3.2
Op de dieplader rijden
Ervoor zorgen dat er zich geen personen in de gevarenzone bevinden bij het laden.
f
OPMERKING
- Op de werksnelheid (schildpad) en met een laag motortoerental op de dieplader rijden.
C 11.18 6
Voorzichtig! Mogelijke botsing van onderdelen
- Bij het rijden op hellingen de rijspoorruimer op de boven-
ste positie vastzetten.