Het principe van de bediening
Bediening
16
Voordat u de automaat gaat bedienen, raden wij u aan om u
er eerst vertrouwd mee te maken. Alleen dan kunt u het ap-
paraat op uw manier gebruiken en de mogelijkheden ervan
optimaal benutten.
Bedieningstoetsen
U hoeft de sensortoetsen van de koffieautomaat alleen maar
licht aan te tippen om het apparaat te bedienen. Het appa-
raat heeft vijf sensortoetsen:
– s Aan/Uit-toets, om het apparaat in- of uit te schakelen.
– < Linker pijltoets, om uit verschillende programmapunten
te kiezen.
– OK-toets, om een gekozen programmapunt te bevestigen
en een instelling op te slaan.
– > Rechter pijltoets, om uit verschillende programmapunten
te kiezen.
– - Heetwatertoets.
Display
q
Het hoofdmenu op het display toont de volgende keuzemo-
gelijkheden
– de koffiesoorten, hete melk
– de individuele instellingen n van maximaal 9 gebruikers
(gebruikersprofielen).
– het belangrijke onderhoudsprogramma G.
– de keuzemogelijkheid: "Instellingen C".
^ Met de pijltoetsen kiest u een programmapunt op het dis-
play. Als het betreffende programmapunt gemarkeerd is,
tipt u ter bevestiging de OK-toets aan.
Espresso
L n
H
I
J
r
en melkschuim L.
J
m C