Storingen verhelpen
13
Storingen verhelpen
Dit gedeelte bevat nuttige informatie voor het diagnosticeren en oplos-
sen van bepaalde problemen die zich in de unit kunnen voordoen.
Diagnostische procedures en bijbehorende correctieve acties kunnen
alleen worden uitgevoerd door de lokale technicus.
Algemene richtlijnen
Voor aanvang van de procedure voor het verhelpen van storingen:
▶ Inspecteer de unit visueel op duidelijke defecten, bijv. losse aanslui-
tingen of defecte elektrische aansluitingen.
WAARSCHUWING
Bij het inspecteren van de schakelkast van de unit:
▶ Waarborg altijd van de hoofdschakelaar is uitgeschakeld.
13.1
Algemene problemen
Problemen
De unit is ingeschakeld, maar ver-
warmt of koelt niet zoals verwacht
De unit is ingeschakeld maar de com-
pressor start niet (voor kamerver-
warming of warmwaterverwarming)
De pomp maakt veel lawaai (cavita-
tie)
134
Mogelijke oorzaken
De ingestelde temperatuur is niet
correct.
Het waterdebiet is onvoldoende.
Het watervolume in de installatie is
onvoldoende.
Unit in alarm
De unit moet starten buiten het werk-
bereik (de watertemperatuur is te
laag).
Het systeem bevat lucht.
Onvoldoende druk van het water dat
de pomp binnenkomt
Waneer een beveiliging is geactiveerd:
▶ Schakelt de unit uit en identificeer de oorzaak voordat de reset wordt
uitgevoerd.
Veiligheidsinrichtingen mogen in geen geval worden overbrugd of op
waarden worden ingesteld die afwijken van de fabrieksinstellingen.
▶ Als u de oorzaak van het probleem niet kunt achterhalen, neem dan
contact op met uw lokale verdeler.
Wanneer de bypass niet correct werkt en vervangen moet worden:
▶ Sluit dan altijd de slang die is aangesloten op het overstroomventiel
weer aan om te voorkomen dat er water uit de unit druppelt terwijl u
wacht op vervanging.
Voor problemen met betrekking tot de optionele sets van de unit:
▶ Zie de bijbehorende installatie- en bedieningshandboeken.
Corrigerende actie
▶ Controleer het instelpunt van de besturingsunit:
– T4HMAX, T4HMIN in verwarmingsbedrijf.
– T4CMAX, T4CMIN in koelbedrijf.
– T4SWWMAX, T4SWWMIN in SWW-bedrijf.
▶ Controleer of alle afsluiters in het watercircuit volledig open staan.
▶ Controleer of het waterfilter schoon is.
▶ Controleer of er geen lucht in het systeem zit (ontlucht het systeem in-
dien nodig).
▶ Controleer of de waterdruk voldoende is op de drukmeter. De water-
druk moet >1 bar zijn (koud water).
▶ Controleer of de expansievat intact is.
▶ Controleer of de weerstandskarakteristiek van het watercircuit niet te
hoog is voor de pomp.
▶ Controleer of het watervolume in de installatie groter is dan de mini-
maal vereiste waarde ( hoofdstuk 7, pagina 46).
▶ Controleer de alarmcode. U vindt een overzicht van de alarmen in
hoofdstuk 11.4, pagina 128.
▶ Meld het probleem bij uw locale dealer.
Als de watertemperatuur laag is, gebruikt het systeem eerst de back-up-
verwarming om de minimaal vereiste temperatuur (12 °C) te bereiken.
▶ Controleer of de voeding naar de back-upverwarming correct is.
▶ Controleer of de thermische zekering van de back-upverwarming ge-
sloten is.
▶ Controleer of de thermische beveiliging van de back-upverwarming
niet is geactiveerd.
▶ Controleer of de schakelaars van de back-upverwarming intact zijn.
▶ Voorzie een back-upverwarming als u denkt dat koude starts vaak
voorkomen in deze omstandigheden (in het geval van langdurige uitval
van het systeem in de winter).
▶ Ontlucht het systeem.
▶ Controleer of de waterdruk voldoende is op de drukmeter. De water-
druk moet >1 bar zijn (koud water).
▶ Controleer of de drukmeter correct werkt.
▶ Controleer of de expansievat intact is.
▶ Controleer of de voorvulling van het expansievat correct is ingesteld
( hoofdstuk 7, pagina 46).
Compress 2000 AWF – 6721859589 (2023/11)