11 - BELANGRIJKE SYSTEEMONDERDELEN EN BEDRIJFSGEGEVENS
LX 0808 naar 1008
1.1
2.3
2.1
1.2
1.3
2.2
LX 1108 en 1358 - LX HE 1528
2.3
1.1
1.2
2.1
1.3
1.4
1.5
2.2
LX HE1528 met optie 50 - LX XE 1528
1.1
1.2
1.3
2.2
1.6
1.4
1.5
LX 1858
1.1
1.2
2.3
1.3
1.4
1.5
1.6
LX 2008
1.1
1.2
1.3
2.3
1.4
1.5
1.6
2.6
LX 2158 & 2308 - LX HE2528
1.1
1.2
2.5
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
LX 2628
1.1
1.2
1.3
2.7
1.4
1.5
1.6
1.7
LX HE2528 met optie 50 - LX XE2528
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
1.8
**
OPMERKING: De bovenstaande waarden corresponderen niet met de
ventilatoraanduiding.
ventilator. De ventilatoraanduiding en positie zijn
aangegeven op de tekeningen en de elektrische schema's van de unit die bij de
unit zijn gevoegd.
*
Deze ventilatoren worden ook gebruikt om het aantal ventilatietrappen te
verminderen tijdens omschakelen of dubbele werkfasen: Zij kunnen stoppen
en dan opnieuw starten naar gelang de gevraagde fase.
LX - Ventilatoropstelling
2.1
2.3
2.1
2.2
2.5
2.4
2.2
2.1
2.5
2.4
2.2
2.1
2.4
2.3
2.3
2.2
2.1
2.6
2.5
2.4
2.2
2.1
2.3
2.6
***
2.5
2.4
LX 3028
1.1
1.2
1.4
1.3
1.6
1.7
1.8
1.8
LX 3428
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
1.8
LX 3828
1.1
1.2
1.4
1.3
1.5
1.6
1.7
1.8
LX 4008 en 4408
1.1
1.2
1.3
1.4
1.6*
1.7
1.7
1.8
LX 4608
1.1
1.2
1.3
1.4
1.6
1.7
1.7
1.8
x = Circuitnummer
y = Opstartvolgorde
NL-51
2.3
2.2
2.1
2.4
2.8
2.7
2.6
2.5
2.5
2.5
2.4*
2.3
2.8
2.7
2.7
2.5
2.5
2.4*
2.3
2.8
2.8
2.7
2.7
1.5*
2.5*
2.4
2.3
1.8
2.8
2.8
2.7
1.5
1.5
2.5
2.4
2.3
1.8
2.8
2.8
2.7
2.7
POWERCIAT LX HE/XE
2.2
2.1
2.6
2.6
2.2
2.1
2.6
2.6
2.2
2.1
2.7
2.6*
2.2
2.1
2.6
2.6