6 BEDIENINGSELEMENTEN
6.17
46
Wegrijblokkering
S03841-10
Info
Zodra de motor is gestart, de contactsleutel weer veilig
opbergen.
Mogelijke toestanden
Contact uit, besturing geblokkeerd – In deze stand is het ont-
•
stekingscircuit onderbroken en de besturing geblokkeerd.
Contact uit, stuur ontgrendeld – In deze stand is het ontste-
•
kingscircuit onderbroken en de besturing ontgrendeld.
Contact aan, besturing ontgrendeld – In deze stand is het ont-
•
stekingscircuit gesloten en de besturing ontgrendeld.
De elektronische wegrijblokkering beveiligt het voertuig tegen
gebruik door onbevoegden.
Zodra het contact via de RACE-ON‑knop
geschakeld, is de wegrijblokkering geactiveerd en de motorelektro-
nica geblokkeerd.
Het RACE-ON‑controlelampje
geven.
Als de optionele alarminstallatie is geïnstalleerd, knippert het
1
RACE-ON-controlelampje
de alarminstallatie is ingeschakeld.
(
pag. 44) wordt uit-
1
kan door knipperen fouten aan-
als het contact is uitgeschakeld en