Hendel voor het aanpassen van de druk van
5
de papierinvoer
Gebruiken voor het aanpassen van de druk van de
papierinvoer voor het papiertype in de standaardlade.
Hendel van de papierdoorvoer
6
Gebruiken voor het verschuiven of vastzetten van de
papierdoorvoer van de standaardlade. De standaardlade is aan
beide kanten op twee plaatsen voorzien van hendels.
Hoofdschakelaar
7
Gebruiken om de spanning AAN en UIT te schakelen. De
spanning staat meestal AAN.
Aansluitingen
8
Gebruiken om het netsnoer aan te sluiten. De bovenste aansluiting is
voor een scanner en de onderste aansluiting is voor de hoofdeenheid.
Verlaagknop standaardlade
9
Gebruiken om de standaardlade omhoog of omlaag te halen
wanneer u papier vervangt of toevoegt.
Papierdoorvoer standaardlade
0
Gebruiken om te voorkomen dat papier in de standaardlade scheef trekt.
Papierlade
a
Stel hier het papier in dat wordt gebruikt voor het afdrukken.
Speciaal papier zoals dik papier kan niet worden ingesteld.
Voor meer informatie, zie "Papier en originelen" (p.17).
USB-poort
b
Gebruiken om een USB-flashstation aan te sluiten om
scannergegevens op te slaan.
Gebruik een USB-flashstation dat compatibel is met Mass
Storage Class en USB 1.1 of 2.0 specificaties.
Stapelbakken
De RISO auto-ctrl. stapelbak en de brede stapelbak zijn beschikbaar als optionele stapelbakken.
Afdrukken worden uitgevoerd met de voorzijde naar boven.
• Met de RISO auto-ctrl. stapelbak worden de papierdoorvoeren automatisch aangepast op het papierformaat.
• Met de brede stapelbak, dienen de papierdoorvoeren (zijkanten en uiteinde) te worden verplaatst voor het formaat van het afdrukpapier.
In deze tekening wordt de RISO auto-ctrl. stapelbak getoond.
Scanner
c
Gebruiken voor het kopiëren of scannen van documenten
die worden gelezen vanaf de glasplaat of de ADF.
Scannerlamp (groen/rood)
d
Brandt wanneer de klaar is voor gebruik. Knippert groen
tijdens het opstarten en tijdens het lezen en knippert rood
wanneer er zich een fout heeft voorgedaan.
Glasplaat
e
Leg het origineel met de voorzijde naar beneden tegen de
pijl links bovenaan.
Originelenklep
f
Naar beneden halen om het origineel te bedekken wanneer
dit vanaf de glasplaat wordt gelezen.
Automatic Document Feeder (ADF)
g
Er kunnen tot ongeveer 100 originelen automatisch worden
ingevoerd.
Hendel ADF origineleneenheid
h
Haal deze hendel naar boven om de origineleneenheid te
openen wanneer er originelen zijn vastgelopen.
ADF originelendoorvoer
i
Verschuiven volgens de breedte van het origineel.
ADF uitvoerlade voor originelen
j
Documenten die worden gelezen met de ADF worden hier
uitgevoerd.
Netschakelaar scanner
k
Gebruiken om de scanner AAN en UIT te schakelen.
Papierrangschikker
1
Instellen ten behoeve van de papierstructuur zodat het uitvoerpapier
netjes wordt gerangschikt. (Zie p.21.)
Knop papierdoorvoeren openen
2
Gebruiken om de papierdoorvoeren open te klappen. De bediening is
afhankelijk van of er papier aanwezig is of niet.
• Wanneer het apparaat niet-actief is en er geen papier in de stapelbak
zit, worden de papierdoorvoeren geopend tot de aanvulpositie.
• Wanneer het apparaat niet-actief is en er papier in de stapelbak zit, gaan
de papierdoorvoeren uit elkaar waardoor het gemakkelijker is om het
papier te verwijderen. De papierdoorvoeren die uitelkaar gaan wanneer
de knop wordt ingedrukt zijn afhankelijk van de beheerinstellingen.
Deze knop is enkel aanwezig op de auto-ctrl. stapelbak.
Papierdoorvoer (uiteinde)
3
Papierdoorvoer (zijkant)
4
Gebruiken om te voorkomen dat papier in de stapelbak scheef trekt.
Voor het gebruik >> Lees dit eerst
ComColor serie Basishandleiding 02
1