3-15. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
Het niet opvolgen van deze elektrische service adviezen, kan leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn voor
een bepaald gedeelte van het circuit dat zorgt voor het nominale uitgangsvermogen en inschakelduur van de lasstroombron.
In bepaalde installatie circuits, staat de National Electrical Code (NEC) toe om lagere waardes voor stekkerdozen en geleiders te
gebruiken dan de waarde van de circuitbeveiliging. Alle onderdelen van het circuit moeten op elkaar zijn afgestemd. Zie NEC artikel
210.21, 630.11, en 630.12.
60 Hz modellen
Ingaande spanning (V)
Ingaande stroomsterkte bij de nominale
uitgangsspanning (A)
Max. aanbevolen standaard zekering of
grenswaarde van onderbreker in
1
ampères
Min. formaat invoerconductor in mm
Max. aanbevolen lengte invoerconduc-
tor in meters
Min. formaat aardingsconductor in
2
4
mm
,
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2011 (bevat ook artikel 630)
1 Als er een zekeringautomaat wordt gebruikt in plaats van een smeltveiligheid, kies dan een automaat die qua snelheid en stroom overeen komt met
de aanbevolen zekering.
2 De trage zekering zijn van klasse UL "RK5". Zie UL 248.
3 De normale zekeringen zijn van klasse UL "K5" (tot 60A), en UL "H" (65A en meer).
4 De geleidergegevens in dit gedeelte hebben betrekking op het geleiderformaat (met uitzondering van het buigbare snoer of de buigbare kabel) tus-
sen de paneelkaart en de apparatuur conform NEC−tabel 310.15(B)(16). Als er een buigbare snoer of kabel wordt gebruikt, moeten de minimum
afmetingen van de geleider mogelijk groter zijn. Zie NEC−tabel 400.5(A) voor de vereisten voor een buigbare snoer of kabel.
Het niet opvolgen van deze elektrische service adviezen, kan leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn voor
een bepaald gedeelte van het circuit dat zorgt voor het nominale uitgangsvermogen en inschakelduur van de lasstroombron.
In bepaalde installatie circuits, staat de National Electrical Code (NEC) toe om lagere waardes voor stekkerdozen en geleiders te
gebruiken dan de waarde van de circuitbeveiliging. Alle onderdelen van het circuit moeten op elkaar zijn afgestemd. Zie NEC artikel
210.21, 630.11, en 630.12.
50 Hz modellen
Ingaande spanning (V)
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangs-
spanning (A)
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde
van onderbreker in ampères
Min. formaat invoerconductor in mm
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in
meters
Min. formaat aardingsconductor in mm
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2011 (bevat ook artikel 630)
1 Als er een zekeringautomaat wordt gebruikt in plaats van een smeltveiligheid, kies dan een automaat die qua snelheid en stroom overeen komt met
de aanbevolen zekering.
2 De trage zekering zijn van klasse UL "RK5". Zie UL 248.
3 De normale zekeringen zijn van klasse UL "K5" (tot 60A), en UL "H" (65A en meer).
4 De geleidergegevens in dit gedeelte hebben betrekking op het geleiderformaat (met uitzondering van het buigbare snoer of de buigbare kabel) tus-
sen de paneelkaart en de apparatuur conform NEC−tabel 310.15(B)(16). Als er een buigbare snoer of kabel wordt gebruikt, moeten de minimum
afmetingen van de geleider mogelijk groter zijn. Zie NEC−tabel 400.5(A) voor de vereisten voor een buigbare snoer of kabel.
300 Amp Modellen
200
230
48
42
2
Traag
60
50
3
Normaal
70
60
2
4
,
10
10
34
45
10
300 Amp Modellen
380
27
1
2
Traag
30
3
Normaal
40
2
4
,
82
2
4
,
450 Amp Modellen
460
575
200
21
17
72
25
20
90
30
25
110
6
4
25
120
114
50
6
6
4
16
450 Amp Modellen
400
440
380
25
23
39
30
25
45
35
35
60
6
6
6
10
90
109
76
6
6
6
6
650 Amp Modellen
230
460
575
230
63
32
25
96
70
40
30
110
90
45
40
150
16
10
6
27,3
43
112
115
51
10
6
6
16
650 Amp Modellen
400
440
380
37
33
58
45
40
70
50
50
90
10
10
16
84
102
74
6
6
10
OM-223 Pagina 19
460
575
48
38
60
45
70
60
10
10
270
109
10
6
400
440
54
50
60
60
80
80
16
16
82
99
10
10