Gebruik
Ventielposities
WAARSCHUWING
Incorrect gesloten ventielen
Onjuist gesloten ventielen kunnen de
gastoevoer nadelig beïnvloeden en zo
patiënten in gevaar brengen.
De gasverzorgingsinstallatie mag alleen door
servicepersoneel worden bediend.
WAARSCHUWING
Gesloten ventielen tijdens normaal bedrijf
De ventielen moeten open zijn tijdens normaal
bedrijf. Mogelijke uitzonderingen zijn bypass-
leidingen en delen van de
gasverzorgingsinstallatie die zijn afgesloten
of die momenteel in bedrijf zijn.
Ventielen mogen alleen gesloten worden voor
onderhoudsdoeleinden.
Tijdens normaal bedrijf
Tijdens normaal bedrijf zijn de ventielen zo
ingesteld dat de uitgang van de toevoerbronnen
rechtstreeks op het GCS is aangesloten.
Bij gebruik van persgasflessen als reservebron is
de flessengroep tijdens normaal bedrijf afgesloten
van het GCS.
Tijdens normaal bedrijf is een koudvergasser als
hoofdbron rechtstreeks aangesloten op de ingang
voor de 3de bron op het GCS.
Zie voor aanvullende informatie over de
ventielposities het hoofdstuk "Ventielposities voor
het loskoppelen of aansluiten van individuele
bronnen".
Tijdens noodbedrijf
Als bronnen niet meer toegankelijk zijn in een
noodsituatie (bijv. brand), moet de gastoevoer zijn
gegarandeerd via de bypass-leiding. Hiervoor
wordt gezorgd door de instelling van de ventielen.
40
– Als er gas wordt toegevoerd vanuit
3 flessengroepen en de hoofdbron op het GCS
niet meer toegankelijk is, moeten de ventielen
als volgt worden ingesteld, zie pagina 13:
– Ventiel 3 wordt gesloten, waardoor de
hoofdbron op het GCS is afgesloten.
– Ventiel 1 blijft gesloten. De reservebron blijft
afgesloten van de aansluiting op het GCS.
– In plaats daarvan wordt ventiel 2 geopend.
Gas wordt toegevoerd via de geïntegreerde
reduceereenheid.
– Als er gas wordt toegevoerd vanuit
3 flessengroepen en de reservebron niet meer
toegankelijk is, moeten de ventielen als volgt
worden ingesteld, zie pagina 13:
– Alle ventielen blijven in dezelfde positie als
tijdens normaal bedrijf. Gas wordt toegevoerd
vanuit de hoofdbronnen op het GCS.
– Als er gas wordt toegevoerd vanuit
3 flessengroepen en de hoofdbron op het GCS
leeg is, moeten de ventielen als volgt worden
ingesteld, zie pagina 13:
– Ventiel 1 wordt geopend. De reservebron
wordt rechtstreeks aangesloten op de
ingang voor de 3de bron op het GCS.
– Als er gas wordt toegevoerd vanuit een
koudvergasser en 2 flessengroepen en de
koudvergasser niet meer toegankelijk is als
hoofdbron, moeten de ventielen als volgt
worden ingesteld, zie pagina 14:
– Ventiel 1 wordt gesloten. Gas wordt
toegevoerd vanuit de twee flessengroepen
op het GCS.
– Als er gas wordt toegevoerd vanuit een koud-
vergasser en 2 flessengroepen en de reserve-
bron niet meer toegankelijk is, moeten de ven-
tielen als volgt worden ingesteld, zie pagina 14:
– Ventiel 3 wordt gesloten. Hierdoor wordt de
reservebron afgesloten.
– De koudvergasser wordt aangesloten via de
geïntegreerde reduceereenheid, zie pagina 15.
– Ventiel 1 wordt gesloten.
– Ventiel 2 wordt geopend.
Gebruiksaanwijzing Gas Control Station