Telefoongebruik
Telefoneren terwijl u uw hoortoestel draagt, vergt vaak enige oefening.
De volgende suggesties kunnen van pas komen:
1.
Houd de telefoon tegen uw oor zoals u gewend bent, of houd de
telefoon dichtbij de microfoon van het hoortoestel. Dit is afhankelijk
van wat voor u het beste werkt.
2.
Hoort u fluittonen, houd de telefoon dan even in dezelfde positie. Zo
kan het hoortoestel zich aanpassen en stopt het fluiten.
3.
U kunt de telefoon ook iets verder van uw oor houden om het fluiten te stoppen.
LET OP: Afhankelijk van uw wensen kan uw hoorspecialist een programma activeren dat
speciaal geschikt is voor telefoneren.
Uw hoortoestellen gebruiken met iPhone, iPad, en iPod touch (optioneel)
Uw hoortoestellen zijn Made for iPhone, iPad en iPod touch, waardoor directe audiostreaming en
bediening vanaf deze apparaten mogelijk is.
19