7
Configuratie
7.1
Overzicht: Configuratie
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet
weten om het systeem na de installatie te configureren.
Het bevat informatie over:
▪ Lokale instellingen uitvoeren
▪ Energie besparen en optimale werking
▪ Met behulp van de lekdetectiefunctie
INFORMATIE
Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit
hoofdstuk achtereenvolgens leest en dat het systeem
gepast wordt geconfigureerd.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
7.2
Lokale instellingen uitvoeren
7.2.1
Over lokale instellingen
Om verder te gaan met de configuratie van het VRV IV
warmteterugwinningssysteem, is een input naar de printplaat van de
unit vereist. In dit hoofdstuk vindt u informatie over manuele inputs
door middel van de drukknoppen op de printplaat en de feedback op
de 7segmentendisplays.
De instellingen worden ingevoerd in de masterbuitenunit.
Naast het uitvoeren van lokale instellingen, kunnen ook de actuele
bedrijfsparameters van de unit worden bevestigd.
Drukknoppen
Special acties (automatisch koelmiddel vullen, proefdraaien, enz.) en
lokale instellingen uitvoeren (vraagwerking, geluidsarm, enz.)
gebeurt door middel van de drukknoppen.
Zie ook:
▪
"7.2.2 Componenten voor lokale instellingen" op pagina 41
▪
"7.2.3 Toegang tot de componenten voor lokale instellingen" op
pagina 41
PCconfigurator
Voor
een
VRV
IVwarmteterugwinningssysteem
verschillende lokale instellingen ook bij de inbedrijfstelling worden
ingesteld met behulp van een pcinterface (optie EKPCCAB vereist).
De installateur kan de configuratie (niet ter plaatse) op pc
voorbereiden en deze nadien naar het systeem uploaden.
Zie ook:
"7.2.9 PCconfigurator aansluiten op de buitenunit" op
pagina 47.
Stand 1 en 2
Stand
Stand 1
Stand 1 kan worden gebruikt voor het
controleren van de actuele situatie van de
(controle
buitenunit. U kunt tevens de inhoud van
instellingen)
sommige lokale instellingen controleren.
REYQ8~20+REMQ5T7Y1B
VRV IVsysteem airconditioner
4P3539971A – 2014.08
kunnen
Beschrijving
Stand
Stand 2
Stand 2 wordt gebruikt voor het wijzigen van
lokale instellingen van het systeem. U kunt de
(lokale instellingen)
actuele waarde van de lokale instelling
raadplegen en wijzigen.
In het algemeen kan na het veranderen van
lokale instellingen de normale werking worden
hervat zonder speciale tussenkomst.
Sommige lokale instellingen worden gebruikt
voor speciale functies (bijv. 1malige werking,
instelling aftappen/vacumeren, instelling
handmatig koelmiddel bijvullen, enz.). In dat
geval moet de speciale functie worden
afgebroken alvorens de normale werking kan
herbeginnen. Dit wordt aangegeven in de
volgende verklaringen.
Zie ook:
▪
"7.2.4 Stand 1 of 2 activeren" op pagina 42
▪
"7.2.5 Gebruik van stand 1" op pagina 42
▪
"7.2.6 Gebruik van stand 2" op pagina 42
▪
"7.2.7 Stand 1: Controle instellingen" op pagina 43
▪
"7.2.8 Stand 2: Lokale instellingen" op pagina 44
7.2.2
Componenten voor lokale instellingen
Plaats van de 7segmentendisplays, knoppen en DIPschakelaars:
a
b
DS1 DS2
BS1 BS2
BS3
X27A
BS1
MODE: Voor het veranderen van instelmodus
BS2
SET: Voor lokale instelling
BS3
RETURN: Voor lokale instelling
DS1, DS2
DIPschakelaars
a
display met 7 segmenten
b
Drukknoppen
7.2.3
Toegang tot de componenten voor lokale
instellingen
De drukknoppen op de printplaat en de 7segmentendisplay(s) zijn
toegankelijk zonder de volledige elektronische componentenkast te
openen.
Voor toegang tot de drukknoppen kunt u het voorste inspectiedeksel
op het voorpaneel verwijderen (zie afbeelding). U kunt nu het
inspectiedeksel van het voorpaneel van de elektronische
componentenkast openen (zie afbeelding). U ziet drie drukknoppen,
3 7segmentendisplays en DIPschakelaars.
a
b
c
a
Servicedeksel
b
Hoofdprintplaat met 3 7segmentendisplays en 3
drukknoppen
c
Servicedeksel elektronische componentenkast
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
7 Configuratie
Beschrijving
2x
41