3-13. Aansluitvermogen
Benodigde gereedschappen:
5/16 in
!
Schakel de stroombron uit en
verwijder de voedingsstekker uit de
wandcontactdoos.
!
Er kan behoorlijk wat gelijkstroom-
spanning op de condensatoren ach-
terblijven nadat het apparaat is
uitgeschakeld. Controleer altijd de
spanning op de primaire condensa-
toren voordat u verder gaat. Zie
Hoofdstuk 5-3.
OM-203 034 Pagina 16
=GND/PE
!
Altijd de aardingscon-
ductor eerst aansluiten.
2
L1
L2
1
L3
Controleer de invoerspanning die op de
werkplek beschikbaar is.
Verwijder het linkerpaneel.
1
Invoer- en aardingsconductoren
Zie Sectie 3-12.
Breng klemringen van het juiste formaat aan
op de invoerconductoren voor de aansluiting
op de klemmen van het invoerfilter (zie af-
beelding).
Kaart invoerfilter
L1
L2
L3
ssb2.4* 1/94 − ST-801 523-B / ST-801 946
2
Lijnscheidingsmechanisme
Kies het type en het formaat van de
overbelastingsbeveiliging aan de hand van
Sectie 3-12.
Sluit
aardingsconnectoren
lijnscheidingsmechanisme
spanning meer op staat.
Breng het linkerpaneel weer aan.
de
invoer-
en
aan
op
een
waar
geen