6.7 Pneumatische verbindingen
Een pneumatisch schema voor de MegaFlex 850 kW (11 secties) en de MegaFlex 1020 kW (13 secties)
wordt gegeven in de onderstaande figuur.
De sifondrukschakelaar, aangesloten op het carter, voorkomt overloop van de sifon in het geval van over-
matige tegendruk in het kanaal.
De luchtdrukschakelaar, aangesloten op de venturi, controleert de hoeveelheid lucht (door een Δp-me-
ting) voor het opstarten.
6.8 PC-verbinding
Neem voor informatie over aansluiting van een pc op de ketel contact op met uw leverancier.
7 IN WERKING STELLEN
1. Vul de installatie en ontlucht de installatie. Vul de ketel tot een druk tussen 1,5 en 2 bar is bereikt.
De maximale werkdruk is 6 bar. De ketel (niet de installatie!) wordt ontlucht door een ingebouwd
automatisch ontluchtingsapparaat.
2. Controleer alle gas- en wateraansluitingen grondig op lekken.
3. Ontlucht de gasslang.
4. Standaard is de ketel ingesteld op G20, G25 of G25.3.
Controleer of de installatie het juiste type gas aan de ketel levert.
5. Controleer de inlaatdruk: 20 mbar of 25 mbar
6. Schakel het elektrische ketelcircuit in door de hoofdschakelaar op het bedieningspaneel van de ketel
in stand 1 te zetten
7. Creëer een warmtevraag.
8. Vlak voor de ontsteking controleert de besturing of de contacten van de gasdruk, heveldruk en
waterdruk gesloten zijn.
Als dat niet het geval is, blokkeert de ketel en wordt op het display E76 weergegeven.
9. Als gas, water en heveldruk o.k. de brander wordt ontstoken.
10. Controleer de rookgasverbindingen op lekkage.
11. Controleer de warmte-invoer en de gasdruk bij maximale belasting.
12. Verwarm de installatie. Beëindig de warmtevraag.
NL
47