2
Configureer alle instellingen.
Selecteer een onderdeel met de knoppen V en v en
druk op de knop ENTER om het instellingenscherm
voor dat onderdeel weer te geven.
[Opnamedatum]
Selecteer of u de opnamedatum en -tijd als
metagegevens wilt uitvoeren.
[Patiëntgegevens]
Selecteer of u patiëntgegevens als metagegevens wilt
uitvoeren (patiënt-id, patiëntnaam, geslacht,
geboortedatum).
[Arts]
Geef aan of u de naam van de arts wilt uitvoeren als
metagegevens.
[Geval]
Geef aan of u de naam van de procedure wilt uitvoeren
als metagegevens.
[Faciliteitnaam]
Geef aan of u de naam van de vestiging/faciliteit wilt
uitvoeren als metagegevens.
[Indeling metagegevens]
Selecteer [XML] of [TXT].
De standaardinstelling is [TXT].
[Codering]
Selecteer of u de metagegevens die worden
uitgevoerd, wilt coderen.
[Toets]
Configureer dit wanneer [Codering] is ingesteld op
[Ja]. De sleutel wordt geconfigureerd met 32
hexadecimale cijfers (0 t/m 9, a t/m f).
3
Na de configuratie selecteert u [Toepassen] met de
knoppen V , v , B , en b en drukt u op de knop ENTER.
Het tabblad [Opslaan] verschijnt opnieuw.
112
Artsenlijst bewerken
Artsenlijst bewerken
Registreren en bewerken van gegevens over de artsen die
chirurgische ingrepen en onderzoeken uitvoeren.
De artsgegevens die hier worden geregistreerd zullen
worden gebruikt als de initiële instellingen die verschijnen
in de andere instellingsschermen.
Artsgegevens registreren
Registreer de naam van de arts en configureer de initiële
instellingen voor elke arts.
1
In het scherm [Instellingen voor systeembeheerder]
selecteert u [Artsenlijst bewerken] met de knoppen V ,
v , B , en b en drukt u op de knop ENTER.
Het scherm [Artsenlijst bewerken] verschijnt.
2
Selecteer [Toevoegen] met de knoppen B en b en druk
op de knop ENTER.
Het scherm [Arts bewerken] verschijnt.