Zonevertraging
Gebruik dit menu om zonevertragingen te configureren, (aan of uit), voor iedere
zone in uw brandalarmsysteem. Indien de zonevertraging AAN staat, voor
alarmen die gerapporteerd worden vanuit deze zone, zal alle uitgangsactivatie
(sirenes, doormelding en uitgangen uitbreidingskaarten) voor de activatie een
vertraging overwegen. De standaardinstelling voor alle zones is AAN.
Voor een losstaand paneel specificeert u de zone met behulp van het
zonenummer.
Wanneer de centrale in een brandnetwerk zit, worden unieke zonenummers
gevormd door een uniek startnummer te bepalen voor de eerste zone in ieder
paneel. Indien de eerste zone bijvoorbeeld nummer 101 heeft, zal zone 08 het
nummer 108 hebben.
Indien de centrale in een brandnetwerk geconfigureerd is om te activeren met
externe zones, kunt u "andere" invoeren om de vertraging voor externe zones te
selecteren.
Zie het onderwerp "Configuratie van brandnetwerk en herhaalborden" op pagina
71 voor meer informatie.
Doe het volgende om de zonevertraging te configureren:
1. Stel de display zoals onderstaand weergegeven in en druk vervolgens op
Enter.
2. Selecteer de zone (bijvoorbeeld, zone 1) en druk vervolgens op Enter.
— of —
Selecteer "overige" om de externe zones te selecteren.
De LED voor zone-alarm knippert snel om aan te geven dat het
configuratiemenu van de desbetreffende zone actief is.
3. Selecteer een waarde met behulp van de knoppen voor waardeselectie
(2 en 4).
4. Druk op Enter.
5. Sla uw wijzigingen op.
Installatiehandleiding voor de 1X-F-reeks
Hoofdstuk 3: Configuratie en in werking zetten
59