Inhoudsopgave
Advertenties
Modus "FAN"
Druk één keer of meerdere keren op de toets
"MODE" om naar de circulatiemodus om te scha-
kelen. In deze modus wordt het apparaat als recir-
culatieapparaat gebruikt. Er wordt geen koel- of
verwarmingscapaciteit afgegeven aan de omge-
vingslucht binnen.
Met deze modus kan in de winter de warmte-
stuwing onder het plafond naar lagere zones
van de ruimte worden getransporteerd.
CIRCULATIEMODUS
Afb. 15: Modus "FAN"
Modus "HEAT"
Druk één keer of meerdere keren op de toets
"MODE" om naar de verwarmingsmodus om te
schakelen. Gebruik deze modus om de omge-
vingslucht binnen naar de gewenste insteltempera-
tuur te verwarmen. Voorwaarde hiervoor is een
overeenkomstig aanwezig zijn van warmte in de
koudwaterinstallatie.
Stel de gewenste ruimtetemperatuur in door het
indrukken van de toets "TEMP
van 1 °C. Ligt de ruimtetemperatuur onder de
gewenste temperatuur, wordt de lokale drie-weg-
klep geopend. Als voldoende verwarmingsmedium
ter beschikking staat, begint de binnenunit hiermee
de omgevingslucht binnen te verwarmen. Wordt de
ingestelde ruimtetemperatuur met ca. 1 °C over-
schreden, schakelt de regeling de klep uit.
MODE
/ " in stappen
Koelbedrijf:
Het is aan te bevelen, de gewenste tempera-
tuur maximaal 6 °C onder de buitentemperatuur
in te stellen, de automatische ventilatorsnelheid
en de functie Swing te gebruiken.
Verwarmingsbedrijf:
De ventilator start pas bij het bereiken van een
lamellentemperatuur van 38 °C.
Verwarmingsbedrijf:
Het wordt aanbevolen de insteltemperatuur op
maximaal 28°C in te stellen, de maximale venti-
latorsnelheid en de onderste lamellenstand te
gebruiken.
VERWARMINGSMODUS
Afb. 16: Modus "HEAT"
MODE
25
Advertenties
Inhoudsopgave
