5 Voorbereiding
B
Als de ruimte opgedeeld is, maar een opening aanwezig is
tussen de ruimten die voldoende groot is om een vrije
luchtcirculatie toe te laten.
a
b
a Opening tussen ruimten
b Scheiding (Als er een opening is zonder deur of als er boven
of onder de deur openingen zijn die elk in grootte equivalent
zijn aan 0,15% of meer van het vloeroppervlak.)
3 Bereken de koelmiddeldichtheid aan de hand van de resultaten
van de berekeningen in stap 1 en 2 hiervoor. Als het resultaat
van de voorgaande berekening groter is dan de maximaal
toelaatbare concentratie, moet een ventilatieopening naar de
ruimte ernaast worden voorzien.
Formule
A/B≤C
A
Totaal volume koelmiddel in het
koelmiddelsysteem
B
Volume (in m
binnenunit
C
Maximale concentratie (kg/m
4 Bereken de koelmiddeldichtheid met het volume van de ruimte
waar de binnenunit is geïnstalleerd en de ruimte ernaast.
Voorzie ventilatieopeningen in de deur van de ruimtes ernaast
tot de koelmiddeldichtheid kleiner is dan de maximaal
toelaatbare concentratie.
5.3
De koelmiddelleidingen
voorbereiden
5.3.1
Vereisten voor de koelmiddelleidingen
OPMERKING
Voor
R410Akoelmiddel
voorzorgsmaatregelen worden genomen om het systeem
schoon, droog en afgedicht te houden.
▪ Schoon en droog: voorkom dat vreemd materiaal (zoals
minerale olie of vocht) in het systeem terechtkomt.
▪ Afgedicht: R410A bevat geen chloor en is niet
schadelijk voor de ozonlaag die de aarde tegen
schadelijke ultraviolette straling beschermt. Wanneer
R410A vrijkomt, kan dit wel in kleine mate bijdragen
aan het broeikaseffect. Om deze reden verdient de
afdichting van de installatie bijzondere aandacht.
OPMERKING
Leidingen en andere onderdelen onder druk moeten
voldoen aan de toepasselijke wetgeving en moeten
geschikt zijn voor koelmiddel. Gebruik met fosforzuur
gedeoxideerde,
naadloze
koelmiddel.
▪ Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de
fabricage worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m
bedragen.
▪ Hardingsgraad: gebruik leidingen van gehard staal in functie van
de leidingdiameter zoals aangegeven in de onderstaande tabel.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
14
3
) van de kleinste ruimte met een
3
)
moeten
strikte
koperen
leidingen
voor
Leidingdiameter (mm)
≤15,9
≥19,1
▪
Alle leidinglengten en afstanden zijn nageleefd (zie "5.3.4 Over de
leidinglengte" op pagina 16).
5.3.2
Leidingmaat selecteren
Bepaal de geschikte maat aan de hand van de volgende tabellen en
de afbeelding (alleen als referentie).
C
a
x
A
B
D
E
3
4
b
E
1
2
1,2
VRV DXbinnenunit
3
BSunit
4
VRVbinnenunit alleen koelen
A~E
Leiding
a,b
Binnenaftakkit
x,y
Kit voor aansluiting van meerdere buitenunits
A, B, C: Leiding tussen buitenunit en (eerste)
koelmiddelaftakset
Kies uit de volgende tabel volgens het type van de totale capaciteit
van de stroomafwaarts aangesloten buitenunits.
Type capaciteit
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
buitenunit (HP)
Vloeistofleidi
ng
5~8
9,5
10
9,5
12
12,7
14~16
12,7
18
15,9
20~22
15,9
24
15,9
26~34
19,1
36
19,1
38~54
19,1
D: Leiding tussen koelmiddelaftakkits of
koelmiddelaftakkit en BSunit
Kies uit de volgende tabel volgens het type van de totale capaciteit
van de stroomafwaarts aangesloten binnenunits. De diameter van
de aansluitleiding mag niet groter zijn dan die van de
koelmiddelleiding die is bepaald door de algemene modelnaam van
het systeem.
Hardingsgraad van het
leidingmateriaal
O (gegloeid)
1/2H (halfhard)
C
C
y
Aanzuiggasl
Hogedruk/
eiding
lagedrukgasl
eiding
19,1
15,9
22,2
19,1
28,6
19,1
28,6
22,2
28,6
22,2
28,6
28,6
34,9
28,6
34,9
28,6
41,3
28,6
41,3
34,9
REYQ8~20+REMQ5T7Y1B
VRV IVsysteem airconditioner
4P3539971A – 2014.08