30.1
Rode pictogrammen
Rode pictogrammen geven een storingstoestand aan, waarbij meteen moet worden ingegrepen.
Waarschuwingslampje oliedruk brandt rood – Oliedruk is te laag. Onmiddellijk veilig stoppen
en de motor afzetten.
30.2
Gele of oranje pictogrammen
Gele of oranje pictogrammen geven een storingstoestand aan, waarbij binnen korte tijd moet worden ingegrepen.
Actieve rijhulpen worden eveneens met gele of oranje pictogrammen aangegeven.
RACE-ON‑controlelampje brandt/knippert geel/rood – Status- of foutmelding bij het race-on-
systeem/bij de alarminstallatie.
Algemeen waarschuwingslampje brandt geel – Een aanwijzing/waarschuwing voor de veiligheid
is gedetecteerd. Dit wordt ook op het display weergegeven.
ABS-waarschuwingslampje brandt geel – Status- of foutmelding bij het ABS. Bij geactiveerde
ABS-modus Supermoto wordt SM op het display weergegeven.
TC-controlelampje brandt/knippert geel – De MTC (
teel of een Launch-Control start wordt uitgevoerd. Het TC-controlelampje brandt ook als er een
fout wordt herkend. Contact opnemen met geautoriseerde KTM-garage. Het TC-controlelampje
knippert als de motorfietstractiecontrole actief ingrijpt.
Controlelampje cruisecontrol brandt geel – De functie cruisecontrol is ingeschakeld, maar de
cruisecontrol is niet actief.
LIJST MET SYMBOLEN 30
pag. 291) is niet actief, regelt momen-
351