Opgeslagen programmering
Pictogrammen Opgeslagen
programmering
U kunt een pictogram aan een opgeslagen programma toevoegen of het pictogram
wijzigen.
1. Druk op de knop Apparaatstatus.
2. Selecteer Opgeslagen programmering in het deel Hulpprogramma's..
3. Selecteer:
a) Pictogram toewijzen/wijzigen
b) Selecteer het opgeslagen programma waaraan u een pictogram wilt toevoegen
of waarvan u het pictogram wilt wijzigen. Selecteer om het vorige of het volgende
scherm weer te geven.
4. Selecteer een pictogram en kies Opslaan.
Het pictogram wordt toegevoegd aan het opgeslagen programma in de lijst.
Opgeslagen programmering oproepen
Wanneer u een opgegeven opgeslagen programma oproept, verschijnt het laatste scherm
dat werd getoond tijdens het registreren van het opgeslagen programma.
1. Druk op de knop Home Functies.
2. Selecteer Opgeslagen programmering.
3. Selecteer het nummer van een opgeslagen programma dat de functies bevat die u
wilt oproepen. U kunt alleen geregistreerde nummers selecteren.
4. Na het oproepen van het opgeslagen programma selecteert u zo nodig andere
functies.
5. Druk op de knop Start.
Als u een opgeslagen programma voor een opbouwopdracht wilt gebruiken, gaat u
verder.
6. Selecteer Instellingen wijzigen.
7. Selecteer Opdracht samenstellen.
8. Selecteer Opgeslagen programmering.
9. Selecteer het nummer van een opgeslagen programma dat de functies bevat die u
wilt oproepen. U kunt alleen geregistreerde nummers selecteren.
8-4
Handleiding voor de gebruiker