6
Installatie
6.1 Installeren van het apparaat
Installeren van het apparaat
AANWIJZING!
De installatie en ingebruikname mag alleen
door opgeleid vakpersoneel worden uitgevoerd.
Het apparaat wordt op de wandhouder, met inacht-
neming van de vereiste minimale vrije ruimte,
bevestigd.
1.
Teken op basis van de afmetingen van de
wandhouder, de bevestigingspunten af op
een statisch geschikte bouwconstructie.
2.
Verwijder evt. de uitbreekopening in de
behuizing.
3.
Sluit, zoals hierna beschreven, de medium-,
elektrische- en condensleiding aan op de bin-
nenunit.
4.
Hang de binnenunit iets naar achter gekan-
teld in de wandhouder en druk daarna de
onderkant van het apparaat tegen de wand-
houder.
5.
Controleer nogmaals of het apparaat
waterpas hangt.
Afb. 30: Waterpas stellen
Aansluiting van de mediumleidingen
n
De mediumleidingen van het apparaat zijn
zonder enige overgang uitgevoerd. De over-
eenkomstige overgang (drukverbinding, sol-
deermof, etc.) kan individueel worden geselec-
teerd.
Voor servicedoeleinden moeten de aanslui-
n
tingen worden voorzien van afsluiters en de
volumestroom moet worden ingesteld met
strangregelkleppen.
n
Aanvullende automatische ontluchtingskleppen
zijn in voor- en terugloop, op het hoogste punt
van de installatie aangebracht.
n
De mediumleidingen mogen geen statische
belastingen uitoefenen op het apparaat.
De aangesloten leidingen mogen geen thermi-
n
sche of mechanische belasting veroorzaken bij
het apparaat. Evt. leiding koelen, resp. met een
tweede gereedschap tegenhouden.
Benodigde installatiecomponenten
Klepmodule (serie-uitrusting)
Bij 2-leidingsystemen wordt koud of warm medium
door het register in het apparaat geleid en kan
koude, resp. warme lucht worden afgegeven. De
regeling gebeurt via de 3-weg-klepmodule. Deze
bestaat uit een elektrisch bediende kleppenkop en
het kleppenblok. Wordt de kop elektrisch geacti-
veerd, wordt het blok bediend dat het medium in
het register leidt. Is de temperatuur bereikt, wordt
de kop uitgeschakeld en stroomt het medium om
het register heen naar de bypass.
De bypass dient voor het waarborgen van de mini-
male volumestroom voor de koudwatergenerator.
Bij apparaten met een 2-weg-klep is er geen by-
pass beschikbaar. Deze uitvoering is bij gebruik
van een met proportionele druk geregelde circula-
tiepomp aanbevolen.
De tijdsduur tussen het volledig openen resp.
sluiten kan ca. drie minuten zijn.
Strangregelventielen
Met door de klant te leveren strangregelventielen
worden de binnen het leidingontwerp berekende
individuele drukverliezen voor elk individueel appa-
raat aangepast aan de totale installatie. Door het
drukverlies worden de nominale volumestromen
van het medium aangepast aan de noodzakelijke
waarden.
35