[Opn.status weergeven]
Selecteer of de opnamestatusgegevens dienen te
worden weergegeven in het instellingenscherm dat
verschijnt en druk op de knop ENTER.
Als u [Ja] selecteert, verschijnen de opnamestatus, de
status van de gegevens die zijn overgebracht naar het
medium en andere statusgegevens op de opgenomen
beelden die worden uitgevoerd.
Gegevens worden geschreven als de mediumstatus
groen is. Als er een fout optreedt, is deze oranje.
De standaard instelling is [Nee].
[Afspeelstatus weergeven]
Selecteer of de afspeelstatusgegevens dienen te
worden weergegeven in het instellingenscherm dat
verschijnt en druk op de knop ENTER.
Als u [Ja] selecteert, zullen patiëntgegevens en andere
gegevens verschijnen op de afspeelbeelden van video-
uitgangen.
De standaard instelling is [Nee].
[Status niet gebruikt weergeven]
Selecteer of de gegevens over de status bij niet
gebruiken moeten worden weergegeven in het
instellingenvenster dat verschijnt en druk op de knop
ENTER.
Wanneer u [Ja] selecteert, verschijnt informatie over
streamen, afdrukken en andere statusinformatie
wanneer het apparaat verder niet wordt gebruikt (bijv.
wanneer opnemen of afspelen is gestopt). Groen geeft
aan dat er wordt gestreamd of afgedrukt, oranje geeft
fouten aan.
De standaardinstelling is [Nee].
82
Functie-instellingen
Opmerking
Als [Opn.status weergeven] of [Status niet gebruikt
weergeven] is ingesteld op [Ja] terwijl [I/O timing] is
ingesteld op [Gelijktijdig], worden de statusgegevens
niet weergegeven. Bovendien worden de
statusgegevens niet bijgewerkt tijdens de
automatische live-functie.
Geavanceerde beeldenlijstinstellingen
configureren
De selectiestaat van opgenomen gegevens opgeven
wanneer u kopieert of afdrukt in het venster [Afb.lst.].
Opmerking
In aanraakschermmodus kunt u niet [Geavanc.] selecteren
voor [Weergave in afb.lijst].
1
Selecteer [Geavanc.] met de knoppen B en b en druk
op de knop ENTER.
Het instellingenvenster [Geavanc.] verschijnt.