1. Motor van de messenkooi
2. Sleufas
7.
Monteer een grasvanger op de haken aan de
ophangarm.
8.
Herhaal deze procedure bij de andere
maaidekken.
De maaidekken verwijderen
1.
Parkeer de machine op een schoon, horizontaal
oppervlak, laat de maai-eenheden tot op de
grond neer tot de ophanghydrauliek volledig is
uitgetrokken. Stel de parkeerrem in werking, zet
de motor af en verwijder het sleuteltje.
2.
Duw de motorbevestigingsstang uit de sleuven
op de motor in de richting van de maai-eenheid
en verwijder de motor uit de maai-eenheid.
Figuur 49
3. Holte
4. Motorbevestigingsstang
1. Messenkooimotor
3.
Zet de motor in de opbergruimte op de voorkant
van de ophangarm
g014690
Opmerking:
maaihoogte instelt of onderhoudswerkzaam-
heden aan een maaidek verricht, moet u de
motoren van de messenkooien van het maaidek
in de opbergruimte op de voorkant van de
ophangarmen plaatsen om beschadiging te
voorkomen.
Belangrijk:
omhoog in de transportstand als de
messenkooimotoren zich in de houders in
het frame van de machine bevinden. Dit
kan schade aan de motoren of slangen tot
gevolg hebben. Als u de tractie-eenheid
moet verplaatsen terwijl de maai-eenheden
niet gemonteerd zijn, bevestig deze dan met
kabelklembanden aan de ophangarmen.
4.
Open de vergrendelingen op de stang van de
ophangarm van de maai-eenheid dat u wilt
verwijderen
5.
Maak de vergrendelingen van de stang van de
maai-eenheid los.
48
Figuur 50
2. Motorbevestigingsstang
(Figuur
51).
Figuur 51
Als u de maaimessen slijpt, de
Breng de ophanging niet
(Figuur
47).
g014605
g014608