Configureren van de
systeeminstellingen
Configureren van afdrukinstellingen voor stilstaande
beelden.
De instellingen die verschijnen zijn afhankelijk van de
printer die u gebruikt. De Sony UP-DR80MD wordt
gebruikt als voorbeeld bij de uitleg in dit onderdeel.
Opmerking
U kunt de gebruikte printer selecteren op het scherm
[Instellingen voor systeembeheerder] – scherm [Apparaat
instellingen] – tabblad [Apparaat].
Raadpleeg "Tabblad [Apparaat]" (pagina 91) voor meer
informatie over deze instelling.
1
Selecteer het tabblad [Afdrukken] met de knoppen B
en b .
De naam van de geselecteerde printer verschijnt in het
vak [Printer].
2
Configureer alle instellingen.
Selecteer een item met de knoppen V , B , b , en v , en
druk op de knop ENTER om het instellingenscherm
voor dat betreffende item weer te geven.
[Indeling]
Selecteer het aantal stilstaande beelden dat per vel
dient te worden afgedrukt.
U kunt kiezen uit 1 beeld (1 × 1), 2 beelden (1 × 2),
4 beelden (2 × 2), 6 beelden (2 × 3), 8 beelden (2 × 4),
9 beelden (3 × 3), 12 beelden (3 × 4), 15 beelden (3 ×
5) of 18 beelden (3 × 6).
De standaard instelling is [6 afb. (2 × 3)].
Opmerking
De beschikbare lay-outopties en de initiële standaard
instelling is afhankelijk van uw printer. De
maximuminstelling voor de printer UP-D25MD is
twee beelden. Als echter [UPC-21S/24SA] is
geselecteerd voor [Papier], is de maximale instelling
één beeld.
Voor nadere informatie over videoprinters raadpleegt
u de handleiding bij die printer.
[Aut. afdrukken]
Wanneer u een stilstaand beeld vastlegt terwijl dit is
ingesteld op [Ja] en u gebruikt een USB-printer, wordt
het stilstaande beeld automatisch afgedrukt.
[Papier]
Geef het papierformaat van de printer aan.
[Afdrukstand]
Geef de afdrukstand voor de afdruk op.
De standaard instelling is [Staand].
Deze instelling is uitgeschakeld voor UP-D25MD-
printers.
[Aantal]
Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken.
De standaardinstelling is [1].
[Aanv. inf.]
Selecteer of u de volgende aanvullende gegevens wilt
afdrukken (opnamedatum, patiëntgegevens enz.).
U kunt ook individueel selecteren of u de
verschillende informatieonderdelen wilt afdrukken in
het venster [Details aanv. inf.].
De standaardinstelling is [Niet afgedrukt] voor alle
instellingen behalve [Opnametijdstempel].
Opmerking
Wilt u watermerken of logo's afdrukken, dan moet u de
watermerkbestanden en logobestanden vooraf
importeren naar het apparaat.
De onderdelen die kunnen worden geconfigureerd in
het venster [Details aanv. inf.] zijn de volgende.
[Logo]
Selecteer of u watermerken wilt afdrukken wanneer u
een Sony USB-printer gebruikt.
[Opnamedatum]
Geef aan of de opnamedatum dient te worden
afgedrukt.
[Patiëntgegevens]
Geef aan of de patiëntgegevens dienen te worden
afgedrukt.
Instellingen configureren voor opnemen (Gebruikersinstellingen)
31