Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lektest Uitvoeren; Vacuümdrogen; Koelmiddelleidingen Isoleren - Daikin VRV IV REYQ8T7Y1B Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur En De Gebruiker

Verberg thumbnails Zie ook voor VRV IV REYQ8T7Y1B:
Inhoudsopgave

Advertenties

6 Installatie
c
Weegschaal
d
Fles R410A­koelmiddel (hevelsysteem)
e
Vacuümpomp
f
Afsluiter vloeistofleiding
g
Afsluiter gasleiding
h
Afsluiter hogedruk­/lagedrukgasleiding
A
Klep A
B
Klep B
C
Klep C
D
Klep D
Klep
Klep A
Klep B
Klep C
Klep D
Afsluiter vloeistofleiding
Afsluiter gasleiding
Afsluiter hogedruk­/
lagedrukgasleiding
OPMERKING
De  aansluitingen  op  de  binnenunits  en  alle  binnenunits
moeten ook worden getest op lekken en op vacuüm. Houd
eventuele  (lokaal  voorziene)  kleppen  van  lokale  leidingen
ook open.
Zie  de  montagehandleiding  van  de  binnenunit  voor  meer
informatie.  Lektesten  en  vacuümdrogen  moeten  worden
uitgevoerd  voordat  de  voeding  van  de  unit  wordt
ingeschakeld.  Zie  anders  het  eerder  in  dit  hoofdstuk
beschreven stroomschema (zie "6.5.1 Over het controleren
van de koelmiddelleidingen" op pagina 27).
6.5.4
Lektest uitvoeren
De lektest moet in overeenstemming zijn met EN 378­2.
Op lekken controleren: Vacuümlektest
1 Vacumeer  het  systeem  aan  de  vloeistof­  en  gasleiding
gedurende meer dan 2 uur tot –100,7 kPa (–  1 ,007 bar/5 Torr).
2 Schakel  de  vacuümpomp  uit  zodra  de  waarde  is  bereikt  en
controleer of de druk minstens 1 minuut niet stijgt.
3 Als  de  druk  stijgt,  dan  bestaat  de  mogelijk  dat  in  het  systeem
vocht  aanwezig  is  (zie  vacuüm  drogen  onder)  of  dat  het
systeem een lekkage heeft.
Op lekken controleren: Druklektest
1 Breek  het  vacuüm  door  het  onder  druk  te  brengen  met
stikstofgas  tot  een  minimum  meterdruk  van  0,2  MPa  (2  bar).
Stel  de  meterdruk  nooit  in  op  een  waarde  die  groter  is  dan  de
maximum bedrijfsdruk van de unit, d.w.z. 4,0 MPa (40 bar).
2 Test  op  lekken  met  een  bellentestoplossing  op  alle
leidingverbindingen.
3 Verwijder alle stikstofgas.
OPMERKING
Gebruik  een  aanbevolen  bellentestoplossing  van  bij  uw
groothandelaar.  Gebruik  geen  zeepsop,  aangezien  dit  de
flaremoer  kan  doen  barsten  (zeepsop  kan  zout  bevatten,
en  dit  absorbeert  vocht,  dat  kan  bevriezen  wanneer  de
leiding 
koud 
wordt), 
flareverbindingen kan veroorzaken (zeepsop kan ammonia
bevatten,  wat  een  corrosief  effect  veroorzaakt  tussen  de
messing flaremoer en de koperen flare).
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
28
Stand van de klep
Open
Open
Open
Open
Gesloten
Gesloten
Gesloten
en/of 
corrosie 
van 
de
6.5.5
Vacuümdrogen
OPMERKING
De  aansluitingen  op  de  binnenunits  en  alle  binnenunits
moeten ook worden getest op lekken en op vacuüm. Laat
ook,  indien  aanwezig,  alle  (lokaal  voorzien)  kleppen  naar
de binnenunits open.
Lektesten  en  vacuümdrogen  moeten  worden  uitgevoerd
voordat  de  voeding  van  de  unit  wordt  ingeschakeld.  Zie
anders 
"6.5.1 
Over 
koelmiddelleidingen" op pagina 27 voor meer informatie.
Ga als volgt te werk om al het vocht uit het systeem te verwijderen:
1 Vacumeer  het  systeem  minstens  2  uur  tot  een  streefwaarde
van –100,7 kPa (–  1 ,007 bar/5 Torr).
2 Controleer  of  de  streefwaarde  van  het  vacuüm  minstens  1  uur
behouden blijft nadat de vacuümpomp is uitgeschakeld.
3 Als de streefwaarde niet binnen de 2 uur wordt bereikt of niet 1
uur  behouden  blijft,  bevat  het  systeem  mogelijk  te  veel  vocht.
Breek  in  dat  geval  het  vacuüm  met  stikstofgas  tot  een
meterdruk  van  0,05  MPa  (0,5  bar)  en  herhaal  stap  1  tot  3  tot
alle vocht verwijderd is.
4 Afhankelijk  van  of  u  meteen  koelmiddel  wil  vullen  via  de
koelmiddelvulpoort  of  eerst  een  deel  koelmiddel  vooraf  wil
vullen  via  de  vloeistofleiding,  opent  u  de  afsluiters  van  de
buitenunit  of  laat  u  ze  dicht.  Zie 
bijvullen" op pagina 29 voor meer informatie.
INFORMATIE
Na het openen van de afsluiter is het mogelijk dat de druk
in  de  koelmiddelleidingen  NIET  toeneemt.  De  reden
hiervan kan bijv. zijn dat de expansieklep in het circuit van
de  buitenunit  gesloten  is,  maar  dit  vormt  GEEN  enkel
probleem voor de goede werking van de unit.
6.6
Koelmiddelleidingen isoleren
Na  de  lektest  en  het  vacuümdrogen  moeten  de  leidingen  worden
geïsoleerd. Houd hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Isoleer de aansluitleidingen en koelmiddelaftaksets volledig.
▪ Isoleer altijd de vloeistof­ en de gasleidingen (voor alle units).
▪ Gebruik  hittebestendig  polyethyleenschuim  dat  bestand  is  tegen
een  temperatuur  van  70°C  voor  de  vloeistofleidingen  en
polyethyleenschuim  dat  bestand  is  tegen  een  temperatuur  van
120°C voor de gasleidingen.
▪ Verstevig  de  isolatie  op  de  koelmiddelleiding  naar  gelang  de
installatie­omgeving.
Omgevingstemperat
Vochtigheid
uur
≤30°C
75% tot 80% RV
>30°C
≥80% RV
Op de isolatie kan condens ontstaan.
▪ Als  condens  van  op  de  afsluiter  in  de  binnenunit  zou  kunnen
terechtkomen via openingen in de isolatie en leidingen doordat de
buitenunit  hoger  staat  dan  de  binnenunit,  dan  moet  dit  worden
voorkomen  door  de  aansluitingen  af  te  dichten.  Zie  de
onderstaande afbeelding.
het 
controleren 
van 
de
"6.7.2  Over  koelmiddel
Minimumdikte
15 mm
20 mm
REYQ8~20+REMQ5T7Y1B
VRV IV­systeem airconditioner
4P353997­1A – 2014.08

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave