7. In het scherm Watermerk:
a) Selecteer Aan.
b) Schakel het selectievakje Datum en tijd in.
c) Selecteer Opslaan.
8. Druk op de toets Start om de registratie te beëindigen en het programma op te slaan.
Zodra u het programma voor de kopieeropdracht oproept, worden alle door u
geprogrammeerde schermen weergegeven voordat de opdracht wordt verzonden.
Sneltoetsen M01 t/m M40 zijn bedoeld voor opgeslagen programma's 1-40.
Opgeslagen programma's verwijderen
1. Druk op de knop Apparaatstatus.
2. Selecteer Opgeslagen programmering in het deel Hulpprogramma's..
3. Selecteer:
a) Verwijderen
b) Selecteer het nummer van het opgeslagen programma dat u wilt verwijderen.
4. Selecteer Ja om het verwijderen van de opgeslagen programmering te bevestigen.
5. Selecteer Sluiten.
OPMERKING
Verwijderde opgeslagen programma's kunnen niet worden hersteld.
Opgeslagen programma een (andere)
naam geven
De naam van een opgeslagen programma mag uit hoogstens 18 tekens bestaan.
1. Druk op de knop Apparaatstatus.
2. Selecteer Opgeslagen programmering in het deel Hulpprogramma's..
3. Selecteer:
a) Naam invoeren/wijzigen
b) Selecteer het opgeslagen programma waarvan u de naam wilt wijzigen. Selecteer
om het vorige of het volgende scherm weer te geven.
4. Voer de naam in en selecteer Opslaan.
5. Bevestig de gewijzigde naam.
6. Selecteer Sluiten om uw wijzigingen op te slaan.
Xerox
®
D95/D110/D125/D136 Copier/Printer
Handleiding voor de gebruiker
Opgeslagen programmering
8-3