Afb. 178
8.10.2
Inspuitkleppen controleren
10.
Koelvloeistofstand controleren aan de radiatoroverloop.
ð De koelvloeistofstand moet tussen de "MIN"- en "MAX"-
markering liggen.
11.
Indien nodig koelvloeistof tot de "MAX" markering bijvullen.
12.
Afsluitdeksel weer erop schroeven.
13.
Motor starten en op bedrijfstemperatuur brengen.
14.
Motor laten afkoelen en koelvloeistofstand opnieuw contro-
leren, evt. bijvullen aan de radiatoroverloop.
B-720-0120
15.
Koelvloeistof milieuvriendelijk verwerken.
Deze werkzaamheid mag alleen worden uitgevoerd door
bevoegd servicepersoneel.
D.ONE
Onderhoud – Om de 1000 bedrijfsuren
143