4.2
Rijmodus
Taak
-
Snel/langzaam-schakelaar eventueel
op "haas" zetten.
-
Rijsnelheidknop op nul zetten.
-
Rijhendel op maximum zetten.
Bij uitzwenking van de rijhendel heeft
f
de machine al een geringe voortstuwing!
-
Gewenste rijsnelheid instellen m.b.v.
de rijsnelheidknop.
-
Machine stopzetten: rijhendel op de mid-
delste stand zetten en de rijsnelheidknop
op nul zetten.
Bij noodsituaties de noodstopknop indrukken!
f
Toetsen
C 11.18 13