3-17. Driefasen ingangsvermogen aansluiten (vervolg)
!
De installatie moet voldoen aan alle
nationale en lokale regels en voor-
schriften − alleen daartoe bevoegde
personen mogen deze installatie uit-
voeren.
!
Ontkoppel en blokkeer de stroom-
voorziening voordat u de ingaande
geleiders vanaf het systeem aan-
sluit.Volg de gangbare procedures
voor wat betreft de installatie en het
verwijderen
van
schakelapparaten.
!
Maak eerst de ingaande stroomver-
bindingen naar de lasstroombron.
!
Sluit altijd eerst de groene of
groengele stroomgeleider aan op een
voedingsmassaklem en nooit op een
lijnklem.
Kijk op het label op het apparaat voor de
stroomvereisten en controleer de invoer-
spanning die op de werkplek beschikbaar is.
1
Ingaande stroomgeleiders (snoer aan
te leveren door klant)
De sectie en lengte van de invoerkabel
bepalen d.m.v. hoofdstuke 3-15. De conduc-
toren moeten voldoen aan de nationale en
OM-223 Pagina 22
locale elektrische richtlijnen. Zonodig ring-
klemmen gebruiken van de juiste stroomca-
paciteit en met een gat met de juiste diameter.
Ingaande stroomaansluitingen van las-
stroombron
2
Spanningsontlasting
De kabel door de spanningsontlasting leiden
en de schroef aandraaien.
3
Aardeaansluiting van de machine
4
Groene of groengele aardegeleider
vergrendel/uit-
5
Aardstroomdetector (optioneel)
Sluit eerst de groene of groengele aardege-
leider aan op de aardingsklem van de las-
stroombron. Als het systeem is voorzien van
de optionele aardstroomdetector, leid dan de
aardegeleider eerst tweemaal door de aard-
stroomdetector en sluit hem dan aan op de
aardingsklem.
6
Lijnklemmen voor de lasstroombron
7
Ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en
L3 (W)
Sluit de ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en
L3 (W) aan op de lijnklemmen voor de las-
stroombron.
Sluit de toegangsdeur van de lasstroombron
en vergrendel hem.
Ontkoppel de aansluitpunten voor de in-
gaande stroom op het apparaat
8
Ontkoppel het apparaat (de schakelaar
staat afgebeeld in de OFF−stand)
9
Lijnscheidingsmechanisme met
aardeaansluiting (zelf aanschaffen)
10 Ontkoppel de lijnklemmen van het
apparaat
Sluit eerst de groene of groengele aard-
stroomgeleider aan op de ontkoppelde aar-
dingsklem van het apparaat.
Sluit de ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en
L3 (W) aan op de ontkoppelde lijnklemmen
van het apparaat.
11 Overbelastingsbeveiliging
Bepaal het type en de maat van de overbe-
lastingsbeveiliging aan de hand van sectie
3-15 (afgebeeld: gezekerde ontkoppelings-
schakelaar).
Sluit de toegangsdeur van het lijnscheidings-
mechanisme en vergrendel hem. Verwijder
de blokkering en zet de schakelaar in de ON−
stand. Volg de vastgelegde vergrendelings-
procedures om de eenheid in gebruik te
nemen.
Ref − input3 2012−05