Geluiddemper gemonteerd op een ketel met 13 secties (850-1020 kW)
6.5.5.2 Beugels, montage
Luchtinlaat
•
De eerste beugel moet op een afstand van 0,5 m van de ketel worden gemonteerd
•
Horizontale en niet-verticale pijpen moeten haaks op elkaar worden geplaatst met een maximale
afstand van 1 meter tussen de beugels
•
Verticale leidingen moeten tussen de haakjes gelijk verdeeld zijn met een maximale afstand van 2
meter
•
In geval van een schoorsteenschacht, identificeer eerst de luchtinlaat. Het uiteinde van de
luchtinlaatpijp moet minstens 0,5 meter boven de as zijn. Het laatste onderdeel voordat u de schacht
betreedt, moet worden gefixeerd. Als een knik het laatste onderdeel is, fixeer dan ook het onderdeel
vóór de bocht.
Rookgasafvoer
•
Op elk component moet een beugel worden gemonteerd, behalve in het geval dat de lengte van de
buis voor en na de bocht kleiner is dan 0,25 meter. Monteer in dit geval de eerste beugel op een
afstand van maximaal 0,5 meter van de ketel
•
Horizontale en niet-verticale buizen met een afstand tussen de bevestigingsbeugels> 1 mtr moeten
worden uitgerust met een niet-klemmende (om kleine beweging mogelijk te maken) beugel ertussen
•
Verticale leidingen moeten tussen de haakjes gelijk verdeeld zijn met een maximale afstand van 2
meter
NL
41