Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruik
GCS en flessengroepsysteem
WAARSCHUWING
Risico op lichamelijk letsel bij de patiënt
Onjuist gesloten kogelkranen kunnen de
gastoevoer door het systeem verhinderen en
zo patiënten in gevaar brengen.
De kogelkranen van het GCS moeten zijn
ingesteld zoals beschreven in het hoofdstuk
"Gasverzorgingsinstallatie met
verzorgingsbronnen in aparte technische
ruimten".
De aansluitingen van de afzonderlijke gasflessen
van de flessengroepen zijn uitgerust met een
terugslagventiel dat voorkomt dat de flessengroep
helemaal leegloopt als een gasflesaansluiting lekt.
Als gevolg van het gebruik van de
terugslagventielen wordt alleen de druk van de
gasfles met de hoogste druk voor een flessengroep
weergegeven op de regeleenheid van de GCS
Control of op de contactdrukmanometer voor de
brondruk van de GCS Basic. Individuele lege
gasflessen worden eventueel niet opgemerkt.
Daarom dient met name de vulstand van de
afzonderlijke flessen van de reservegroepen
regelmatig gecontroleerd te worden.
Zo nodig kunnen de individuele flesaansluitingen
van de flessengroep worden voorzien van een
flessendrukdisplay om continue bewaking mogelijk
te maken (zie het hoofdstuk "Opties"
op pagina 26).
Het GCS kan in meerdere configuraties in bedrijf
genomen worden:
– Bedrijf met twee flessengroepen en
koudvergasser (zie "Bedrijf met koudvergasser"
op pagina 39).
– Bedrijf met drie flessengroepen (zie "Bedrijf met
reduceereenheid RE" op pagina 38).
– Bedrijf met twee flessengroepen (bedrijf met 2
bronnen is niet toegestaan bij een installatie
volgens ISO 7396-1)
36
Het omschakelventiel van het GCS regelt de
omschakeling tussen de beide
hoofdflessengroepen.
De drukreduceerventielen van de 2de trap zorgen
ervoor dat de middendruk naar de gewenste
bedrijfsdruk wordt gereduceerd.
De kogelkranen zijn alleen nodig voor het
vervangen resp. repareren van de
drukreduceerventielen wanneer de installatie in
bedrijf is en worden daarom tijdens normaal bedrijf
niet gebruikt.
Advies betreffende de
reserveflessengroepen
Om altijd over de volledige reserve te beschikken,
adviseert Dräger de reserveflessengroep
regelmatig, bijvoorbeeld eens per 3 maanden, voor
de gastoevoer te gebruiken. Vervang de
reserveflessengroep vervolgens door gevulde
gasflessen.
Hierdoor wordt ook de juiste werking van het
omschakelventiel gecontroleerd.
Vervangen van flessen
WAARSCHUWING
Levensgevaar door exploderende gasflessen
Omvallende gasflessen kunnen barsten en
ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Gasflessen nooit los laten staan. De
gasflessen met een steekwagen of in schuine
stand rollend over de onderzijde in positie
brengen.
Risico op beschadiging van het schroefdraad van
de flessenventielen door het gebruik van
gereedschap. Gevaar voor de gebruiker door
ongecontroleerd uitstromend gas in het geval van
onjuiste flesaansluitingen.
Gebruiksaanwijzing Gas Control Station
Advertenties
Inhoudsopgave
