7 GECOMBINEERD INSTRUMENT
102
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Het controlesysteem voor de
bandenspanning vormt geen vervanging voor de con-
trole voordat u gaat rijden.
Om valse alarmen te vermijden, worden de banden-
spanningswaarde over meerdere minuten geëvalueerd.
–
Controleer de bandenspanning voor iedere rit.
–
Corrigeer de bandenspanning als de deze afwijkt
van de opgegeven waarde.
–
Stop ook bij correcte bandenspanningswaarden
meteen als het gedrag van het voertuig op een
drukverlies in de band wijst.
–
UP- of DOWN‑knop indrukken tot TIRE AIR PRESSURE is geselec-
teerd.
Voorgeschreven waarde
Bandenspanning solo
voor: bij koude band
achter: bij koude band
Door de RIGHT‑knop in te drukken, wordt het menu geo-
pend.
In het menu TIRE AIR PRESSURE wordt de bandenspanning van
voor- en achterband weergegeven.
2,5 bar
2,5 bar