Apparaatinstellingen
Configureer instellingen voor externe apparaten.
1
In het scherm [Instellingen voor systeembeheerder]
selecteert u [Apparaatinstellingen] met de knoppen V ,
v , B , en b en drukt u op de knop ENTER.
Het scherm [Apparaatinstellingen] verschijnt.
2
Selecteer een tabblad met de knoppen B en b en
configureer de instellingen indien nodig.
Raadpleeg het volgende voor meer informatie over de
tabbladen.
"Tabblad [Apparaat]" (pagina 91)
"Tabblad [Contactsch.]" (pagina 96)
3
Na de configuratie selecteert u [Toepassen] met de
knoppen V , v , B , en b en drukt u op de knop ENTER.
De configuraties worden opgeslagen en het scherm
[Instellingen voor systeembeheerder] verschijnt
opnieuw.
Tabblad [Apparaat]
Instellingen configureren van randapparatuur die op de
eenheid wordt aangesloten.
Neem contact op met uw vertegenwoordiger van Sony voor
meer informatie over de apparatuur die kan worden
aangesloten op de HVO-1000MD en de HVO-3000MT.
1
Selecteer het tabblad [Apparaat] met de knoppen B en
b .
2
Configureer alle instellingen.
Selecteer een item met de knoppen V en v en druk op
de knop ENTER om het instellingenscherm voor dat
betreffende item weer te geven.
[USB 3], [USB 4]
Selecteer de apparaten die zijn aangesloten op USB
poort 3 en 4 op het achterpaneel van de eenheid in de
instellingenschermen die verschijnen en druk op de
knop ENTER.
De beschikbare instellingen zijn onder andere
apparaten die compatibel zijn met de eenheid.
De standaard instelling is [Geen apparaat].
Als u een streepjescodelezer of kaartlezer selecteert,
dient u de [Lezerinstellingen] te configureren.
Raadpleeg "Lezerinstellingen configureren"
(pagina 92) voor meer informatie over deze instelling.
Als u een printer selecteert, dient u de
[Printerinstellingen] te selecteren.
Raadpleeg "Printerinstellingen configureren"
(pagina 93) voor meer informatie over deze instelling.
91
Apparaatinstellingen