Hoofdstuk 3: Configuratie en in werking zetten
De werkmode wordt aangegeven met het eerste getal in de display en het
configuratietype wordt aangegeven met het tweede getal. In het geval dat een
aangepaste configuratie werd toegepast (via het geavanceerde
configuratiemenu), is het tweede getal een nul, zoals onderstaand wordt
weergegeven.
Display
Configuratie
01
EN 54-2 vooraf ingestelde
configuratie
11
BS 5839-1 vooraf ingestelde
configuratie
21
NBN S 21-100
31
NEN 2535 vooraf ingestelde
configuratie
42
Display Configuratie
00
EN 54-2 aangepaste configuratie
10
BS 5839-1 aangepaste configuratie
20
NBN S 21-100
30
NEN 2535 aangepaste configuratie
Installatiehandleiding voor de 1X-F-reeks