De reserveflessengroep wordt via een bij het
systeem passende reduceereenheid RE op de
aansluiting voor de 3de bron van het GCS
aangesloten.
Tijdens normaal bedrijf is het ventiel open.
Bij uitval of onderbreking van de hoofdgastoevoer:
zie "Ventielposities voor het loskoppelen of
aansluiten van individuele bronnen".
Bedrijf met koudvergasser
De koudvergasser wordt via een koudvergasser-
aansluitset op de aansluiting voor de 3de bron van
het GCS aangesloten.
De hoofdtoevoer van het systeem gebeurt via de
koudvergasser. Raakt de koudvergasser leeg of
valt deze uit, dan nemen de reserveflessengroepen
de gastoevoer automatisch over.
De koudvergasser behoort niet tot de
leveringsomvang van het GCS. Op mogelijke
risico's m.b.t. de koudvergasser en bijbehorende
preventieve maatregelen wordt derhalve niet in
deze gebruiksaanwijzing ingegaan. Neem de
gebruiksaanwijzing van de koudvergasser in acht.
De koudvergasser vullen
1 Zorg er vóór het vullen van de koudvergasser
voor, dat er voldoende gas in de flessengroep
aanwezig is.
2 De toevoerleiding van de koudvergasser naar
het GCS sluiten.
3 Start het vullen.
De gastoevoer naar de GCS wordt tijdens het
vullen van de koudvergasser verzorgd door de
linker of rechter flessengroepzijde.
4 Is de vulprocedure afgerond en is de druk in de
koudvergasser weer lager dan 17 bar, kan de
toevoerleiding van de koudvergasser naar het
GCS geopend worden.
De gastoevoer van het GCS vindt nu plaats via
de koudvergasser.
Gebruiksaanwijzing Gas Control Station
Bijzonderheden tijdens het gebruik
Tijdens bedrijf en vulprocedure zijn de
toevoerleidingen naar het GCS geopend.
KV
– Bij toepassing van het koudvergasser-
reduceerventiel kan de koudvergasser met een
druk van meer dan 17 bar worden gebruikt.
GCS 1201 Control
– Bij de GCS 1201 Control variant kan de
koudvergasser ook voor de directe gas-
voorziening van een ringleidingsysteem worden
gebruikt.
– De beide drukreduceerventielen van de GCS
1201 Control worden door de druk in het
ringleidingsysteem gesloten gehouden en
houden zo de flessengroepen in de
reservestand.
– Als de koudvergasser leeg is, nemen de
flessengroepen de toevoer automatisch over.
Gebruik
39