Figuur 14
1. Tractiepedaal – vooruit
2. Tractiepedaal – achteruit
Figuur 15
De rijsnelheden zijn als volgt:
•
Maaisnelheid vooruit: 3,2 tot 8 km/u
•
Maximale transportsnelheid: 16 km/u
•
Snelheid achteruit: 4 km/u
Ontstekingsschakelaar
Steek het sleuteltje in het contact
het naar rechts op S
TART
het sleuteltje direct los als de motor start; het sleuteltje
komt automatisch op A
naar S
om de motor af te zetten.
TOP
3. Vergrendelingspedaal van
stuurarm
(Figuur
16) en draai
om de motor te starten. Laat
. Draai het sleuteltje linksom
AN
Vergrendelingspedaal van
stuurarm
Druk het pedaal in
omhoog of omlaag tot een comfortabele positie en
laat het pedaal los om de arm te vergrendelen.
Gashendel
Gebruik de gashendel
motortoerental te regelen. Als u de gashendel in de
S
-stand zet zal de motorsnelheid toenemen; als
NEL
u de gashendel in de L
motorsnelheid afnemen.
Belangrijk:
U kunt de motor niet stoppen met de
g014603
gashendel.
1. Chokehendel
g005105
2. Maai-/hefhendel
3. Schakelhendel
4. Lampje motoroliedruk
Bedieningshendel van hefin-
richting (voor omhoog/omlaag
brengen van maaidekken)
Als u de hendel
voren beweegt, laat u de maai-eenheden neer en
start u de messenkooien. Om de messenkooien tot
stilstand te brengen en de maaidekken omhoog te
brengen, moet u de hendel naar achteren trekken.
Om de messenkooien tot stilstand te brengen zonder
de maai-eenheden omhoog te brengen moet u
de hendel eventjes naar achteren trekken en dan
loslaten. U stelt de messenkooien in werking door de
hendel naar voren te bewegen.
18
(Figuur
14) en breng de stuurarm
(Figuur
16) om het
-stand zet zal de
ANGZAAM
Figuur 16
5. Indicatielampje voor
onderhoud
6. Lampje lekindicator
7. Gashendel
8. Contactschakelaar
(Figuur
16) tijdens het maaien naar
g307324