16.5
Mastergebruikersinterface
instellen
16.5.1
Over mastergebruikersinterface instellen
a
b
b
c
c
c
e
e
e
a
Buitenunit
b
BSunit
c
VRV DXbinnenunit
d
HT Hydroboxunit
e
Gebruikersinterface
Wanneer het systeem is geïnstalleerd zoals in de afbeelding
hiervoor, dan moet – voor elk subsysteem – één van de
gebruikersinterfaces als hoofdgebruikersinterface worden ingesteld.
Op de displays van de slavegebruikersinterfaces staat
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing) en de slave
gebruikersinterfaces volgen automatisch de bedrijfsstand bepaald
door de mastergebruikersinterface.
Verwarmen of koelen selecteren kan alleen met de master
gebruikersinterface.
16.5.2
Gebruikersinterface als master instellen
(VRV DX en Hydrobox)
1 Druk 4 seconden op de keuzeknop voor de werkingsstand van
de actuele mastergebruikersinterface. Als deze procedure nog
niet was uitgevoerd, dan kunt u ze uitvoeren op de als eerste
gebruikte gebruikersinterface.
Gevolg: Het display met
gecentraliseerde besturing) van alle op dezelfde buitenunit
aangesloten slavegebruikersinterfaces knippert.
2 Druk op de keuzeknop voor de werkingsstand van de controller
die u als mastergebruikersinterface wilt instellen.
Gevolg: De instelling is voltooid. Deze gebruikersinterface is
ingesteld
als
mastergebruikersinterface
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing) verdwijnt van
het display. Op de displays van de andere gebruikersinterfaces
staat
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing).
16.6
Over besturingssystemen
Behalve individuele besturing (één gebruikersinterface bestuurt één
binnenunit), biedt dit systeem nog twee andere besturingssystemen.
Controleer het volgende als uw unit met één van die
besturingssystemen is uitgerust:
Type
Groepsbesturing
Eén gebruikersinterface bestuurt tot 16
binnenunits. Alle binnenunits krijgen
dezelfde instelling.
Besturing met twee
Twee gebruikersinterfaces besturen één
gebruikersinterfaces
binnenunit (bij groepsbesturing is dit
een groep van binnenunits). De unit
wordt individueel bestuurd.
OPMERKING
Neem contact op met uw dealer als u de combinatie of de
instelling van groepsbesturing en besturing met twee
gebruikersinterfaces wilt wijzigen.
REYQ8~20+REMQ5T7Y1B
VRV IVsysteem airconditioner
4P3539971A – 2014.08
c
d
e
e
(omschakeling onder
en
Beschrijving
17 Energie besparen en optimale werking
17
Energie besparen en optimale
werking
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om voor een
optimale werking van het systeem te zorgen.
▪ Stel de luchtuitlaat zo in dat de lucht niet rechtstreeks op de
aanwezige personen wordt geblazen.
▪ Pas de kamertemperatuur aan zodat u een aangename omgeving
creëert. Voorkom te sterk verwarmen of koelen.
▪ Houd bij het koelen rechtstreeks zonlicht uit de kamer met behulp
van gordijnen of jaloezieën.
▪ Verlucht dikwijls. Zorg bij langdurig gebruik vooral voor
verluchting.
▪ Houd deuren en ramen dicht. Als de deuren of ramen open
blijven, zal er lucht uit de kamer stromen, met een kleiner koel of
verwarmeffect tot gevolg.
▪ Koel of verwarm niet te sterk. Om zuinig om te gaan met energie
houdt u de temperatuurinstelling op een gematigd niveau.
▪ Plaats nooit voorwerpen in de buurt van de luchtinlaat of uitlaat
van de unit. Anders kan dit een verminderd effect of een uitval
veroorzaken.
▪ Zet de hoofdvoedingsschakelaar van de unit uit als de unit
gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt. Er wordt immers
stroom verbruikt zolang de schakelaar niet uitgeschakeld is. Zet
de hoofdvoedingsschakelaar 6 uur voor gebruik aan alvorens de
unit opnieuw op te starten, dit om een vlotte werking te
garanderen. (Zie "Onderhoud" in de handleiding van de
binnenunit.)
▪ Als
op het display staat (tijd om het luchtfilter te reinigen), laat
u de filters door een erkend servicetechnicus schoonmaken. (Zie
"Onderhoud" in de handleiding van de binnenunit.)
▪ Houd de binnenunit en de gebruikersinterface op minstens 1 m
van televisie, radio, stereotoestellen of dergelijke. Anders zijn
statische storingen of vervormde beelden mogelijk.
▪ Plaats geen voorwerpen onder de binnenunit; anders kunnen ze
schade oplopen door water.
▪ Bij een vochtigheid van meer dan 80% of wanneer de afvoeruitlaat
verstopt is, kan condensvorming optreden.
Dit VRV IVwarmteterugwinningssysteem is uitgerust met een
geavanceerde energiespaarfunctie. U kunt voorrang geven aan een
laag energieverbruik of aan het comfortniveau. Verschillende
parameters kunnen worden ingesteld, met als resultaat de optimale
balans tussen energieverbruik en comfort voor een specifieke
toepassing.
Zie hierna voor een rudimentaire beschrijving van de mogelijke
patronen. Neem contact met uw installateur voor advies of om de
parameters aan uw noden aan te passen.
De montagehandleiding bevat meer gedetailleerde informatie voor
de installateur. Hij kan u helpen om een optimale balans tussen
energieverbruik en comfort te bereiken.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
81