e) Adresboek: u kunt de ontvangers opgeven vanuit het adresboek. De opgegeven
ontvanger wordt weergegeven bij Naam/e-mailadres ontvanger in het scherm
E-mail verzenden.
6. Nieuwe ontvanger: geef een nieuwe ontvanger op. De opgegeven ontvanger wordt
weergegeven bij Naam/e-mailadres ontvanger in het scherm E-mail verzenden.
Selecteer de items die u wilt wijzigen en vervolgens Instellingen wijzigen.
Onderwerp: geef indien gewenst een onderwerp op.
Verwijderen: hiermee wordt alle informatie van de geselecteerde ontvangers
verwijderd.
Instellingen wijzigen: bevestig of wijzig de geselecteerde ontvangers zoals
weergegeven in de volgende afbeelding.
7. Bestandsindeling: geef de bestandsindeling van het uitvoerbestand op.
8. Pogingen voor opn verzenden: hier stelt u in hoe vaak u een e-mail opnieuw wilt
verzenden, of als u de functie wilt uitschakelen:
9. Overdragen via FTP (1) en Overdragen via FTP (2): geef aan naar welke server de
documenten worden verzonden met behulp van de FTP-protocollen.
10. Adresboek: als het serveradres in het adresboek is opgenomen, kunt u het adres via
het adresboek opgeven. Het opgegeven adres wordt weergegeven in het scherm
FTP-overdracht. Selecteer Naam, Server, Opslaan in, Gebruikersnaam of Toegangscode
en druk op de knop Gegevens invoeren om een invoerscherm weer te geven.
Naam: maximaal 18 bytes
Server: maximaal 64 bytes
Opslaan in: maximaal 128 bytes
Gebruikersnaam: maximaal 32 bytes
Toegangscode: maximaal 32 bytes
Best.indeling: geef de bestandsindeling van het uitvoerbestand op.
Bij Pogingen voor opn verzenden kunt u invoeren hoe vaak de informatie
nogmaals moet worden verzonden.
11. Overdragen via SMB (1), Overdragen via SMB (2): geef aan naar welke server de
documenten worden verzonden met behulp van de SMB-protocollen. Als het
serveradres in het adresboek is opgenomen, kunt u het adres via het adresboek
opgeven. Het opgegeven adres wordt weergegeven in het scherm SMB-overdracht.
Selecteer Naam, Server, Opslaan in, Gebruikersnaam of Toegangscode en druk op
de knop Gegevens invoeren om een invoerscherm weer te geven.
Selecteer Naam, Server, Gedeelde naam, Opslaan in, Gebruikersnaam of
Toegangscode en druk op de knop om een invoerscherm weer te geven.
U kunt het volgende aantal tekens invoeren:
Naam: maximaal 18 bytes
Server: maximaal 64 bytes
Gedeelde naam: maximaal 18 bytes
Opslaan in: maximaal 128 bytes
Gebruikersnaam: maximaal 32 bytes
Xerox
®
D95/D110/D125/D136 Copier/Printer
Handleiding voor de gebruiker
Opdrachtstroom
7-3