaard: 1 - instelbaar: 1/2)
Bepaalt het gegevensuitwisselingsprotocol tussen de BMS-software en
de HMI (het moet voor beide hetzelfde zijn).
94
9.2.18 Klimaatcurve instellen
Klimaatcurves kunnen worden geselecteerd op de gebruikersinterface:
▶ MENU > PRESET TEMPERATUUR > WEER TEMP. INSTEL.
PRESET TEMPERATUUR
PRESET
TEMPERATUUR
ZONE1 C-MODUS LAGE TEMP.
ZONE1 H-MODUS LAGE TEMP.
ZONE2 C-MODUS LAGE TEMP.
ZONE2 H-MODUS LAGE TEMP.
ON/OFF
ON/OFF
Afb. 143 WEER TEMP. INSTEL.
In de loop van een jaar, is het warmtevermogen van het gebouw heel ge-
varieerd onder invloed van factoren zoals luchttemperatuur, isolatie,
thermische omstandigheden, bezetting enz.
Aanbeveling in verwarmingsbedrijf:
▶ Gebruik de instelling van het instelpunt op de automatisch geregelde
wateraanvoer naar de binnenunit (die de wateraanvoer aan de hand
van de klimaatcurve regelt).
Aanbeveling in koelbedrijf:
▶ Ga uit van het latente koelvermogen door ontvochtiging.
▶ Gebruik de stralings- of de thermische verdeling via de instelling van
het instelpunt op de vaste wateraanvoer.
Er kan nog altijd één van de standaardcurves worden gebruikt.
Eén van de curves voor het optimaliseren van het systeem kan worden
geselecteerd met de gebruikersinterface:
• 8 standaardcurves voor verwarmingsbedrijf op systemen met stra-
lingsverdeling
Compress 2000 AWF – 6721859589 (2023/11)
WEER TEMP.
ECO-MODUS
INSTEL.
UIT
UIT
UIT
UIT
0010052422-002