Samenvatting van Inhoud voor Daikin VRV IV REYQ8T7Y1B
Pagina 1
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IVsysteem airconditioner REYQ8T7Y1B REYQ10T7Y1B REYQ12T7Y1B REYQ14T7Y1B REYQ16T7Y1B REYQ18T7Y1B REYQ20T7Y1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Nederlands VRV IVsysteem airconditioner REMQ5T7Y1B...
Inhoud Koelmiddelleidingen aansluiten ..........23 Inhoud 6.4.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen ............ 23 6.4.2 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen ..23 6.4.3 Koelmiddelleidingen leggen ........23 1 Algemene veiligheidsmaatregelen 6.4.4 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten....24 Over de documentatie ............... 6.4.5 Installatie van de leidingset voor meerdere 1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ..aansluitingen............... 24 Voor de installateur..............6.4.6 Meerdere buitenunits: Uitbreekopeningen ....24 1.2.1 Algemeenheden............6.4.7 Koelmiddelaftakset aansluiten ........
Pagina 3
Inhoud Over proefdraaien..............51 18 Onderhoud en service Proefdraaien ................51 18.1 Onderhoud na een lange periode van stilstand......82 Correctie na abnormaal beëindigen van het proefdraaien ..52 18.2 Onderhoud voor een lange periode van stilstand...... 82 Gebruik van de unit ..............52 18.3 Over het koelmiddel..............83 18.4 Dienstnaverkoop en garantie ..........83 9 Onderhoud en service 18.4.1 Garantieperiode ............83 Overzicht: Onderhoud en service ..........52 18.4.2 Aanbevelingen voor onderhoud en inspectie....83 Voorzorgsmaatregelen inzake onderhoud......... 52 18.4.3 Aanbevolen onderhouds en inspectiecycli....
▪ Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand is kortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur of tegen het gewicht en de trillingen van de unit. uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik enkel accessoires, ▪ Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden. ▪ Controleer of de unit horizontaal staat. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikindocumentatie).
1 Algemene veiligheidsmaatregelen Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen: ▪ Gebruik uitsluitend gereedschap dat enkel en alleen voor het soort koelmiddel bedoeld is om de vereiste drukweerstand te kunnen ▪ In mogelijke explosieve omgevingen. garanderen en om te beletten dat vreemde stoffen in het systeem ▪ In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische terechtkomen. golven uitzenden. Elektromagnetische golven kunnen het ▪ Vul als volgt met vloeibaar koelmiddel: besturingssysteem storen, waardoor de apparatuur slecht kan werken.
1 Algemene veiligheidsmaatregelen 1.2.6 Elektrisch WAARSCHUWING ▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de ▪ Schakel alle elektrische voedingen UIT vooraleer u het elektriciteitskast veilig zijn aangesloten. deksel van de schakelkast verwijdert, elektrische ▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit bedrading aansluit of elektrische onderdelen aanraakt. aan te zetten. ▪ Schakel de elektrische voeding langer dan 1 minuut uit OPMERKING en meet de spanning op de aansluitklemmen van de condensatoren ...
▪ Gedetailleerde stap per gebruiker stap instructies achtergrondinformatie Over dit document voor basis gevorderd gebruik Bedoeld publiek Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op Erkende installateurs + eindgebruikers de regionale Daikinwebsite of via uw dealer beschikbaar zijn. Documentatieset Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat: Voor de installateur Over de doos Overzicht: Over de doos In dit hoofdstuk worden de stappen beschreven die u moet uitvoeren nadat de doos met de buitenunit ter plaatse is geleverd. Het bevat informatie over: ▪ Uitpakken en behandeling van de buitenunit ▪ Accessoires van de unit verwijderen ▪ Transportbeveiliging verwijderen Denk aan de volgende punten:...
3 Over de doos WAARSCHUWING Accessoireleidingen: Diameters Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze Accessoireleidingen (mm) Øa Øb weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan spelen. Mogelijk risico: verstikking. Gasleiding 25,4 19,1 5~12 HP 14~20 HP ▪ Aansluiting aan de voorkant ID Øa 22,2 ID Øb 28,6 ▪ Aansluiting aan ...
4 Over de units en opties Over de buitenunit Deze montagehandleiding betreft het VRV IV, volledig door inverter aangedreven warmteterugwinningssysteem. Verkrijgbare modellen: Model Beschrijving 3 (12.3 N·m) 3 (12.3 N·m) REYQ8~20 Warmteterugwinningsmodel voor enkelvoudig of meervoudig gebruik REMQ5 Warmteterugwinningsmodel alleen voor meervoudig gebruik Welke functies beschikbaar zijn, hangt af van het type van de geselecteerde buitenunit. Dit wordt in deze montagehandleiding aangegeven. Sommige functies zijn exclusief voor bepaalde modellen.
4 Over de units en opties Systeemlayout Units en opties combineren OPMERKING 4.5.1 Over combinaties van units en opties Het systeem mag niet worden ontworpen bij een temperatuur van minder dan –15°C. OPMERKING Raadpleeg de recentste technische data voor de VRV IV INFORMATIE warmteterugwinning om zeker te zijn dat Niet elke combinatie van binnenunits is toegelaten. Zie systeeminstallatie (buitenunit+binnenunit(s)) zal werken.
5 Voorbereiding OPMERKING 5.2.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de buitenunit in De in deze handleiding beschreven apparatuur kan koude klimaten elektronische ruis veroorzaken afkomstig radiofrequentieenergie. De apparatuur voldoet aan OPMERKING specificaties die een redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke interferentie. De garantie dat in een Wanneer de unit wordt gebruikt bij lage specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan buitentemperaturen, moet u op de volgende punten letten.
Binnentemperatuur overeenkomstig de lengte of de diameter van de koelmiddelleidingen) Buitentemperatuur Totale hoeveelheid koelmiddel (kg) in het Als de unit 5 dagen in deze omgeving met een hoge systeem vochtigheidsgraad (>90%) moet werken, beveelt Daikin de installatie van de optionele kit met een verwarmingslint OPMERKING (EKBPH012T of EKBPH020T) aan om de afvoeropeningen vrij te houden. Als één enkel koelmiddelsysteem in 2 volledig onafhankelijke koelsystemen is opgedeeld, dient u de hoeveelheid koelmiddel te gebruiken waarmee elk 5.2.3...
5 Voorbereiding Als de ruimte opgedeeld is, maar een opening aanwezig is Leidingdiameter (mm) Hardingsgraad van het tussen de ruimten die voldoende groot is om een vrije leidingmateriaal luchtcirculatie toe te laten. ≤15,9 O (gegloeid) ≥19,1 1/2H (halfhard) ▪ Alle leidinglengten en afstanden zijn nageleefd (zie "5.3.4 Over de leidinglengte" op pagina 16). 5.3.2 Leidingmaat selecteren Bepaal de geschikte maat aan de hand van de volgende tabellen en de afbeelding (alleen als referentie). a Opening tussen ruimten b Scheiding (Als er een opening is zonder deur of als er boven of onder de deur openingen zijn die elk in grootte equivalent zijn aan 0,15% of meer van het vloeroppervlak.) 3 Bereken de koelmiddeldichtheid aan de hand van de resultaten van de berekeningen in stap 1 en 2 hiervoor. Als het resultaat van de voorgaande berekening groter is dan de maximaal toelaatbare ...
5 Voorbereiding Aantal buitenunits Naam aftakkit BHFQ23P907 De buitenunit staat hoger dan de ▪ Minimum aansluitverhouding: binnenunits BHFQ23P1357 ▪ Gebruik een grotere leidingmaat voor 5.3.4 Over de leidinglengte vloeistofleiding (zie Zorg ervoor dat de lengte van de leidingen de maximaal toegestane "5.3.2 Leidingmaat leidinglengte niet overschrijdt. Dit geldt ook voor het hoogteverschil selecteren" op pagina 14 voor en de leidinglengte na de aftakking. In de hiernavolgende meer informatie) hoofdstukken worden zes gevallen beschreven ter illustratie van de ▪...
Pagina 17
5 Voorbereiding LT Hydroboxunit Leiding Maximumlengte (reëel/ HT Hydroboxunit equivalent) Leiding Maximumlengte (reëel/ Langste leiding van de buitenunit 165 m/190 m equivalent) of de laatste leidingaftakking voor meerdere buitenunits (1+2, 1+3, Langste leiding van de buitenunit of 135 m/160 m 1+5) de laatste leidingaftakking voor meerdere buitenunits (1+2, 1+3, 1+5) Langste leiding na de eerste 40 m/—(*) aftakking (2, 3, 5) Langste leiding na de eerste 40 m aftakking (2, 3, 5) In het geval van een installatie 10 m/13 m met meerdere buitenunits: In het geval van een installatie met 10 m/13 m langste leiding van de buitenunit meerdere buitenunits: langste leiding naar de laatste leidingaftakking van de buitenunit naar de laatste voor meerdere buitenunits (4) leidingaftakking voor meerdere buitenunits (4) Totale leidinglengte 1000 m/— Totale leidinglengte 300 m/600 m Als de equivalente leidinglengte meer dan 90 m bedraagt, moet u voor de hoofdvloeistofleiding met een grotere Als de equivalente leidinglengte meer dan 90 m bedraagt,...
5 Voorbereiding In het geval van multiBSunits is de leidinglengte tussen alle Leiding Maximumlengte (reëel/ binnenunits en de multiBSunit ≤40 m. equivalent) Tussen de eerste en de laatste aftakkit moet een grotere In het geval van een installatie met 10 m/13 m leidingmaat worden genomen. In tegenstelling tot multiBS meerdere buitenunits: langste leiding units, worden BS1Qunits NIET als aftakkits beschouwd. Indien van de buitenunit naar de laatste de vergrote leidingmaat groter is dan de leidingmaat van de leidingaftakking voor meerdere hoofdleiding, vergroot dan ook de maat van de hoofdleiding.
5 Voorbereiding Aansluiting met VRV DXbinnenunits en 5.3.7 Meerdere buitenunits: Mogelijke layouts luchtbehandelingsunits ▪ De leidingen tussen de buitenunits moeten waterpas of licht oplopend worden aangelegd om te voorkomen dat olie in de leidingen blijft staan. Patroon 1 Patroon 2 Naar binnenunit Leiding tussen buitenunits Niet toegelaten Toegelaten ▪ Sluit de afsluiter en de leiding tussen buitenunits altijd aan zoals in de 4 juiste mogelijkheden van de onderstaande afbeelding om te voorkomen dat olie bij de verstgelegen buitenunit blijft staan. Buitenunit VRV DXbinnenunit MultiBSunit BSunit EKEXVkit Leiding Maximumlengte (reëel/...
5 Voorbereiding ▪ Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de apparatuur om ervoor te zorgen, indien nodig >2 m >2 m >2 m in overleg met de distributienetwerkbeheerder, dat de apparatuur alleen wordt aangesloten op een voeding met een kortsluitvermogen S dat groter dan of gelijk is aan de minimum waarde. Nietcontinu verwarmen ≤2 m ≤2 m Model (Ω) Minimum S waarde (kVA) Naar binnenunit Leiding tussen buitenunits REMQ5 —...
6 Installatie Voor andere combinaties dan de standaard 5.4.2 Vereisten voor beveiligingen Bereken de aanbevolen capaciteit van de zekering De voeding moet worden beveiligd met behulp van de vereiste beveiligingen, met name een hoofdschakelaar, een trage zekering Formule Tel de minimum circuitampère van elke gebruikte unit op elke fase en een aardlekbeveiliging volgens de geldende op (zie de tabel hiervoor), vermenigvuldig het resultaat wetgeving. met 1,1 en selecteer de volgende hogere aanbevolen capaciteit van de zekeringen. Voor standaardcombinaties Voorbeeld Combinatie van de REYQ30 met behulp van de De ...
6 Installatie OPMERKING De units openen Let er bij het sluiten van het deksel van de elektronische componentenkast op dat de afdichting onderaan de 6.2.1 De buitenunit openen achterkant van het deksel niet vast komt te zitten en naar binnen wordt geplooid. GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN Open de voorpanelen als volgt voor toegang tot de unit: 5~12 HP 14~20 HP a Deksel elektrische componentenkast b Voorkant c Klemmenstrook voeding d Afdichtingsmateriaal e Vocht en vuil kan binnendringen X Niet toegelaten O Toegelaten De buitenunit monteren 6.3.1 De installatiestructuur voorzien Wanneer ...
6 Installatie OPMERKING 5~12 Controleer op gaslekken nadat alle leidingen zijn aangesloten. Gebruik stikstof om op gaslekken te 14~20 1076 1302 controleren. ▪ Maak de unit vast met behulp van de vier M12funderingsbouten. De beste manier is om de funderingsbouten in te schroeven tot ze 6.4.2 Over het aansluiten van de nog 20 mm boven het oppervlak van de fundering uitsteken. koelmiddelleidingen Controleer of de buiten en binnenunits zijn geïnstalleerd voordat u de koelmiddelleiding aansluit. De koelmiddelleiding aansluiten betekent: OPMERKING ▪...
6 Installatie 6.4.4 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten INFORMATIE Alle lokale leidingen tussen units zijn lokaal te voorzien, behalve de accessoireleidingen. OPMERKING 6.4.6 Meerdere buitenunits: Uitbreekopeningen Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van lokale Aansluiting Beschrijving leidingen. Breng soldeersel aan zoals aangegeven in de Aansluiting aan de Breek de uitbreekopeningen in het afbeelding. voorkant voorpaneel open om de aansluitingen uit te ≤Ø25.4 >Ø25.4 voeren.
6 Installatie 6.4.8 Bescherming tegen verontreiniging 6.4.10 Gebruik van de afsluiter en servicepoort Bescherm de leiding zoals beschreven in de volgende tabel om te Omgaan met de afsluiter vermijden dat vuil, vloeistof of stof in de leiding terecht zou komen. ▪ Houd beide afsluiters open tijdens de werking. Unit Installatieperiode Beveiligingsmethod ▪ In de afbeelding hierna ziet u de naam van elk onderdeel dat vereist is bij het gebruik van de afsluiter. Buitenunit >1 maand Knijp de leiding dicht ▪...
6 Installatie Afsluiter sluiten 6.4.11 Dichtgeknepen leidingen verwijderen 1 Verwijder het deksel van de afsluiter. WAARSCHUWING 2 Steek een zeskantsleutel in de afsluiter en draai de afsluiter Gas of olie die nog overblijft in de afsluiter kan de rechtsom. dichtgeknepen leiding wegblazen. 3 Stop met draaien zodra de afsluiter niet meer verder draait. Het niet goed naleven van de instructies in de onderstaande ...
6 Installatie Methode 2: Na inschakelen Als het systeem al was ingeschakeld, zet dan instelling [221]=1 voor de buitenunit (zie "7.2.8 Stand 2: Lokale instellingen" op pagina 44). Deze instelling opent de lokale expansiekleppen zodat het R410A door de leidingen kan stromen en de lektest en vacumeren kunnen worden uitgevoerd.
6 Installatie Weegschaal 6.5.5 Vacuümdrogen Fles R410Akoelmiddel (hevelsysteem) Vacuümpomp OPMERKING Afsluiter vloeistofleiding Afsluiter gasleiding De aansluitingen op de binnenunits en alle binnenunits Afsluiter hogedruk/lagedrukgasleiding moeten ook worden getest op lekken en op vacuüm. Laat Klep A Klep B ook, indien aanwezig, alle (lokaal voorzien) kleppen naar Klep C de binnenunits open. Klep D Lektesten en vacuümdrogen moeten worden uitgevoerd Klep Stand van de klep voordat ...
6 Installatie OPMERKING Bij onderhoud en wanneer het systeem (buitenunit+lokale leidingen+binnenunits) geen koelmiddel meer bevat (bijv. na aftappen van het koelmiddel), dan moet eerst de oorspronkelijke hoeveelheid koelmiddel (zie naamplaatje op de unit) in de unit worden gebracht alvorens de automatische vulfunctie kan worden gebruikt. 6.7.2 Over koelmiddel bijvullen Zodra het vacuümdrogen beëindigd is, kan extra koelmiddel worden...
Pagina 30
6 Installatie Model Parameter B (kg) Gebruikte Maximum Totale Toegestane capaciteit binnenunits toegestaan capaciteit CR per type binnenunit REMQ5+REYQ8+ aantal Type Capaciteit REYQ10+REYQ12 REYQ14 Alleen 50~130% VRV DX 50~130% REYQ16 VRVDX VRV DX 0~50% REYQ18 zonder BS unit (alleen REYQ20 koelen) Model Parameter C (kg) VRV DX + 50~200% VRV DX 50~110% BS1Q10 0,05 Hydrobox VRV DX 0~50% BS1Q16 zonder BS...
6 Installatie 6.7.4 Koelmiddel vullen: Stroomschema Zie "6.7.5 Koelmiddel vullen" op pagina 33 voor meer informatie. Koelmiddel vooraf vullen Stap 1 p< p> Bereken hoeveelheid extra koelmiddel: R (kg) Stap 2+3 R410A • Sluit klep C, D en A • Open klep B naar de vloeistofleiding • Vul hoeveelheid vooraf: Q (kg) • Ontkoppel het verdeelstuk van de gasleiding en de hogedruk-/lagedrukgasleiding R<Q R>Q...
Pagina 32
6 Installatie Koelmiddel bijvullen << Vervolg van vorige pagina R>Q Stap 5 p< p> • Sluit klep A aan op de koelmiddelvulpoort (d) • Open alle afsluiters van de buitenunit R410A Stap 6 Ga verder met automatisch of handmatig vullen Automatisch vullen Handmatig vullen Stap 6a Stap 6b...
6 Installatie << Vervolg van vorige pagina Vullen bij verwarmen Vullen bij koelen ("t22" opstartregeling) ("t02" opstartregeling) ("t23" wachten op stabiel verwarmen) ("t03" wachten op stabiel koelen) "t23" knippert "t03" knippert • Druk binnen de 5 minuten op BS2 • Druk binnen de 5 minuten op BS2 •...
6 Installatie p < p > OPMERKING ▪ De koelmiddelvulpoort is aangesloten op de leiding in de unit. De interne leidingen van de unit zijn al in de fabriek gevuld met koelmiddel sluit de vulslang dus voorzichtig aan. R410A ▪ Vergeet na het bijvullen van koelmiddel niet om het deksel ...
6 Installatie 4 Wanneer " " of " " begint te knipperen (klaar voor INFORMATIE vullen), druk binnen de 5 minuten op BS2. Open klep A. Als u ▪ Wanneer tijdens de procedure een storing wordt niet binnen de 5 minuten op BS2 drukt, verschijnt een gedetecteerd (bijv. een gesloten afsluiter), dan wordt storingscode: een ...
6 Installatie 6.7.8 Foutcodes bij het vullen met koelmiddel 6.7.10 De label voor fluorhoudende broeikasgassen bevestigen Code Oorzaak Oplossing OPMERKING Abnormaal lage druk in Sluit onmiddellijk klep A. aanzuigleiding Druk op BS1 om te De nationale uitvoering van EUreglementeringen inzake resetten. Controleer de bepaalde gefluoreerde broeikasgassen kan vereisen dat volgende punten voordat de desbetreffende officiële taal op de unit gehanteerd moet u de procedure voor worden. Om deze reden wordt bij de unit een extra automatisch bijvullen meertalig ...
6 Installatie WAARSCHUWING OPMERKING ▪ Gebruik ALLEEN koperdraden. ▪ De bescherming van dit product tegen omgekeerde polariteit werkt alleen bij het opstarten van het product. ▪ Alle kabels en draaddiameters moeten voldoen aan de Eventuele omgekeerde polariteit wordt dus niet toepasselijke wetgeving. gedetecteerd tijdens de normale werking van het ▪ Alle lokale bedradingen dienen conform het met het product. product ...
6 Installatie OPMERKING 6.8.4 Richtlijnen bij het uitslaan van de uitbreekopeningen ▪ Zorg ervoor dat de voedingskabel en transmissiekabel van elkaar gescheiden blijven. De ▪ Het uitslaan van een uitbreekopening gebeurt met een hamer. transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen ▪ Na het uitslaan van de uitbreekopeningen, verwijdert u best de kruisen, maar ze mogen niet parallel lopen. bramen en brengt u reparatieverf aan op de randen en de delen ▪...
6 Installatie 5~12 HP 14~20 HP 6.8.7 Transmissiebedrading voltooien Omwikkel de transmissiebedrading na de installatie ervan in de unit, samen met de lokale koelmiddelleidingen met behulp van afwerkingstape, zoals hierna afgebeeld. Vloeistofleiding Gasleiding Afwerkingstape Hogedruk/lagedrukgasleiding Transmissiebedrading (F1/F2) Isolatie 6.8.8 Voeding routeren en bevestigen OPMERKING Houd de aardingskabels op minstens 25 mm van de stroomdraden van de compressor. Anders kunnen andere Bevestig op de aangegeven plastic beugels met behulp units die op dezelfde aarding zijn aangesloten slecht van lokaal voorzien bevestigingsmateriaal Bedrading tussen units (binnen en buitenunits) (F1/F2 werken.
6 Installatie 5~12 HP 6.8.9 Voeding aansluiten OPMERKING Sluit de voeding nooit aan op de klemmenstrook van de transmissiebedrading. Anders kan het hele systeem onklaar raken. VOORZICHTIG Bij het aansluiten van de voedingskabel moet de aarding vóór de stroomvoerende draden worden aangesloten. Bij 14~20 HP het ...
7 Configuratie Stand Beschrijving Configuratie Stand 2 Stand 2 wordt gebruikt voor het wijzigen van lokale instellingen van het systeem. U kunt de (lokale instellingen) actuele waarde van de lokale instelling Overzicht: Configuratie raadplegen en wijzigen. In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet In het algemeen kan na het veranderen van weten om het systeem na de installatie te configureren. lokale instellingen de normale werking worden hervat zonder speciale tussenkomst. Het bevat informatie over: Sommige lokale instellingen worden gebruikt ▪ Lokale instellingen uitvoeren voor speciale functies (bijv. 1malige werking, ▪ Energie besparen en optimale werking instelling aftappen/vacumeren, instelling handmatig koelmiddel bijvullen, enz.). In dat ▪ Met behulp van de lekdetectiefunctie geval moet de speciale functie worden INFORMATIE afgebroken alvorens de normale werking kan herbeginnen. Dit wordt aangegeven in de...
7 Configuratie Bedien de schakelaars en drukknoppen met een geïsoleerd stokje INFORMATIE (zoals bijvoorbeeld een balpen) om te voorkomen dat u onderdelen Wanneer u tijdens het instellen de draad kwijtraakt, druk onder stroom zou aanraken. dan op BS1. Het display keert terug naar de inactieve situatie (geen aanduiding op 7segmentendisplays: blanco, zie "7.2.4 Stand 1 of 2 activeren" op pagina 42). 7.2.5 Gebruik van stand 1 Breng het inspectiedeksel weer aan op het deksel van de elektronische componentenkast en sluit het inspectiedeksel van het Stand 1 wordt gebruikt voor het instellen van basisinstellingen en het voorpaneel wanneer u klaar bent. Het voorpaneel van de unit moet...
7 Configuratie [11] Geeft de status van de geluidsarme werking aan. Waarde van de ▪ Activeer stand 2 (druk meer dan 5 geselecteerde instelling in seconden op BS1) en selecteer de De geluidsarme werking beperkt het door de unit geproduceerde stand 2 veranderen gewenste instelling. Druk hiervoor op geluid in vergelijking met de nominale bedrijfsomstandigheden. BS2. [11] Beschrijving ▪ Druk 1 keer op BS3 om naar de Unit werkt momenteel niet in de geluidsarme waarde van de gewenste instelling te werking.
7 Configuratie [117] [118] [119] [29] Geeft aan: streeftemperatuur tijdens verwarmen. ▪ [117]: De recentste storingscode. [29] streefwaarde (°C) ▪ [118]: De op 1 na laatste storingscode. 0 (standaard) Auto ▪ [119]: De op 2 na laatste storingscode. Wanneer de recentste storingscodes per ongeluk op de gebruikersinterface van een binnenunit werden gereset, kunt u ze via deze controleinstellingen nog controleren. Zie "10.2 Problemen op basis van storingscodes oplossen" op pagina ...
Pagina 45
7 Configuratie [225] ▪ Zie "7.4 Met behulp van de lekdetectiefunctie" op pagina 49 voor advies over het invoeren van de hoeveelheid extra koelmiddel en Niveau geluidsarme werking via de externe besturingsadapter. de lekdetectiefunctie. Deze instelling bepaalt het niveau van de geluidsarme werking als [218] het systeem in de geluidsarme stand moet draaien wanneer een extern signaal naar de unit wordt gestuurd. Instelling hoge statische druk ventilator. Deze instelling werkt alleen wanneer de optionele externe Activeer deze instelling om de door de ventilator van de buitenunit besturingsadapter ...
Pagina 46
7 Configuratie [232] [281] Gedwongen, permanenten, stroomverbruikbegrenzing (geen externe Instelling koelcomfort. besturingsadapter vereist voor stroomverbruikbegrenzing). Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [28]. Deze instelling activeert en bepaalt het niveau van de [281] Instelling koelcomfort stroomverbruikbegrenzing die permanent wordt toegepast als het systeem altijd met stroomverbruikbegrenzing moet draaien. Zie de tabel voor de niveaus. 1 (standaard) Gematigd Snel [232] Referentie begrenzing Krachtig 0 (standaard) Functie niet actief.
7 Configuratie Wanneer uw systeem bijvoorbeeld in de verwarmstand staat, dan 7.2.9 PCconfigurator aansluiten op de moet bij een hoge buitentemperatuur (bijv. 15°C) minder worden buitenunit verwarmd dan bij een lage buitentemperatuur (bijv. –5°C). Volgens dit systeem begint het systeem automatisch koelmiddeltemperatuur te verlagen, de geleverde capaciteit te verlagen en de efficiëntie van het systeem te verhogen.
7 Configuratie Om dit te activeren in… Verander… De door de gebruiksmethode (zie hiervoor) bepaalde originele Koelen [281]=3. streefwaarde van de koelmiddeltemperatuur blijft behouden zonder Deze instelling wordt gebruikt in enige correctie, behalve voor beschermingsregeling. combinatie met instelling [28]. Om dit te activeren in… Verander… Verwarmen [282]=3. Koelen [281]=0. Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [29]. Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [28]. Snel Verwarmen [282]=0. Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan Deze instelling wordt gebruikt in ten ...
7 Configuratie Evolutie kamertemperatuur: Evolutie kamertemperatuur: Ingestelde temperatuur binnenunit Ingestelde temperatuur binnenunit Start werking Start werking Werkingsduur Werkingsduur Gematigd Gematigd Snel Snel Krachtig Krachtig 7.3.4 Voorbeeld: Automatische stand bij Met behulp van de verwarmen lekdetectiefunctie 7.4.1 Over de automatische lekdetectiefunctie 100% De (automatische) lekdetectiefunctie is niet standaard geactiveerd; zij kan alleen werken nadat de extra hoeveelheid koelmiddel in het systeem is ingevoerd (zie [214]).
8 Inbedrijfstelling Display Betekenis VOORZICHTIG Geen lek gedetecteerd Laat het systeem niet proefdraaien terwijl aan de binnenunits wordt gewerkt. Lek gedetecteerd Bij het proefdraaien zullen niet alleen de buitenunit, maar Informatiecodes: ook de aangesloten binnenunit werken. Tijdens het proefdraaien aan een binnenunit werken is gevaarlijk. Code Beschrijving De unit is niet klaar voor de lekdetectie (zie de VOORZICHTIG vereisten voor de lekdetectie). Steek geen vingers, stokken of andere voorwerpen in de Binnenunit is buiten temperatuurbereik voor luchtinlaat ...
8 Inbedrijfstelling ▪ Problemen met binnenunits kunnen niet voor elke unit afzonderlijk Zekeringen, stroomonderbrekers of beveiligingen worden gecontroleerd. Controleer de binnenunits één voor één Controleer of de zekeringen, de stroomonderbrekers of de met een normale regeling op de gebruikersinterface na het lokaal geïnstalleerde beveiligingen van het in het beëindigen van het proefdraaien. Zie de montagehandleiding van hoofdstuk "5.4.2 Vereisten voor beveiligingen" op pagina de binnenunit (bijv. Hydrobox) voor meer informatie over 21 ...
9 Onderhoud en service 5 Controleer het resultaat van het proefdraaien op het 7 Voorzorgsmaatregelen inzake segmentendisplay van de buitenunit. onderhoud Beëindiging Beschrijving GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE Normaal beëindigd Geen aanduiding op het 7segmentendisplay (stilstand). Abnormaal Aanduiding van storingscode op het 7 GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN beëindigd segmentendisplay. Zie "8.6 Correctie na abnormaal beëindigen van het proefdraaien" op pagina 52 voor OPMERKING: Risico van elektrostatische ontlading stappen om de storing op te lossen.Wanneer het proefdraaien is voltooid, kan de normale Vooraleer met onderhouds of servicewerkzaamheden te werking na 5 minuten worden begonnen. beginnen, raak een metalen onderdeel van de unit aan om statische elektriciteit af te voeren en de printplaat te beschermen.
10 Opsporen en verhelpen van storingen 9.3.1 Gebruik van de vacuümstand 10.2 Problemen op basis van storingscodes oplossen 1 Stel [221]=1 bij de stilstaande unit. Gevolg: Na bevestigen worden de expansiekleppen van de Wanneer er wel een storingscode op staat, voert u de in de tabel binnenunits en de buitenunit volledig geopend. Op het 7 met storingscodes beschreven stappen uit om de storing op te segmentendisplay ...
Pagina 54
10 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 Storing elektronische expansieklep Controleer aansluiting op printplaat of (bovenste warmtewisselaar) (Y1E) – actuator. hoofdprintplaat (X21A) Storing elektronische expansieklep Controleer aansluiting op printplaat of (onderste warmtewisselaar) (Y3E) – actuator. hoofdprintplaat (X23A) Storing elektronische expansieklep Controleer aansluiting op printplaat of (onderste onderkoeling actuator warmtewisselaar) (Y2E) – hoofdprintplaat (X22A) Storing elektronische expansieklep Controleer aansluiting op printplaat of (reservoir gas) (Y4E) – hoofdprintplaat actuator. (X25A) Storing elektronische expansieklep Controleer aansluiting op printplaat of (inverterkoeling) (Y5E) – subprintplaat actuator. (X8A) Storing elektronische expansieklep Controleer aansluiting op printplaat of (automatisch vullen) (Y6E) – actuator. subprintplaat (X10A) Perstemperatuur te hoog (R21T/R22T) ▪...
Pagina 55
10 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 Temperatuursensor ontijzer Controleer aansluiting op printplaat of warmtewisselaar (R11T) – actuator subprintplaat (X15A) Temperatuursensor bovenste Controleer aansluiting op printplaat of warmtewisselaar – gas (R8T) – actuator. hoofdprintplaat (X29A) Temperatuursensor onderste Controleer aansluiting op printplaat of warmtewisselaar – gas (R9T) – actuator. hoofdprintplaat (X29A) Temperatuursensor vloeistof hoofd Controleer aansluiting op printplaat of (R3T) – hoofdprintplaat (X30A) actuator. Temperatuursensor onderkoeling Controleer aansluiting op printplaat of warmtewisselaar – vloeistof (R7T) – actuator. hoofdprintplaat (X30A) Temperatuursensor bovenste Controleer aansluiting op printplaat of warmtewisselaar – vloeistof (R4T) – actuator. hoofdprintplaat (X30A) Temperatuursensor onderste Controleer aansluiting op printplaat of warmtewisselaar – vloeistof (R5T) – actuator.
Pagina 56
10 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 Storingscode: systeem nog niet Laat systeem proefdraaien. proefgedraaid (systeemwerking niet mogelijk) Storing opgetreden tijdens Laat het systeem opnieuw proefdraaien proefdraaien. , Proefdraaien afgebroken Laat het systeem opnieuw proefdraaien. , Proefdraaien afgebroken door Controleer de communicatiebedrading communicatieproblemen en laat het systeem opnieuw proefdraaien. Slechte bedrading naar Q1/Q2 of Controleer bedrading (Q1/Q2). binnenunit buitenunit Communicatiestoring binnenunit Controleer aansluiting gebruikersinterface. , Storingscode: slechte bedrading naar Controleer bedrading Q1/Q2. Q1/Q2 Te veel binnenunits aangesloten op Controleer aantal aangesloten F1/F2leiding binnenunits en totale capaciteit. Verkeerde combinatie in Controleer of storing zich voordoet bij systeem.Verkeerde combinatie types...
11 Als afval verwijderen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 — Vorstbeveiliging binnenunit Sluit onmiddellijk klep A.Druk op BS1 om te resetten.Probeer de procedure voor automatisch bijvullen opnieuw. — Automatisch bijvullen bijna voltooid Maak u klaar voor stoppen automatisch bijvullen. — Automatisch bijvullen voltooid Sluit stand automatisch bijvullen af. In verband met lekdetectiefunctie — Unit is niet klaar voor lekdetectie Zie de vereisten voor lekdetectie. — Binnenunit is buiten temperatuurbereik Probeer opnieuw wanneer voor lekdetectie omgevingsvoorwaarden zijn vervuld. — Buitenunit is buiten temperatuurbereik Probeer opnieuw wanneer voor lekdetectie omgevingsvoorwaarden zijn vervuld. — Te lage druk gemeten tijdens Herbegin de lekdetectie. lekdetectie — Binnenunit die niet compatibel is met Zie de vereisten voor lekdetectie.
12 Technische gegevens 12.3 Serviceruimte: Buitenunit Er moet voldoende ruimte rond de unit zijn voor servicewerkzaamheden en de minimale ruimte voor de luchtinlaat en uitblaas (raadpleeg de afbeelding hierna en kies één van de mogelijkheden). (mm) ABCD Zijden om de installatieplaats met obstakels Zijden om de installatieplaats met obstakels Aanzuigzijde ▪ Bij een installatieplaats met obstakels alleen aan de zijden A+B+C +D, heeft de hoogte van de muren aan zijden A+C geen invloed op de afmetingen van de serviceruimte. Zie de afbeelding hiervoor voor de invloed van de hoogte van de muren aan zijden B+D op de afmetingen van de serviceruimte.
12 Technische gegevens 12.5 Onderdelen: Elektrische componentenkast 5~12 HP 14~20 HP Hoofdprintplaat. Klemmenstrook X1M: hoofdklemmenstrook voor gemakkelijke aansluiting van lokale bedrading voor de voeding. Aansluitklem X1M op hoofdprintplaat: klemmenstrook voor transmissiebedrading. Bevestigingen voor kabelbinders: met de bevestigingen voor kabelbinders kan de lokale bedrading met kabelbinders aan de elektrische componentenkast worden bevestigd voor trekontlasting. INFORMATIE Zie het bedradingsschema van de units voor meer informatie. Het bedradingsschema bevindt zich op de binnenkant van de elektrische componentenkast. Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker REYQ8~20+REMQ5T7Y1B VRV IVsysteem airconditioner 4P3539971A – 2014.08...
12 Technische gegevens 12.6 Leidingschema: Buitenunit Leidingschema: 5~12 HP Vloeistof Servicepoort Hoge druk / lage druk Vulpoort 3D088100 page 1 REYQ8~20+REMQ5T7Y1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IVsysteem airconditioner 4P3539971A – 2014.08...
Pagina 64
12 Technische gegevens Leidingschema: 14~20 HP Vloeistof Servicepoort Hoge druk / lage druk 3D088099 page 1 Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker REYQ8~20+REMQ5T7Y1B VRV IVsysteem airconditioner 4P3539971A – 2014.08...
Pagina 65
12 Technische gegevens Vulpoort / Servicepoort Afsluiter Filter Terugslagklep Drukveiligheidsklep Thermistor Magneetklep Koelplaat (printplaat) Capillaire buis Expansieklep 4wegsklep Propellerventilator Hogedrukschakelaar Lagedruksensor Hogedruksensor Olieafscheider Accumulator Warmtewisselaar Compressor Warmtewisselaar met dubbele buis Verdeler Vloeistofreservoir REYQ8~20+REMQ5T7Y1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IVsysteem airconditioner 4P3539971A – 2014.08...
12 Technische gegevens 12.7 Bedradingsschema: Buitenunit Raadpleeg de sticker met het bedradingsschema op de unit. De INFORMATIE gebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis. Het bedradingsschema op de buitenunit geldt alleen voor de buitenunit. Voor de binnenunit of optionele elektrische componenten, zie het bedradingsschema van de binnenunit. 5+8 HP ( O PMERKI N G 6) (OPMERKING 3) (OPMERKING 3) (OPMERKING 3)
12 Technische gegevens 12.8 Technische specificaties: Buitenunit INFORMATIE Zie de technische data voor technische en elektrische details van multiunitcombinaties. Technische specificaties Specificatie 5 HP 8 HP 10 HP 12 HP 14 HP 16 HP 18 HP 20 HP Materiaal omkasting Gelakt gegalvaniseerd staal Afmetingen H×B×D 1685×930×765 mm 1685×1240×765 mm Gewicht Werkingsgebied ▪ Koelen (min./max.) –5/43°C ▪ Verwarmen (min./max.) 20/21°C Koelen ▪ Capaciteit 14,0 kW 22,4 kW 28,0 kW 33,5 kW...
Pagina 75
12 Technische gegevens Nominale koelcapaciteiten zijn gebaseerd op binnentemperatuur 27°C droge bol en 19°C natte bol, buitentemperatuur 35°C droge bol, equivalente koelmiddelleiding: 5 m, hoogteverschil: 0 m. Nominale verwarmingscapaciteiten zijn gebaseerd op binnentemperatuur 20°C droge bol, buitentemperatuur 7°C droge bol en 6°C natte bol, equivalente koelmiddelleiding: 5 m, hoogteverschil: 0 m. Het echte aantal units hangt af van het type binnenunit (VRV DX, Hydrobox, ...) en de beperking op de aansluitverhouding voor het systeem (50%≤CR≤130%). Nominaal bij 230 V. De geluidswaarden worden gemeten in een semianechoïsche ruimte. Het geluidsvermogensniveau is een absolute waarde geproduceerd door een geluid. Het geluidsdrukniveau is een relatieve waarde die afhangt van de afstand en de akoestische omgeving. Zie voor meer informatie de tekeningen van het geluidsniveau in het technical data book. Elektrische specificaties Specificatie 5 HP 8 HP 10 HP 12 HP 14 HP 16 HP 18 HP 20 HP Voeding ▪ Naam ▪ Fase ▪ Frequentie 50 Hz ▪ Spanning 380415 V Stroom ▪ Nominaal opgenomen ampèrage (RLA) 4,1 A 7,7 A 10,5 A 13,8 A 15,6 A 18,5 A 22 A...
12 Technische gegevens 12.9 Capaciteitentabel: Binnenunit De totale capaciteit van de binnenunits moet binnen het opgegeven bereik vallen. Aansluitverhouding (CR): 50%≤CR≤130%. HPklasse van 100% 130% buitenunit minimum CR nominale CR maximum CR 62,5 162,5 162,5 422,5 1040 1105 1170 1235 1000 1300 1050 1365 1100 1430 1150 1495 1200 1560 1250 1625 1300 1690 1350 1755 OPMERKING Wanneer u een totale capaciteit selecteert die groter is dan vermeld in de vorige tabel, dan zal de koel en verwarmcapaciteit kleiner zijn. Zie de technische data voor meer informatie.
13 Voor de gebruiker Voor de gebruiker Over het systeem INFORMATIE Dit apparaat is bedoeld voor gebruik door expert of opgeleide gebruikers in winkels, lichte industrie en op boerderijen, of voor commercieel gebruik door niet deskundigen. De binnenunit van het VRV IVwarmteterugwinningssysteem kan worden gebruikt voor toepassingen met verwarmen/koelen. Het type binnenunit dat kan worden gebruikt hangt af van de reeks van de buitenunits.
14 Gebruikersinterface Gebruikersinterface Bediening VOORZICHTIG 16.1 Werkingsgebied Raak de interne delen van de controller nooit aan. Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur en Verwijder het voorpaneel niet. Sommige onderdelen in het vochtgehaltewaarden om een veilige en efficiënte werking te toestel aanraken is gevaarlijk en kan problemen met het verzekeren. toestel veroorzaken. Neem contact op met uw dealer voor controle en afstelling van de interne delen. Koelen Verwarmen Deze gebruiksaanwijzing geeft een nietbeperkend overzicht van de Buitentemperatuur –5~43°C droge bol 20~20°C droge belangrijkste functies van het systeem.
16 Bediening 16.2.3 Over verwarmen 16.2.5 Gebruik van het systeem (MET keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de Het kan langer duren voor de ingestelde temperatuur wordt bereikt afstandsbediening) voor algemeen verwarmen dan voor koelen. Overzicht van de keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de De volgende stappen worden uitgevoerd om te voorkomen dat de afstandsbediening verwarmingscapaciteit afneemt of dat koude lucht wordt uitgeblazen. Ontdooien KEUZESCHAKELAAR ALLEEN VENTILEREN/AIRCONDITIONING Bij het verwarmen bevriest de luchtgekoelde warmtewisselaar van de ...
16 Bediening 16.3.2 Gebruik van het 16.4 Luchtstroomrichting instellen ontvochtigingsprogramma (ZONDER Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface. keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de afstandsbediening) 16.4.1 Over de luchtstroomklep Starten Dubbelstroomunits+multistroomunits 1 Druk enkele keren op de keuzeknop voor de werkingsstand op de gebruikersinterface en selecteer (ontvochtigen). Hoekunits 2 Druk op de AAN/UITknop van de gebruikersinterface. Gevolg: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te Units voor plafondmontage werken. 3 Druk op de instelknop voor de luchtstroomrichting (alleen voor Units voor wandmontage dubbelstroom, ...
17 Energie besparen en optimale werking 16.5 Mastergebruikersinterface Energie besparen en optimale instellen werking 16.5.1 Over mastergebruikersinterface instellen Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om voor een optimale werking van het systeem te zorgen. ▪ Stel de luchtuitlaat zo in dat de lucht niet rechtstreeks op de aanwezige personen wordt geblazen. ▪ Pas de kamertemperatuur aan zodat u een aangename omgeving creëert. Voorkom te sterk verwarmen of koelen. ▪ Houd bij het koelen rechtstreeks zonlicht uit de kamer met behulp van gordijnen of jaloezieën. ▪ Verlucht dikwijls. Zorg bij langdurig gebruik vooral voor verluchting.
18 Onderhoud en service VOORZICHTIG 17.1 Beschikbare hoofdgebruiksmethoden Steek geen vingers, stokken of andere voorwerpen in de luchtinlaat of uitlaat. Verwijder de ventilatorafscherming Basis niet. Wanneer de ventilator met hoge snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken. De koelmiddeltemperatuur wordt vastgelegd onafhankelijk van de situatie. Dit komt overeen met de bekende standaardwerking van VOORZICHTIG vorige VRVsystemen.
18 Onderhoud en service WAARSCHUWING 18.3 Over het koelmiddel ▪ Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer Dit product bevat fluorhoudende broeikasgassen die onder het de unit niet zelf aangezien een verkeerde demontage Kyotoprotocol vallen. Laat de gassen NIET vrij in de atmosfeer. of installatie een elektrische schok of brand kan Type koelmiddel: R410A veroorzaken. Neem contact op met uw dealer. Waarde van het globaal opwarmingspotentieel: 1975 ▪ Zorg dat er geen open vlammen zijn in het geval van een ...
19 Opsporen en verhelpen van storingen ▪ Er vaak schokken en trillingen zijn. Als het systeem niet goed werkt en geen van de bovenstaande storingen in aanmerking komt, volg dan de onderstaande ▪ De lucht stof, zout, schadelijke gassen of olienevel zoals procedures. zwavelzuur en waterstofsulfide bevat. Storing Maatregel ▪ Het toestel frequent wordt gestart en gestopt of lange tijd blijft draaien (sites met airconditioning rond de klok).
19 Opsporen en verhelpen van storingen Hierna vindt u een lijst met storingscodes als referentie. Afhankelijk Hoofdcode Inhoud van het niveau van de storingscode, kunt u op de AAN/UITknop Compressorblokkering (opstarten) drukken om de code terug te stellen. Vraag anders advies aan uw Transmissie buitenunit inverter: Probleem INV installateur. transmissie Hoofdcode Inhoud INV asymmetrische voedingsspanning Externe beveiliging geactiveerd I.v.m. automatisch vullen EEPROMstoring (binnenunit) Storing lamelthermistor Storing afvoersysteem (binnenunit) I.v.m. automatisch vullen Storing ventilatormotor (binnenunit) I.v.m. automatisch vullen Storing motor draaiklep (binnenunit)
20 Verplaatsen ▪ Er is een laag "sah", "chorochoro" geluid hoorbaar wanneer de 19.2.3 Symptoom: Ventileren is mogelijk, maar binnenunit stilstaat. Dit geluid is hoorbaar wanneer een andere koelen en verwarmen werken niet binnenunit werkt. Om te voorkomen dat er olie en koelmiddel in het systeem blijft, wordt een kleine hoeveelheid koelmiddel in de Onmiddellijk ...
Labels, handleidingen, informatiefiches, apparatuur en uitrustingen die met het product worden meegeleverd en die volgens de instructies in de meegeleverde documentatie geïnstalleerd moeten worden. Optionele apparatuur Door Daikin gemaakte of goedgekeurde apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden. Ter plaatse te voorzien Niet door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden. REYQ8~20+REMQ5T7Y1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IVsysteem airconditioner 4P3539971A – 2014.08...