[Kwaliteit]
Selecteer de streamkwaliteit in het instellingenscherm
dat verschijnt en druk op de knop ENTER.
De standaardinstelling is [2Mbps].
Opmerking
[2Mbps], [4Mbps] en [6Mbps] kunnen alleen worden
geselecteerd wanneer de streamresolutie lager is dan
1280 × 720 is.
[Beeldsnelheid]
Selecteer de streambeeldsnelheid in het
instellingenscherm dat verschijnt en druk op de knop
ENTER.
De standaardinstelling is [15fps] ([12fps] voor PAL).
3
Na de configuratie selecteert u [Toepassen] met de
knoppen V , v , B , en b en drukt u op de knop ENTER.
Het tabblad [Streaming] verschijnt opnieuw.
108
Initiële gebruikersinstellingen
Initiële
gebruikersinstellingen
Configureren van waarden van initiële instellingen voor
opnamekwaliteit en opslagmedia.
De instellingen die hier worden geconfigureerd zullen
worden gebruikt als initiële standaardinstellingen voor het
opnemen.
1
In het scherm [Instellingen voor systeembeheerder]
selecteert u [Initiële gebruikersinstellingen] met de
knoppen V , v , B , en b en drukt u op de knop ENTER.
Het scherm [Initiële gebruikersinstellingen]
verschijnt.
2
Selecteer een tabblad met de knoppen B en b en
configureer de instellingen indien nodig.
Raadpleeg het volgende voor meer informatie over de
tabbladen.
"Tabblad [Kwaliteit]" (pagina 109)
"Tabblad [Opslaan]" (pagina 110)
3
Na de configuratie selecteert u [Toepassen] met de
knoppen V , v , B , en b en drukt u op de knop ENTER.
De configuraties worden opgeslagen en het scherm
[Instellingen voor systeembeheerder] verschijnt
opnieuw.