INHOUDSOPGAVE
8.3
8.4
8.5
8.6
8.7
8.8
8.9
9
INBEDRIJFSTELLING................................ 156
9.1
9.2
9.3
10 RIJ-INSTRUCTIES..................................... 161
10.1
10.2
10.3
10.4
10.5
6
Uitgangspositie koppelingshendel
instellen........................................ 144
Uitgangspositie van de remhendel
instellen........................................ 145
Trapper van rempedaal instellen ...... 146
Uitgangspositie versnellingshendel
controleren.................................... 147
Versnellingshendelvlak instellen ...... 148
Voetsteunen instellen
.................. 149
Helling van het gecombineerde
instrument instellen ....................... 153
Aanwijzingen voor eerste
inbedrijfstelling ............................. 156
Motor inrijden................................ 158
Voertuig beladen ............................ 158
Controle en onderhoud voor iedere
inbedrijfstelling ............................. 161
Voertuig starten ............................. 162
Launch‑Control (optioneel).............. 166
Beginnen met rijden....................... 166
Beginnen met rijden met
Launch‑Control (optioneel).............. 167
10.6
Quickshifter+ (optioneel) ................ 168
10.7
Schakelen, rijden ........................... 169
10.8
MSR (optioneel)............................. 175
10.9
Afremmen ..................................... 176
10.10 Stoppen, parkeren.......................... 179
10.11 Transporteren ................................ 181
10.12 Brandstof tanken ........................... 182
11 SERVICESCHEMA ..................................... 185
11.1
Extra informatie ............................. 185
11.2
Verplichte werkzaamheden.............. 185
11.3
Aanbevolen werkzaamheden............ 188
12 CHASSIS AFSTELLEN ............................... 190
12.1
Voorvork/schokdemper .................... 190
12.2
Veervoorspanning voorvork
instellen........................................ 190
12.3
Ingaande demping voorvork
instellen........................................ 191
12.4
Uitgaande demping voorvork
instellen........................................ 193
12.5
Vorkpoten ontluchten ..................... 194
12.6
Ingaande demping schokdemper ..... 195
12.7
Veervoorspanning schokdemper
instellen........................................ 196