Toelichting bij de symbolen en veiligheidsinstructies ▶ Neem de nationale en regionale voorschriften, tech- Toelichting bij de symbolen en veiligheidsin- nische regels en richtlijnen in acht. structies ▶ Documenteer uitgevoerde werkzaamheden. Symboolverklaringen H Gebruik volgens de voorschriften Waarschuwingen Dit product is voor gebruik in gesloten cv-installaties in Bij waarschuwingen geven signaalwoorden de soort en de ernst van de woongebouwen voorzien.
Voorschriften ▶ Bediening uitleggen – daarbij in het bijzonder op Kwaliteit van leidingwater De geïntegreerde boiler is bedoeld voor het opwarmen en opslaan van alle veiligheidsrelevante handelingen ingaan. drinkwater. Respecteer de voor drinkwater geldende nationale voor- ▶ Wijs met name op de volgende punten: schriften, richtlijnen en normen.
Productbeschrijving Productbeschrijving Leveringsomvang 0016 23731-002 Afb. 1 Leveringsomvang Binneneenheid Voeten Documentatie Veiligheidsgroep in afzonderlijke onderdelen Buitentemperatuursensor Informatie over de binneneenheid De binneneenheden AWMS 2-6/8-15 en AWMSS 2-6/8-15 zijn voor de aansluiting op ODU Split-buiteneenheden voorzien. Mogelijke combinaties: AWMS/AWMSS ODU Split 8-15 8-15 11s/t...
Productbeschrijving Typeplaat De typeplaat van de binneneenheid bevindt zich op de bovenste afdek- king van de compacte module. Productoverzicht 10025212-001 Afb. 2 Productoverzicht, zicht aan de voorkant en bovenkant Primaire uitgang vloeistofzijde 3/8” (naar buiteneenheid ODU Aanvoer van de solarinstallatie (alleen bij AWMSS) Split) Retour vanaf de cv-installatie Primaire ingang gaszijde 5/8“...
Productbeschrijving Afmetingen _ > 50 Tussen de zijwanden van de binneneenheid en andere vaste installaties (muren, wasbak enz.) is een minimale afstand van 50 mm vereist. De op- stelling vindt bij voorkeur plaats voor een buitenwand of een geïsoleerde tussenwand. _ >...
Installatievoorbereiding ▶ Waarborg, dat de inwendige buisoppervlakken schoon zijn en vrij van Installatievoorbereiding schadelijke vervuiling, zoals zwavelverbindingen, oxiderende stof- fen, vreemde objecten en stof. ▶ Aansluitbuizen voor cv-installatie en koud/warm water in het gebouw moeten tot aan de installatieplaats van de binneneenheid worden ge- –...
Installatie Transport en opslag De binneneenheid moet altijd rechtop worden getransporteerd en opge- slagen. Deze kan indien nodig tijdelijk worden gekanteld. De binneneenheid niet bij temperaturen onder – 10 °C transporteren of opslaan. Uitpakken ▶ Verwijder de verpakking overeenkomstig de handleiding op de ver- pakking.
Installatie 5.5.1 Veiligheidsgroep zonder bypass 10025241-001 Afb. 7 Gemonteerde veiligheidsgroep zonder bypass; bij een direct nageschakeld cv-circuit mogelijk 1”-doppen ▶ Aanvoertemperatuursensor in de dompelhuls plaatsen ([T0], afb. 7) Aansluiting cv-aanvoer en met kabelbinders bevestigen. Aanvoer naar veiligheidsgroep ▶ Veiligheidsgroep in de binneneenheid plaatsen. Bij installatie van een Retour van de veiligheidsgroep zwembad (hoofdstuk 9.9).
Installatie 5.5.2 Veiligheidsgroep met bypass Afb. 8 Gemonteerde veiligheidsgroep, met bypass Aansluiting van de cv-pomp (PC1), 1,5”-binnendraad (40R) ▶ Aanvoertemperatuursensor in dompelhuls aan de buis plaatsen CV-aanvoer ([T0], afb. 8) en met kabelbinders bevestigen. CV-retour ▶ Veiligheidsgroep aan de binneneenheid monteren. Bij installatie van Bypass een zwembad zie hoofdstuk 9.9.
Installatie 5.5.3 Buisafmetingen Buisafmetingen (mm) Binneneenheid Veiligheidsventiel, terugslagklep en vulkraan moeten in het warmwater- CV-installatie circuit worden gemonteerd (niet in de leveringsomvang). Cu-klemringkoppelstuk Ø 28 Koud en warm water Roestvrij klemringkoppelstuk Ø 22 Indien de veiligheidsgroep wegens plaatsgebrek niet direct op de aan- Koudemiddel sluitingen van de binneneenheid gemonteerd kan worden: Koudemiddelleiding naar/van de buiteneenheid...
Installatie 5.6.2 Cv-pomp voor cv-installatie (PC1) OPMERKING: Materiële schade door vervorming! De aansluitbuis van de pomp in de veiligheidsgroep kan vervormen als deze gedurende lange tijd aan een hoge belasting wordt blootgesteld. ▶ Geschikte ophanginrichtingen voor verwarmingsbuizen en pomp ge- bruiken om de aansluiting op de veiligheidsgroep te ontlasten.
Installatie Afb. 10 Binneneenheid en cv-installatie 1. Voedingsspanning van binneneenheid en buiteneenheid onderbre- ken. 2. Voor zover niet reeds geopend, de draaischakelaar van het automati- Vullen van de cv-installatie met een hogere druk dan de doeldruk, zodat sche ontluchtingsventiel spantafel VL1 openen, om de automatische bij oplopende temperatuur in het warmtesysteem en ontsnappende ontluchter te activeren.
Installatie De aansluiting tussen de printplaten verloopt via twee aders, omdat de 12 V-spanning van de installatiemodule niet mag worden aangesloten. De elektrische aansluiting van de binneneenheid moet op een veilige wij- De schakelaar Term markeert het begin en einde van de CAN-BUS-ver- ze kunnen worden onderbroken.
Installatie ▶ Wanneer meerdere BUS-eenheden zijn geïnstalleerd, moeten deze 5.7.6 Buitentemperatuursensor T1 parallel of stervormig worden aangesloten. ▶ Gebruik een kabel met een minimale doorsnede van 0,75 mm ▶ Gebruik bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van FV-instal- Gebruik een afgeschermde kabel, wanneer de lengte van de kabel van de laties) afgeschermde kabels.
Installatie 5.7.7 Externe aansluitingen OPMERKING: Materiële schade door verkeerde aansluiting! Door aansluiting op een verkeerde spanning of stroomsterkte is schade aan elektrische bestanddelen mogelijk. ▶ Voer uitsluitend aansluitingen op externe aansluitingen van de bin- neneenheid uit, die voor 5 V en 1 mA aangepast zijn. ▶...
Installatie Volgorde in de besturing Afb. 16 Volgorde in de besturing Aansluitklemmen Beveiligingen K1, K2, K3 voor de sturing van de elektrische bijver- warming Resetten oververhittingsbeveiliging Installatiemodule 5.8.1 Klemmenbezetting in de besturing, elektrische bijverwarming 9 kW 3 N~, standaardinstelling Afb. 17 Klemmenbezetting in de schakelkast 400 V 3N~ 16 A, ingang 230V 1N~ Max.
Installatie 5.8.2 Klemmenbezetting in de besturing, elektrische bijverwarming 9 kW 1N~, zie "Aanbrengen van de overbrugging" Afb. 18 Klemmenbezetting in de schakelkast 230V 1N~ 50 A, ingang 230V 1N~, regelaar (EMS modules) toebehoren 230V 1N~, verwarmingskabel condensopvangbekken (toebeho- ren) De buiteneenheid beschikt over een afzonderlijke voedingsspanning via de hoofdverdeler (230V 1N~).
In bedrijf nemen In bedrijf nemen Ontluchten van de binneneenheid Afb. 19 Ontluchten van de binneneenheid Voedingsspanning van binneneenheid en buiteneenheid inscha- [13] Controleer of de buiteneenheid werkt en of er geen alarmen zijn. kelen. [14] Cv-installatie ook via de andere ontluchtingsventielen ontluchten Zorg ervoor, dat de pomp PC1 loopt.
Onderhoud Bedrijfsdruk van de cv-installatie instellen Deze instellingen zijn voor de warmtepomp optimaal. Controleer het temperatuurverschil bij hoog compressorvermogen: Aanwijzing op manometer ▶ Open het diagnosemenu. 1 bar Minimale vuldruk. De bedrijfsdruk moet bij een koude installa- ▶ Monitorwaarden kiezen. tie ca.
Bedrijf zonder warmtepomp (standalone-bedrijf) Controleer de magnetietindicator Na de installatie en opstarten met de magnetietindicator worden gecon- troleerd met kortere tussenpozen. Wanneer veel magnetische vervuiling wordt afgezet op de magnetische staaf in het deeltjesfilter kan deze ver- vuiling regelmatig een alarm veroorzaakt door de slechte doorstroming (bijvoorbeeld lage of slechte doorstroming, hoge doorstroming of HP- alarm) moet een magnetietfilter (zie lijst met toebehoren) worden geïn- stalleerd om regelmatig aftappen van de indicator te voorkomen.
Installatie van het toebehoren De relaisuitgang PK2 is in koelbedrijf actief en kan voor het aansturen van het koel-/verwarmingsbedrijf van een ventilatorconvector of een circula- tiepomp worden gebruikt of voor het aansturen van vloerverwarmings- Bij toebehoren moeten de 4 aansluitingen gebruikt worden. Daarom ook circuits in vochtige ruimten.
Installatie van het toebehoren 9.7.1 Condensbewaking, ventilatorconvector uitsluitend met ▶ Voer de nodige instellingen voor de solarinstallatie uit ( handlei- diffusiedichte isolatie ding van de bedieningseenheid). OPMERKING: Materiële schade door vocht! Wanneer de diffusiedichte isolatie niet volledig is, kan het vocht naar aangrenzende materialen overslaan.
Zodra een internetverbinding is opgebouwd, meldt de IP- module zich automatisch op de Bosch-server aan. • LAN De module heeft niet noodzakelijkerwijs een internettoegang nodig. Hij kan ook in een lokaal netwerk worden gebruikt.
In plaats daarvan wordt het installatievolume als Milieubescherming en recyclage voldoende beschouwd wanneer aan bepaalde voorwaarden wordt vol- Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch-groep. daan. Kwaliteit van de producten, rendement en milieubescherming zijn even Alleen vloerverwarmingscircuit zonder buffervat, zonder meng- belangrijke doelen voor ons.
Pagina 28
Bediening en functie ferentieruimten van beide cv-circuits temperatuurregelaars geadvi- seerd, zodat met de gemeten kamertemperatuur bij de berekening van de aanvoertemperatuur rekening kan worden gehouden. Onder bepaal- de omstandigheden kan de elektrische bijverwarming worden geacti- veerd, om een volledige ontdooifunctie te waarborgen. Wanneer beide cv-circuits identieke bedrijfstijden hebben, heeft het gemengde cv-cir- cuit geen minimaal oppervlak nodig, omdat met de 4 constant door- stroomde radiatoren de warmtepompfunctie wordt gewaarborgd.
Technische gegevens 12.2.2 Cv-installatie met een ongemengd en een gemengd cv-circuit 10025319-001 Afb. 27 Buiteneenheid met binneneenheid en twee verwarmingscircuits In de binneneenheid geïnstalleerd. Aan de wand gemonteerd. In de binneneenheid geïnstalleerd of aan de wand gemonteerd. In deze hydrauliek zijn PC1 en bypass/BST nodig (hoofdstuk 5.5.2). Compress 3000 AWMS/SS –...
Technische gegevens 12.3 Schakelschema elektrische bedrading 12.3.1 Schakelschema met elektrische bijverwarming 9 kW 3N~, ODU Split 2/4/6/8 1N~ Afb. 28 Schakelschema 9 kW 3N~ Hoofdverdeler Binneneenheid 9 kW, 400 V 3N~ Buiteneenheid 230V 1N~ In het parallel gebruik van warmtepomp en elektrische bijverwarming [PC1] Circulatiepomp van de cv-installatie mogen in de configuratie alleen 6 KW vermogen voor de bijverwarming [T0] Aanvoertemperatuursensor...
Technische gegevens 12.3.3 Schakelschema met elektrische bijverwarming 9 kW 3N~, ODU Split 11t/13t/15t 3N~ Afb. 30 Schakelschema 9 kW 3N~, alternatieve schakeling Hoofdverdeler Binneneenheid 9 kW, 400 V 3N~ Buiteneenheid 230V 3N~ [PC1] Circulatiepomp van de cv-installatie [T0] Aanvoertemperatuursensor [T1] Buitentemperatuursensor Als de optie voor het maximale gebruik van de elektrische bijverwarming tijdens het compressorbedrijf op 6 kW of minder ingesteld is: elektri- sche bijverwarming uitsluitend aan twee fasen in combinatie met buiten-...
Technische gegevens 12.3.6 Alternatieve aansluiting op EMS-BUS Afb. 33 Alternatieve aansluiting op EMS-BUS Stervormig net en schakeling in serie met externe aansluitdoos Stervormig net Serieschakeling Installatiemodule Toebehorenmodules (bijvoorbeeld temperatuurregelaar, meng- ventielmodule, solarmodule) Compress 3000 AWMS/SS – 6720891904 (2020/06)
Inbedrijfnameprotocol Inbedrijfnameprotocol Datum van de inbedrijfstelling: Adres van de klant: Achternaam, voornaam: Postadres: Plaats: Telefoon: Installatiebedrijf: Achternaam, voornaam: Straat: Plaats: Telefoon: Productgegevens: Type: Serienummer: Serienummer: PD-nr.: Installatiecomponenten: Bevestiging/waarde Ja | Nee Temperatuurregelaar Ja | Nee Temperatuurregelaar met vochtsensor Type: ...
Pagina 39
Inbedrijfnameprotocol Ja | Nee Klopt de fasevolgorde van L1, L2, L3, N en PE in de buiteneenheid? Ja | Nee Klopt de fasevolgorde van L1, L2, L3 N en PE in de binneneenheid? Ja | Nee Is de netaansluiting uitgevoerd conform de installatiehandleiding? Zekering voor warmtepomp en elektrische bijverwarming, karakteristieken? Handmatig bedrijf:...
Pagina 40
Bosch Thermotechnology n.v./s.a. Zandvoortstraat 47 2800 Mechelen www.bosch-climate.be Dienst na verkoop (voor herstelling) Service après-vente (pour réparation) T: 015 46 57 00 www.service.bosch-climate.be service.planning@be.bosch.com Deutsche Fassung auf Anfrage erhältlich.