Werking
2
1. Kantelstang
2. Trimstangen
1. Kantelstang
2. Trimstangen
4.
Gebruik de kantelsteunhendel om de mo-
tor in de opwaartse stand te vergrende-
len. Activeer de neerkantelschakelaar
eventjes om ervoor te zorgen dat de mo-
tor wordt ondersteund door de kantel-
steunhendel.
1. Kantelsteunhendel
47
1
ZMU06016
1. Kantelsteunhendel
5.
6.
1
7.
ZMU06017
Controleer of de kantelstang en de trim-
stangen geen sporen van roest of andere
gebreken vertonen.
Activeer de neerkantelschakelaar tot de
trimstangen zich helemaal hebben terug-
getrokken in de cilinders.
Bedien de omhoogtrimschakelaar tot de
kantelstang volledig uitgeschoven is.
Ontgrendel de kantelsteunhendel.
ZMU03452