Het venster [Voorb. vr. opnemen] verschijnt weer. De
patiëntinformatie die vooraf is geregistreerd, wordt
weergegeven in het venster [Voorb. vr. opnemen].
Geregistreerde patiëntinstellingen
bewerken
Patiëntinformatie bewerken en instellingen opslaan voor
opgenomen gegevens die vooraf zijn ingeschreven.
1
In het venster [Voorb. vr. opnemen] selecteert u
[Gesprekslijst] met de knoppen V , v , B , en b en drukt
u op de knop ENTER.
Het venster [Patiëntenlijst] verschijnt.
2
Selecteer de patiënt waarvoor u instellingen wilt
wijzigen met de knoppen V en v en druk op de knop
ENTER.
Het selectievakje van de patiënt is geselecteerd.
3
Selecteer [Wijzigen] met de knoppen V , v , B , en b en
druk op de knop ENTER.
Het venster [Patiëntenlijst wijzigen] verschijnt.
4
Wanneer u klaar bent met het bewerken van de
instellingen, selecteert u [Toepassen] met de knoppen
V , v , B , en b en drukt u op de knop ENTER.
Het venster [Patiëntenlijst] verschijnt opnieuw.
Geregistreerde patiënten uit de lijst
verwijderen
Patiënten verwijderen die vooraf in de lijst zijn
ingeschreven.
1
In het venster [Voorb. vr. opnemen] selecteert u
[Gesprekslijst] met de knoppen V , v , B , en b en drukt
u op de knop ENTER.
Het venster [Patiëntenlijst] verschijnt.
2
Selecteer de patiënt die u wilt verwijderen met de
knoppen V en v en druk op de knop ENTER.
53
Voorbereiding voor opnemen