reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan
verricht.
•
Verwijder gras en vuil van de maai-eenheden en
de aandrijvingen, om brand te voorkomen. Veeg
gemorste olie en brandstof op.
•
Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten
als u de machine stalt of sleept.
•
Schakel de aandrijving van het werktuig uit als u
de machine sleept of niet gebruikt.
•
Laat de machine afkoelen voordat u de machine
binnen stalt.
•
Onderhoud en reinig de veiligheidsgordel(s) indien
nodig.
•
Sla de machine en de brandstofhouder niet op
op plaatsen waar open vlammen, vonken of
waakvlammen (b.v. van een boiler of andere
toestellen) aanwezig kunnen zijn.
Veiligheid tijdens het slepen
•
Sleep uitsluitend met een machine die is voorzien
van een trekhaak. Bevestig materiaal dat wordt
gesleept, uitsluitend aan het sleeppunt.
•
Volg de aanwijzing van de fabrikant op
met betrekking tot de gewichtslimiet voor
sleepwerktuigen en slepen op hellingen. Op een
helling kan het gewicht van een gesleept werktuig
ertoe leiden dat de wielen hun grip verliezen en de
bestuurder de controle over de machine verliest.
•
Laat kinderen of andere personen nooit
plaatsnemen in of op gesleepte werktuigen.
•
Rij langzaam en zorg voor voldoende afstand om
te stoppen wanneer u de machine sleept.
Inspecteren en reinigen na
het maaien
Reinig de machine na het maaien grondig met een
tuinslang zonder spuitmond zodat bij een te hoge
waterdruk de afdichtingen en lagers niet worden
beschadigd of verontreinigd raken. Was een hete
motor of elektrische aansluitingen niet met water.
Belangrijk:
Gebruik geen brak of teruggewonnen
water om de machine schoon te maken.
Belangrijk:
Gebruik nooit een hogedrukreiniger
om de machine schoon te maken.
Hogedrukreinigers kunnen het elektrische
systeem beschadigen, belangrijke stickers
losweken en noodzakelijk vet op wrijvingspunten
wegspoelen. Gebruik niet te veel water in de buurt
van het bedieningspaneel, de motor en de accu.
Belangrijk:
Reinig de machine niet terwijl de
motor loopt. De machine reinigen terwijl de motor
loopt kan interne motorschade veroorzaken.
Doe het volgende nadat u de machine hebt gereinigd:
•
Controleer de machine op eventuele lekken in het
hydraulische systeem, beschadiging of slijtage
van de hydraulische en mechanische onderdelen.
•
Controleer of de maai-eenheden scherp genoeg
zijn.
•
Smeer de remas met SAE 30 olie of een
sproeismeermiddel om corrosie te voorkomen en
ervoor te zorgen dat de machine tot tevredenheid
blijft werken als u deze de volgende keer gebruikt.
De machine transporteren
•
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
•
Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij
het laden van de machine op een aanhanger of
vrachtwagen.
•
Zet de machine goed vast met spanbanden,
kettingen, kabels of touwen. Zowel de voorste als
de achterste spanband moet naar beneden en
naar de buitenkant van de machine lopen
26).
1. Bindoog (elke kant)
De machine slepen
In een noodgeval kunt u de machine slepen over een
afstand van 0,4 km.
Belangrijk:
U mag de machine niet sneller dan
met 3 tot 5 km per uur slepen om te vermijden
dat u het aandrijfsysteem beschadigt. Als u de
machine meer dan 0,4 km moet verplaatsen, moet
u deze vervoeren op een vrachtwagen of een
aanhanger.
29
Figuur 26
2. Achterste bindoog
(Figuur
g270390