Besturing - bedieningselementen
Speciale parameters (uitgebreide instellingen)
4.5.5
Antistick
4.6
Speciale parameters (uitgebreide instellingen)
De speciale parameters (P1 tot Pn) worden gebruikt voor de klantenspecifieke configuratie van apparaat-
functies. De gebruiker beschikt daarmee over een grote mate van flexibiliteit ter optimalisering van eigen
behoeften.
Deze instellingen worden niet direct op de apparaatbesturing uitgevoerd omdat het regelmatig instellen
van deze parameters over het algemeen niet wordt vereist. Het aantal selecteerbare speciale parameters
kan afhankelijk van de gebruikte apparaatbesturing voor het lassysteem verschillen (zie de desbetref-
fende standaard gebruikshandleiding). Indien gewenst kan men de speciale parameters terugzetten naar
de fabrieksinstellingen > zie hoofdstuk 4.6.7.
32
Antistick voorkomt het uitgloeien van de elektrode.
Mocht de elektrode ondanks Arcforce vastbranden, dan schakelt het
apparaat automatisch binnen ong. 1 sec. over op minimale stroom. Het
uitgloeien van de elektrode wordt voorkomen. Controleer de lasstro-
ominstelling en corrigeer de instelling voor de lasopdracht!
Afbeelding 4-23
099-0M37XM-EW505
11.01.2022