Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ligging Van De Begrenzingsdraad Plannen; Schets Van Het Maaivlak Maken - Stihl RMI 422 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

12.1 Ligging van de begrenzingsdraad
plannen
Let op de installatievoorbeelden
achter in de
gebruiksaanwijzing. ( 27.)
Installeer bij het leggen van de
begrenzingsdraad ook verboden
zones, doorgangen, aanpalende
gazons, zoeklussen en
draadreserves, om latere correcties
te voorkomen.
● Leg de locatie van het dockingstation
vast. ( 9.1)
● Verwijder hindernissen op het
maaivlak of breng verboden zones
aan. ( 12.9)
● Begrenzingsdraad:
De begrenzingsdraad moet in een
doorlopende lus rondom het gehele
maaivlak worden gelegd.
Maximale lengte:
500 m
Bij kleine maaivlakken met een
draadlengte van minder dan 80 m
moet het meegeleverde AKM 100
samen met de begrenzingsdraad
worden geïnstalleerd.( 9.9)
● Doorgangen en aanpalende gazons:
Verbind alle zones van het maaivlak
met doorgangen voor het maaien met
de automaat. ( 12.11)
Als daarvoor onvoldoende ruimte is,
moeten er aanpalende gazons worden
ingesteld. ( 12.10)
● Neem bij het leggen van de
begrenzingsdraad de afstanden in acht
( 12.5):
bij aanpalende begaanbare vlakken
(hoogteverschil minder dan +/- 1 cm,
bijvoorbeeld voetpaden): 0 cm
340
bij doorgangen: 22 cm
bij hoge hindernissen
(bijvoorbeeld muren, bomen): 28 cm
minimale afstand in vernauwingen:
44 cm
bij wateroppervlakken en mogelijke
plekken waar het apparaat kan
omvallen (randen, terrassen): 100 cm
● Hoeken:
Vermijd het leggen in scherpe hoeken
(kleiner dan 90°).
● Zoeklussen:
Als de verplaatste rit naar docking
(corridor) moet worden gebruikt,
moeten bij doorgangen of bij het
externe dockingstation zoeklussen
worden geïnstalleerd. ( 12.12)
● Draadreserves:
Om het verplaatsen van
begrenzingsdraad nadien vlotter te
laten verlopen, dient men meerdere
draadreserves te installeren. ( 12.15)
Maaivlakken mogen elkaar niet
overlappen. Er moet een afstand van
minimaal ≥ 1 m tussen de
begrenzingsdraden van twee maaivlakken
worden aangehouden.
Opgerolde reststukken van de
begrenzingsdraad kunnen
storingen veroorzaken en moeten
worden verwijderd.
12.2 Schets van het maaivlak
maken
bij het installeren van de
robotmaaier en het dockingstation is het
aan te raden om een schets van het
maaivlak te maken. Aan het begin van
deze gebruiksaanwijzing is hiervoor een
pagina voorzien.
Deze schets moet bij latere wijzigingen
worden aangepast.
Inhoud van de schets:
– Vorm van het maaivlak met
belangrijke hindernissen, grenzen en
eventuele verboden zones waarin de
robotmaaier niet mag werken. ( 27.)
– Positie van het dockingstation ( 9.8)
– Ligging van de begrenzingsdraad
De begrenzingsdraad groeit na korte
tijd in de bodem en is niet meer te zien.
Geef de ligging van de draad rondom
hindernissen aan. ( 9.9)
– Ligging van de draadverbinders
De gebruikte draadverbinders zijn na
korte tijd niet meer te zien. Noteer hun
positie, om ze zo nodig te kunnen
vervangen. ( 12.16)
0478 131 9963 F - NL
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Rmi 422 pRmi 422 pc

Inhoudsopgave