Pagina 1
Versie 1.2 Januari 2008 Xerox 4595 copier/printer Handleiding voor de gebruiker...
Pagina 2
® Xerox en alle productnamen en -nummers van Xerox die in deze publicatie worden genoemd, zijn handelsmerken van XEROX CORPORATION. Andere bedrijfsmerken en productnamen kunnen (gedeponeerde) handelsmerken zijn van de betreffende bedrijven en worden hierbij erkend.
Pagina 6
In h ou ds o p ga v e Foto scannen (alleen bij optionele kleurenscanner-set) ......3-39 Lichter/Donkerder/Contrast (alleen bij optionele kleurenscanner-set) .
Pagina 7
Inhouds opgave Kopieer- en afdrukdocumenten bewerken ....4-14 Pagina's verwijderen......4-15 Document/scheidingsvellen invoegen.
Pagina 8
In h ou ds o p ga v e Watermerk........4-63 Afdrukopdrachten met de PCL-printerdriver naar een mailbox verzenden .
Pagina 9
Inhouds opgave Papier in de laden plaatsen ......7-5 Papier plaatsen in lade 1 en 2 ..... . 7-6 Papier plaatsen in lade 3 en 4.
Pagina 10
In h ou ds o p ga v e Wanneer u Afdrukken selecteert....8-12 Uitgestelde afdruk ....... 8-13 Wanneer u Verwijderen selecteert .
Pagina 11
Inhouds opgave 10. Onderhoud 10-1 Verbruiksartikelen vervangen ......10-1 Tonercassettes vervangen ......10-2 De tonerafvalcontainer vervangen .
Pagina 12
In h ou ds o p ga v e Papierstoringen........11-49 Papierstoringen in lade 1-4 .
Pagina 13
Inhouds opgave D-afwerkeenheid......11-88 Afwerkeenheid D2......11-90 Nietstoringen bij nietcassette voor katernen .
Pagina 14
In h ou ds o p ga v e Veiligheidsnormen ....... . . 13-4 Noord-Amerika .
• Voer het productnummer in (bijv. 4110, 4595) in het zoekveld en klik op zoeken. • Selecteer de koppeling Support & Drivers en gebruik de zoekopties om uw specifieke printer te vinden.
1. P r o d uc t ov e r z i c ht Onderdelen van het apparaat WAARSCHUWING: Voorkom lichamelijk letsel en raak geen onderdelen aan waarop wordt aangegeven dat ze heet kunnen zijn. 1- 2 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
Pagina 17
1. P r o du c to v e r z ic h t Onderdeel Functie DAOD Dubbelzijdige automatische originelendoorvoer Documentklep De documentklep houdt een document op de glasplaat op zijn plaats. Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bestaat uit het aanraakscherm, navigatietoetsen, functietoetsen en cijfertoetsen. Raadpleeg “Bedieningspaneel"...
Pagina 18
1. P r o d uc t ov e r z i c ht 1- 4 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
Pagina 19
1. P r o du c to v e r z ic h t Onderdeel Functie Linkerklep Open de linkerklep om toegang te krijgen tot de bovenklep en om papierstoringen te verhelpen. Voorklep Open de voorklep om papierstoringen te verhelpen. Bevestigingslampje Dit gaat branden wanneer een document correct is geplaatst.
Pagina 20
1. P r o d uc t ov e r z i c ht Afwerkeenheid D 1- 6 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
Pagina 21
1. P r o du c to v e r z ic h t Onderdeel Functie Invoegmodule na verwerking Plaats hier het papier voor omslagen of scheidingsvellen voor (lade voor omslagen/ transparanten. Papier dat hier wordt geplaatst, wordt niet gebruikt scheidingsvellen voor voor kopiëren.
Pagina 22
1. P r o d uc t ov e r z i c ht Afwerkeenheid D2 Onderdeel Functie Nietcassette Bevat nietjes. Verwijder deze cassette om nietjes bij te vullen en vastgelopen nietjes weg te halen. Nietafvalcontainer Container voor nietafval. Verwijder deze cassette als hij vol is (alleen voor afwerkeenheid D2).
1. P r o du c to v e r z ic h t Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bestaat uit het aanraakscherm, navigatietoetsen, functietoetsen en cijfertoetsen. Hieronder worden de namen en functies van de onderdelen op het bedieningspaneel beschreven. Internationaal bedieningspaneel (zonder tekst) Navigatietoetsen Aanraakscherm...
Pagina 24
1. P r o d uc t ov e r z i c ht Onderdeel Functie Aanraakscherm Hierop kunt u selecties maken door eenvoudigweg een toets op het scherm aan te raken. Cijfertoetsen Druk op deze knoppen om het aantal kopieën, de toegangscode of andere numerieke waarden in te voeren.
Pagina 25
1. P r o du c to v e r z ic h t Onderdeel Functie Functietoetsen Aanmelden/Afmelden: Deze toets wordt door de systeembeheerder gebruikt om zich bij de systeembeheermodus of de modus Aanmeldingsinstellingen/ Auditronbeheer aan te melden. Energiespaarstand: Dit lampje gaat branden wanneer het apparaat in de energiespaarstand staat.
1. P r o d uc t ov e r z i c ht Het bedieningspaneel aanpassen U kunt de keuzetoetsen en opties in het scherm Alle diensten aanpassen. Een functie aan een keuzetoets toewijzen Door een functie toe te wijzen aan keuzetoetsen (Kopiëren, Keuze 2 en Keuze 3), kunt u naar die functie schakelen zonder terug te keren naar het scherm Alle diensten.
1. P r o du c to v e r z ic h t Scherm voor functiewijziging U kunt het instelscherm voor de volgende functies aanpassen in het scherm Alle diensten. • Kopiëren • E-mailen • Scannen naar mailbox • Scannen naar FTP/SMB Raadpleeg "Copy Mode Settings"...
1. P r o d uc t ov e r z i c ht OPMERKING: Het bericht "Even geduld a.u.b…" geeft aan dat het apparaat bezig is met opwarmen. Het apparaat kan tijdens het opwarmen niet worden gebruikt. Uitschakelen De procedure voor het uitschakelen van de stroomvoorziening is als volgt: VOORZICHTIG: Als u de stroomvoorziening van het apparaat uitschakelt, kunnen gegevens die op dat moment werden...
Als de onderbreker in de stand Uit ("O") staat, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre omdat er dan iets aan de hand kan zijn. X er o x 4 5 95 c op i er / pr in te r Ha nd l e id i ng v oo r d e g eb r u i k er...
1. P r o d uc t ov e r z i c ht Energiespaarstand Het apparaat is voorzien van een energiebesparingsvoorziening, waarin de stroomvoorziening automatisch wordt uitgeschakeld als er gedurende enige tijd geen kopieer- of afdrukgegevens zijn ontvangen. De energiebesparingsvoorziening heeft twee standen: de Energiespaarstand en de Slaapstand.
Kopiëren Kopiëren - procedure Stap 1 Originelen plaatsen Er zijn twee manieren om originelen te plaatsen: • Enkel vel • Meerdere vellen Glasplaat • Enkel vel • Ingebonden originelen, zoals boeken Automatische originelendoorvoer (AOD) De AOD is geschikt voor originelen die bestaan uit één of meer vellen, met een formaat variërend van 140 ×...
Pagina 32
2. K o p ië r e n Raadpleeg “Origineelformaat” op pagina 2-36 voor informatie over het kopiëren van originelen met verschillende formaten. BELANGRIJK: Plaats gevouwen of gekreukelde originelen op de glasplaat, want deze kunnen papierstoringen veroorzaken als ze in de DAOD worden geplaatst. Verwijder alle eventuele paperclips en nietjes voordat u het origineel plaatst.
Pagina 33
2 . Ko p i ër e n Glasplaat Op de glasplaat kunt u een los vel leggen, of een boek of soortgelijk document, met een maximale afmeting van 297 × 432 mm (A3, 11 × 17 inch). Op de glasplaat kunnen alleen originelen met een standaardformaat automatisch worden gedetecteerd.
2. K o p ië r e n Stap 2 Functies selecteren U kunt kopieerfuncties selecteren via de toets Kopiëren of de toets Basisfuncties. Het apparaat wordt geleverd met de volgende functies voor kopiëren: Alleen kopiëren, Kopiëren en opslaan en Alleen opslaan.
Pagina 35
2 . Ko p i ër e n Als de vorige instellingen nog aanwezig zijn, drukt u op de toets AC (Alles wissen). Alles wissen Maak een keuze uit Alleen kopiëren, Kopiëren en opslaan of Alleen opslaan. Alleen kopiëren Hiermee worden gescande originelen gekopieerd. Kopiëren en opslaan Hiermee worden gescande originelen gekopieerd en als gegevens opgeslagen in de mailbox op het apparaat.
2. K o p ië r e n Selecteer de functies die u op elk tabblad wilt instellen. In dit hoofdstuk wordt elke toepassing gedetailleerder besproken. Stap 3 Aantal invoeren U kunt maximaal 9999 invoeren als aantal kopieën. Voer met de cijfertoetsen het aantal kopieën in. Het ingevoerde aantal kopieën verschijnt in de rechterbovenhoek van de display.
2 . Ko p i ër e n Stap 4 De kopieeropdracht starten. Druk op de toets Start. Start OPMERKING: Als er zich een probleem voordoet, verschijnt er een foutbericht op de display. Los het probleem op aan de hand van het bericht in het scherm.
2. K o p ië r e n Plaats het volgende origineel. Druk op de toets Start. Als u meer originelen heeft, plaatst u het volgende origineel en drukt u op de toets Start. Wanneer alle originelen zijn gescand, selecteert u Laatste origineel.
2 . Ko p i ër e n Kopieeropdracht annuleren Selecteer Stop op het aanraakscherm of druk op de toets Stop op het bedieningspaneel. Stop Als het scherm uit stap 1 niet verschijnt, drukt u op de toets Opdrachtstatus. Opdrachtstatus Selecteer de opdracht om deze te annuleren en selecteer Stop.
2. K o p ië r e n Het aantal kopieën wijzigen Selecteer Stop in het aanraakscherm of druk op de toets Stop op het bedieningspaneel. Stop Selecteer Aantal wijzigen in het aanraakscherm. Geef het aantal op met behulp van de cijfertoetsen. Druk op de toets Start op het bedieningspaneel.
2 . Ko p i ër e n Druk op de toets Start. Wanneer de onderbrekingsopdracht is voltooid, drukt u opnieuw op de toets Onderbreken. OPMERKING: Het lampje Onderbreken brandt niet meer; dit betekent dat de opdrachtonderbrekingsmode is opgeheven of voltooid.
2. K o p ië r e n Geef aan in welke mailbox de gegevens moeten worden opgeslagen. OPMERKING: Als er een toegangscode is ingesteld voor de mailbox, verschijnt het invoerscherm voor de toegangscode. Voer de toegangscode in en selecteer Bevestigen. Indien u de toegangscode bent vergeten, neemt u contact op met de systeembeheerder.
Pagina 43
2 . Ko p i ër e n Documentenlijst Controleer of verwijder documenten die zijn opgeslagen in een mailbox. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren. Selecteer vervolgens Kopiëren en opslaan of Alleen opslaan en geef de gewenste mailbox op. Selecteer Documentenlijst.
2. K o p ië r e n Tabblad Kopiëren - Basis U kunt de basisfuncties instellen in het scherm Basisfuncties. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren. Selecteer functies in het scherm Basisfuncties dat als eerste verschijnt. Verkleinen/vergroten Selecteer in het gebied Verkleinen/vergroten de kopieerverhouding.
Pagina 45
2 . Ko p i ër e n Verhouding (3e tot 5e toets) Maak een keuze uit vooraf ingestelde verhoudingen. U kunt de aangegeven verhoudingen wijzigen. Raadpleeg "Reduce/Enlarge - Button X” (Verkleinen/vergroten - Toets X) (waarbij X staat voor het nummer van de toets) in de System Administration Guide voor meer informatie over de instelprocedures.
2. K o p ië r e n Alles kopiëren (volledig scherm) Om beeldverlies te voorkomen, wordt het document verkleind tot iets minder dan 100% wanneer het wordt gekopieerd. Als deze optie wordt geselecteerd, verschijnt een vinkje in het selectievak Alles kopiëren.
Pagina 47
2 . Ko p i ër e n Wanneer Onafhankelijk X-Y-percentage wordt geselecteerd U kunt verschillende hoogte- en breedteverhoudingen opgeven om de schaal van de hoogte en breedte onafhankelijk in te stellen. Selecteer Onafhankelijk X-Y-percentage. Geef met de toetsen omhoog en omlaag de hoogte- en breedteverhouding op.
2. K o p ië r e n Papierinvoer U kunt de lade selecteren waarin het kopieerpapier is geplaatst dat u voor het kopiëren wilt gebruiken. Selecteer in het scherm Basisfuncties de papierinvoer. Automatisch Op basis van het origineelformaat en de ingestelde verhoudingen selecteert het apparaat automatisch de lade waarin het juiste papier zit en worden de kopieën gemaakt.
Pagina 49
2 . Ko p i ër e n Scherm Papierinvoer U kunt een papierlade selecteren die niet in het scherm Basisfuncties staat. Selecteer in het scherm Basisfuncties in het gedeelte Papierinvoer de optie Meer..Selecteer de Handmatige invoer. Selecteer het papierformaat en de papiersoort. Selecteer Opslaan om de wijzigingen te behouden.
2. K o p ië r e n Scherm Lade 5 (handmatig) Als u kopieën wilt maken op papier dat niet in lade 1 t/m 4 of 6 en 7 kan worden geplaatst, gebruikt u Lade 5 (handmatig). Selecteer in het scherm Basisfuncties in het gedeelte Papierinvoer de optie Meer..
2 . Ko p i ër e n Wanneer Standaardformaat wordt geselecteerd Selecteer het papierformaat uit de standaardformaten en selecteer de papiersoort. Selecteer Standaardformaat. Selecteer het papierformaat en de papiersoort. OPMERKING: Selecteer de toets omhoog om het vorige scherm weer te geven en selecteer de toets omlaag om het volgende scherm weer te geven.
2. K o p ië r e n Selecteer Afwijkend formaat. Voer het papierformaat in met de toetsen omhoog, omlaag, links en rechts. Selecteer de papiersoort. OPMERKING: Selecteer de toets omhoog om het vorige scherm weer te geven en selecteer de toets omlaag om het volgende scherm weer te geven.
2 . Ko p i ër e n 2-zijdig (kop/staart) Met de optie 1-2 zijdig kunt u 2-zijdige kop/staart-kopieën maken - bijvoorbeeld kalenders en PowerPoint-presentaties in landschaprichting. 2-zijdig (kop/kop) Met de optie 2-2 zijdig kunt u snel 2-zijdige kopieën maken van 2-zijdige originelen.
2. K o p ië r e n Lichter/donkerder U kunt de kopieerdensiteit instellen op een van zeven verschillende niveaus. De kopieën worden donkerder wanneer u de toets omlaag naar links beweegt en lichter wanneer u deze naar rechts beweegt. OPMERKING: Kopieerdensiteit van het scherm Basisfuncties en Kopieerdensiteit van Lichter/donkerder/contrast van het scherm Afdrukkwaliteit zijn hetzelfde.
2 . Ko p i ër e n Tabblad Afdrukkwaliteit Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren. Selecteer het tabblad Afdrukkwaliteit en selecteer een toepassing in het scherm Afdrukkwaliteit. Bijvoorbeeld Scherpte: X er o x 4 5 95 c op i er / pr in te r Ha nd l e id i ng v oo r d e g eb r u i k er 2-25...
2. K o p ië r e n Lichter/donkerder U kunt kiezen uit zeven densiteitsniveaus voor kopieën, tussen Lichter en Donkerder. Selecteer Lichter/donkerder. Selecteer de densiteit. Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan. 2- 2 6 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
2 . Ko p i ër e n Origineeltype Wanneer u kopieën maakt van foto's, tekst en andere originelen, kunt u die kopieën maken op de afdrukkwaliteit die past bij elk type origineel. Kopieën van het origineel kunnen op een meer natuurgetrouwe afdrukkwaliteit worden gereproduceerd door het type origineel te selecteren dat overeenkomt met het origineel.
2. K o p ië r e n OPMERKING: Of Lichte originelen op de gebruikersinterface wordt weergegeven of niet, hangt af van de systeeminstelling. Raadpleeg "Original Type - Lightweight Originals" (Origineeltype - Lichte originelen) in de System Administration Guide (of vraag uw systeembeheerder) voor instructies om dit te kunnen weergeven.
2 . Ko p i ër e n Scherpte U kunt kiezen uit vijf scherpteniveaus tussen Scherper en Zachter. Hoe dichter het niveau bij Scherper ligt, des te scherper de contouren van beelden. Hoe dichter het niveau bij Zachter ligt, des te zachter de contouren van beelden.
2. K o p ië r e n Ingebonden originelen Met de functie Ingebonden originelen kunt u tegenover elkaar gelegen pagina's van een origineel in de paginavolgorde kopiëren op afzonderlijke vellen papier. Deze functie is nuttig als u afzonderlijke kopieën wilt maken van tegenover elkaar gelegen pagina's van een ingebonden origineel, zoals een katern.
Pagina 61
2 . Ko p i ër e n Beide pagina's Van beide pagina's worden in de paginavolgorde kopieën gemaakt. Alleen linkerpagina Alleen van de linkerpagina worden kopieën gemaakt. U kunt dit item selecteren wanneer Eerst links, dan rechts of Eerst rechts, dan links is geselecteerd.
Pagina 62
2. K o p ië r e n • U maakt een kopie van de linker- en rechterpagina van het boek. Op de afdruk is de kopie te zien met zwarte vlekken langs de bindrug: xjdhjcjhkjs xjdhjcjhkjs sjhfjhksfh sjhfjhksfh kshdhfd kshdhfd kshfkhf’...
2 . Ko p i ër e n 2-zijdig kopiëren (boek) U kunt pagina's toewijzen wanneer u kopieën maakt van tegenover elkaar gelegen pagina's in een ingebonden origineel, zodat de pagina's op dezelfde manier tegenover elkaar komen te liggen als in het origineel. Als eerste pagina wordt automatisch een blanco vel ingevoegd.
Pagina 64
2. K o p ië r e n Wanneer Uit wordt geselecteerd, kan de functie Ingebonden originelen niet worden gebruikt Eerst links, dan rechts Kopieën worden gemaakt van beide pagina's van een ingebonden origineel, eerst van de linkerpagina, dan de rechterpagina. Eerst rechts, dan links Kopieën worden gemaakt van beide pagina's van een ingebonden origineel, eerst van de rechterpagina, dan de linkerpagina.
2 . Ko p i ër e n Scherm 2-zijdig kop. (boek) - Begin- + eindpagina U kunt de begin- en eindpagina voor het kopiëren instellen. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren en vervolgens het tabblad Scanopties. Selecteer in het scherm Scanopties dat verschijnt de optie Beginpagina en eindpagina.
2. K o p ië r e n Origineelformaat U kunt het scanformaat voor het origineel instellen. Geef het formaat van het origineel op wanneer u originelen met een afwijkend formaat scant of wanneer u kopieën maakt op een ander formaat dan dat van het op dat moment geplaatste origineel.
2 . Ko p i ër e n Standaardformaat Maak een keuze uit de toetsen met vooraf ingestelde formaten. U kunt de aangegeven origineelformaten wijzigen. Raadpleeg "Original Size Defaults" (Standaardinstellingen origineelformaten) in de System Administration Guide voor informatie over de instelprocedure.
2. K o p ië r e n Selecteer Aan Selecteer Origineelrichting. Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Selecteer dit item wanneer alle originelen hetzelfde formaat hebben. Wanneer originelen van verschillend formaat worden gekopieerd, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel. Randen wissen Wanneer u kopieën maakt met de afdekklep open of kopieën maakt van een boek, verschijnen er soms zwarte schaduwen...
Pagina 69
2 . Ko p i ër e n Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren en vervolgens het tabblad Scanopties. Selecteer in het scherm Scanopties dat verschijnt de optie Randen wissen. Selecteer een item. Selecteer Origineelrichting. Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Normaal De hoeveelheid te wissen kader wordt ingesteld op 2 mm of 0,1 inch van de boven-, onder-, linker- en rechterkant.
Pagina 70
2. K o p ië r e n Wanneer wordt Gelijke tegenover elkaar liggende randen geselecteerd: U kunt dezelfde waarde opgeven voor de boven-, onder-, linker- en rechterrand. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren en vervolgens het tabblad Scanopties. Selecteer in het scherm Scanopties dat verschijnt de optie Randen wissen en vervolgens Gelijke tegenover elkaar liggende randen.
Pagina 71
2 . Ko p i ër e n Wanneer 4 verschillende randen wordt geselecteerd: U kunt verschillende waarden opgeven voor de boven-, onder-, linker- en rechterrand. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren en vervolgens het tabblad Scanopties. Selecteer in het scherm Scanopties dat verschijnt de optie Randen wissen en vervolgens 4 verschillende randen.
Pagina 72
2. K o p ië r e n Rechterrand Hiermee worden schaduwen aan de rechterkant van kopieën gewist. De randen worden gewist op basis van de ingestelde origineelrichting. U kunt de breedte voor het wissen van de rand instellen van 0 tot 50 mm (0 tot 1,9 inch) in stappen van 1 mm of 0,1 inch.
2 . Ko p i ër e n Wanneer 4 gelijke randen wordt geselecteerd: U kunt dezelfde waarde opgeven voor de boven-, onder-, linker- en rechterrand. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren en vervolgens het tabblad Scanopties. Selecteer in het scherm Scanopties dat verschijnt de optie Randen wissen en vervolgens 4 gelijke randen.
2. K o p ië r e n Beeldverschuiving Kopieën kunnen worden gemaakt met de positie van het origineelbeeld verschoven naar de linker-, rechter-, boven- of onderkant van het papier of met het midden van het origineel verschoven naar het midden van het papier. U kunt ook kopieën maken met een kantlijn toegevoegd aan de boven-, onder-, linker- of rechterkant.
Pagina 75
2 . Ko p i ër e n Beeldverschuiving/variabele verschuiving U kunt de grootte van de kantlijn instellen van 0 tot 50 mm (0 tot 1,9 inch) in stappen van 1 mm of 0,1 inch. Zijde 1 Hiermee wordt het scherm Beeldverschuiving - Zijde 1 weergegeven.
Pagina 76
2. K o p ië r e n Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Geen verschuiving Kopieën worden gemaakt zonder dat de positie van het origineelbeeld wordt verschoven. Automatisch midden Kopieën worden gemaakt zodat het midden van het origineel overeenkomt met het midden van het papier.
2 . Ko p i ër e n Beeldrotatie Als de richting van het papier dat momenteel in de lade is geplaatst afwijkt van de richting van het origineel, roteert het apparaat automatisch het origineelbeeld om kopieën te maken met overeenkomstige origineel- en papierrichting. U kunt ook kiezen welke rand van het origineel u als referentie voor beeldrotatie wilt gebruiken als originelen in verschillende richtingen liggen.
Pagina 78
2. K o p ië r e n Het scherm Beeldrotatie - Rotatierichting U kunt de referentiepositie voor rotatie instellen. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren en vervolgens het tabblad Scanopties. Selecteer in het scherm Scanopties dat verschijnt de optie Beeldrotatie en vervolgens Rotatierichting.
2 . Ko p i ër e n Spiegelbeeld/negatief beeld Kopieën kunnen worden gemaakt met de linker- en rechterkant van het origineelbeeld omgekeerd. OPMERKING: Wanneer Negatief beeld en Rand wissen tegelijkertijd zijn ingesteld, wordt het gebied voor Rand wissen wit. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren en vervolgens het tabblad Scanopties.
2. K o p ië r e n Origineelrichting De origineelrichting moet worden ingesteld om de bovenkant van het origineel aan te geven. OPMERKING: Als de aanduiding bij Origineelrichting afwijkt van de werkelijke origineelrichting, detecteert het apparaat mogelijk de bovenkant van het origineel onjuist. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren en vervolgens het tabblad Scanopties.
2 . Ko p i ër e n Tabblad Afdrukopmaak In het scherm Afdrukopmaak kunt u functies voor het scannen van originelen configureren. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en selecteer een functie in het scherm Afdrukopmaak dat verschijnt.
2. K o p ië r e n Katern maken Met het apparaat kunnen pagina's opgemaakt worden gekopieerd, zodat wanneer vellen met meerdere pagina's op elkaar worden gelegd en in het midden worden gevouwen (bindrug), er een katern wordt gemaakt in de paginavolgorde. U kunt ook de bindrug instellen en een omslag toevoegen wanneer u katernen maakt.
2 . Ko p i ër e n Katern kopiëren Als u katerns wilt maken van een origineel dat al een katern is, selecteert u Katern kopiëren. Het origineel wordt in de huidige vorm gescand door het opgeven van In tweeën vouwen/Nieten zonder katernopmaak te hoeven specificeren.
2. K o p ië r e n Scherm Katern maken - Bindrug U kunt de bindrug instellen binnen een bereik van 0 t/m 50 mm. (0 t/m 1,9 inch) in stappen van 1 mm of 0,1 inch. Gebruik de toetsen omhoog en omlaag om een waarde voor de bindrug op te geven.
Pagina 85
2 . Ko p i ër e n Scherm Katern maken - Subsets Een katern wordt gedeeld door het aantal vellen dat is opgegeven wanneer er veel pagina's in een origineel zitten. Er kan worden gekopieerd zodat de uiteindelijke 2-zijdige kopieën kunnen worden gevouwen om een katern te vormen.
Pagina 86
2. K o p ië r e n Omslagen U kunt kopieën maken met daaraan een omslag toegevoegd. Het voor- en achteromslag kan worden afgeleverd vóór de eerste pagina van het document op een ander soort papier (bijvoorbeeld gekleurd of zwaar papier). BELANGRIJK: Wanneer u deze functie selecteert en het aantal origineelpagina's groter is dan het maximumaantal dat het apparaat kan scannen, kan het deel van het origineel dat al...
Pagina 87
2 . Ko p i ër e n Vooromslag Vooromslag instellen voor de eerste pagina is mogelijk. • Geen omslagen Er wordt geen omslag toegevoegd. • Blanco omslagen Er wordt een blanco vel papier als omslag toegevoegd. • Bedrukt vooromslag - Zijde 1 Het origineel wordt op de buitenkant van het vooromslag gekopieerd, vanaf de eerste pagina.
Pagina 88
2. K o p ië r e n Als een selectie voor een omslag wordt gemaakt, verschijnen de volgende opties: Instellingen papierlade Het scherm Omslagen - Instellingen papierlade verschijnt. Selecteer de papierlade die u wilt gebruiken bij Vooromslag, Achteromslag en Tekstpagina's. Wanneer u een beeld aan het omslag toevoegt, selecteer dan laden met papier van hetzelfde formaat en in dezelfde richting voor de tekst en het omslag.
(of voor distributie) in dezelfde richting wordt geplaatst als dat van de transparanten. BELANGRIJK: Xerox beveelt OHP-film aan. Het gebruik van films die niet door Xerox worden aanbevolen, kan leiden tot apparaat- of papierstoringen. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren.
2. K o p ië r e n Geen scheidingsvellen + N sets Er worden kopieën gemaakt op transparanten en alleen het vereiste aantal kopieën voor distributie wordt afgedrukt. Afhankelijk van uw keuze kunnen de volgende opties verschijnen: Instellingen papierlade Het scherm Scheidingsvellen transparanten - Instellingen papierlade verschijnt.
Pagina 91
2 . Ko p i ër e n Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en vervolgens N-op-1. Selecteer een item. Selecteer Opslaan om de wijzigingen te behouden. 1-op-1 N-op-1 wordt niet toegepast. 2-op-1 Twee originelen kunnen samen op één vel papier worden gekopieerd.
2. K o p ië r e n Poster Er kan een vergrote kopie van een origineel worden gemaakt die wordt verspreid over meerdere vellen. Met deze functie kunt u een grote poster maken door de kopieën verspreid over meerdere vellen aan elkaar te plakken. Gekopieerde vellen krijgen een kantlijn zodat ze aan elkaar kunnen worden geplakt.
2 . Ko p i ër e n Wanneer Vergrotings-% wordt geselecteerd U kunt een andere verhouding voor de hoogte en breedte opgeven. Selecteer in het scherm Poster de optie Vergrotings-%. Geef met de toetsen omhoog/omlaag de hoogte- en breedteverhouding op. Selecteer Opslaan om de keuze te behouden.
Pagina 94
2. K o p ië r e n Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en vervolgens Beeld herhalen. Selecteer Auto-herhaling of Variabel herhalen. Uit: Beeld herhalen wordt niet toegepast. Auto-herhaling Op het apparaat wordt automatisch het aantal kopieën ingesteld, op basis van het origineelformaat, papierformaat en de kopieerverhouding, waarna het origineelbeeld herhaaldelijk op het papier wordt gekopieerd.
2 . Ko p i ër e n Notities U kunt een stempel, datum en paginanummer toevoegen die niet opgenomen zijn in het origineel wanneer kopieën worden afgedrukt. U kunt kiezen uit kant-en-klare opmaak voor het type stempel, datum, paginanummer en afdrukpositie. BELANGRIJK: Wanneer u deze functie selecteert en het aantal origineelpagina's groter is dan het maximumaantal dat het apparaat kan scannen, kan het deel van het origineel dat al...
2. K o p ië r e n Selecteer Opslaan om de keuzes te behouden. Stempel Het scherm Notities - Stempel verschijnt. Datum Het scherm Notities - Stempel verschijnt. Paginanummer Het scherm Notities - Paginanummer verschijnt. Scherm Notities - Stempel U kunt de stempels "VERTROUWELIJK", "Kopiëren verboden", "URGENT", "BELANGRIJK", "Circuleren", "Zijde 2 kringlooppapier", "ONTWERP"...
Pagina 97
2 . Ko p i ër e n Positie Het scherm Notities - Stempel - Positie verschijnt. Grootte Het scherm Notities - Stempel - Grootte verschijnt. U kunt kiezen uit drie groottes voor de stempel. Scherm Notities - Stempel - Positie U kunt een positie instellen om een stempel af te drukken.
2. K o p ië r e n Scherm Notities - Datum U kunt kopieën maken met een datum toegevoegd. De afgedrukte datum bestaat uit de datum en de tijd waarop de kopie is gemaakt. Raadpleeg "Date Format" (Datumnotatie) in de System Administration Guide voor meer informatie over de datumweergave.
Pagina 99
2 . Ko p i ër e n Scherm Notities - Datum - Positie U kunt een positie instellen om een datum af te drukken. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en selecteer vervolgens Notities, Datum en vervolgens Positie. Maak een selectie. Selecteer Opslaan om de keuzes te behouden.
2. K o p ië r e n Scherm Notities - Paginanummer U kunt een paginanummer aan kopieën toevoegen. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en selecteer vervolgens Notities en Paginanummer. Maak een selectie. Selecteer Opslaan om de keuzes te behouden. Er wordt geen paginanummer toegevoegd. Er wordt een paginanummer toegevoegd.
Pagina 101
2 . Ko p i ër e n • 1/N,2/N,... Het totale aantal pagina's wordt toegevoegd rechts naast het paginanummer. (Voorbeeld: 1/50, 2/50) • -1/N-,-2/N-,... Plaats het totale aantal pagina's rechts naast het paginanummer en het streepje rechts en links naast het paginanummer en het totaal.
Pagina 102
2. K o p ië r e n Scherm Paginanummer - Tot. aantal pagina's (N) U kunt het totale aantal pagina's instellen. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en selecteer vervolgens Notities en Paginanummer. Selecteer Totaal aantal pagina's (N) en vervolgens Automatisch of Nummer invoeren.
Pagina 103
2 . Ko p i ër e n Het scherm Notities - Paginanummer - Afdrukken op U kunt de pagina('s) opgeven om een paginanummer toe te voegen. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en vervolgens Notities. Selecteer Paginanummer en vervolgens Afdrukken op. Gebruik de toetsen omhoog/omlaag of de cijfertoetsen om het beginnummer op te geven.
Pagina 104
2. K o p ië r e n Beginnummer Geef de beginpagina op voor het toevoegen van paginanummers, binnen het bereik van 1 tot 999. Als u het nummer met de cijfertoetsen wilt invoeren, selecteert u Nummer invoeren via cijfertoetsen en voert u het nummer in. BELANGRIJK: Paginanummers na 9999 worden niet afgedrukt.
Pagina 105
2 . Ko p i ër e n Wanneer Invoeren eindpaginanummer wordt geselecteerd U kunt de beginpagina opgeven voor het toevoegen van paginanummers, binnen het bereik van 1 tot 9999. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en vervolgens Notities. Selecteer Paginanummer, Afdrukken op en vervolgens Invoeren eindpaginanummer Gebruik de toetsen omhoog/omlaag of selecteer Nummer invoeren via cijfertoetsen om de eindpagina en het...
Pagina 106
2. K o p ië r e n Wanneer Invoeren begin- en eindpaginanummer wordt geselecteerd U kunt de beginpagina opgeven voor het toevoegen van paginanummers, binnen het bereik van 1 tot 9999. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en vervolgens Notities. Selecteer Paginanummer, Afdrukken op en vervolgens Invoeren begin- en eindpaginanummer Gebruik de toetsen omhoog/omlaag of selecteer Nummer invoeren via cijfertoetsen om de begin- en eindpagina en het...
2 . Ko p i ër e n Watermerk U kunt licht ter controle een volgnummer afdrukken op de achtergrond van elke set kopieën. Als u bijvoorbeeld "1" instelt als beginnummer, wordt "1" afgedrukt op alle pagina's van de eerste set kopieën en "2"...
Pagina 108
2. K o p ië r e n Watermerk wordt niet toegepast op kopieën. Watermerk wordt toegepast op kopieën. Beginnummer U kunt een controlenummer instellen binnen het bereik van 1 t/m 9999. Bij het instellen van een controlenummer gebruikt u de toetsen omhoog/omlaag of de cijfertoetsen om het beginnummer in te voeren.
Pagina 109
2 . Ko p i ër e n Scherm Watermerk - Tekst U kunt kiezen uit drie tekentypes voor het watermerk. Selecteer op het tabblad Afleveringsformaat de optie Watermerk en vervolgens Tekst. Selecteer een item. Selecteer Opslaan om de keuze te behouden. Scherm Watermerk - Teksteffect U kunt het teksteffect instellen.
2. K o p ië r e n Outline Wanneer u bedrukt papier kopieert, wordt de tekst op de achtergrond met omtrek afgedrukt. Raadpleeg "Text Effect" (Teksteffect) in de System Administration Guide voor informatie over het achtergrondpatroon dat wordt gebruikt voor het watermerk en andere instellingen. Kantlijnverschuiving tabblad U kunt beelden van een tabbladorigineel kopiëren door de gekopieerde positie op te geven, zodat het beeld op de tab wordt...
Pagina 111
2 . Ko p i ër e n Alles verschuiven Kopieer het hele beeld van het document naar het indexpapier. Geef de Verschuivingswaarde op wanneer u het beeld aan de rand van het document wilt verschuiven naar de tab om daar te worden gekopieerd.
2. K o p ië r e n Afdrukrichting U kunt kiezen of kopieën met de beeldzijde naar boven of naar beneden moeten worden afgeleverd. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en vervolgens Afdrukrichting. Selecteer een item. Selecteer Opslaan om de keuze te behouden. Automatisch Er wordt automatisch bepaald of de kopieën met de beeldzijde naar boven of naar beneden moeten worden afgeleverd.
U kunt kopieën maken die in tweeën of in drieën zijn gevouwen. BELANGRIJK: Voor deze keuzemogelijkheid is een optiepakket nodig. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. BELANGRIJK: De richting van originelen is beperkt tot KKE- invoer;...
2. K o p ië r e n Voorinstellingen Beeld herhalen Een origineelbeeld kan worden gekopieerd op het gebied dat gelijkelijk is verdeeld op een vel papier overeenkomstig het aantal originelen en kan worden herhaald. OPMERKING: Wanneer u iets ander selecteert dan Auto- percentage bij Verkleinen/vergroten kan er beeldverlies optreden, afhankelijk van het origineelformaat.
2 . Ko p i ër e n Afwerking U kunt de afleveringsmethode voor de kopieën opgeven. Wanneer Nieten is opgegeven, kan elke set worden geniet en vervolgens afgeleverd. Daarnaast kan de afleveringspositie van kopieën afwisselend worden gestaffeld om elke set kopieën van de andere te scheiden.
Pagina 116
A3, of B5 portret en B4. Wanneer u een A4 portretvel plaatst met een A3 vel, wordt alleen de A3 kopie als Z gevouwen. BELANGRIJK: Voor deze keuzemogelijkheid is een optiepakket nodig. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. 2- 8 6...
2 . Ko p i ër e n Scherm Aflevering kopieën - Nieten U kunt een andere nietpositie selecteren dan is weergegeven in het scherm Afwerking. BELANGRIJK: In de volgende gevallen verschillen de nietrichting die op het scherm staat en de richting waarin de nietjes daadwerkelijk worden geplaatst: a) Wanneer het document in de richting is geplaatst waarin het wordt gelezen (bovenzijde omhoog) en één nietje linksboven is...
Nietpositie de optie Perforeren. Maak een selectie. Selecteer Opslaan om de keuze te behouden. OPMERKING: 3 gaten kan worden ingesteld, afhankelijk van een optiepakket. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. Er is geen perforatiepositie geselecteerd. 2 gaatjes U kunt twee posities voor perforeren selecteren.
2 . Ko p i ër e n Tabblad Opdracht samenstellen In het scherm Opdracht samenstellen kunt u de functies van Opbouwopdracht configureren. Hieronder wordt het referentiegedeelte getoond voor functies die kunnen worden geconfigureerd in Opdracht samenstellen. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren. Selecteer het tabblad Opdracht samenstellen en selecteer een functie in het scherm Opdracht samenstellen dat verschijnt.
Pagina 120
2. K o p ië r e n OPMERKING: U kunt het vorige scherm weergeven door selecteren en het volgende scherm door te selecteren. Opbouwopdracht wordt niet toegepast. Opbouwopdracht wordt toegepast. De functies die op de hele opdracht worden toegepast moeten eerst worden geselecteerd. BELANGRIJK: Na selectie hiervan kunnen de instellingen niet worden gewijzigd of geannuleerd tijdens het kopieerproces.
2 . Ko p i ër e n Scherm Opbouwopdracht - Scheidingsvellen U kunt tussen documentopdrachten blanco of bedrukte vellen papier invoegen die dienst doen als scheidingsvellen. Het aantal scheidingsvellen kan naar wens worden ingesteld van 1 tot 99. Selecteer in het tabblad Opdracht samenstellen de optie Opbouwopdracht en vervolgens Scheidingsvellen.
Pagina 122
2. K o p ië r e n Lade voor scheidingsvellen Selecteer de lade voor scheidingsvellen. Wanneer Handmatige invoer wordt geselecteerd, verschijnt het scherm Lade 5 (handmatig). Raadpleeg “Scherm Lade 5 (handmatig)” op pagina 2-20. Aantal Het aantal scheidingsvellen kan naar wens worden ingesteld van 1 tot 99 wanneer Blanco scheidingsvellen wordt geselecteerd.
2 . Ko p i ër e n Hoofdstukindeling/scheidingsvellen Het scherm Opbouwopdracht - Hoofdstukindeling/ scheidingsvellen verschijnt. Scheidingsvellen Het scherm Opbouwopdracht - Scheidingsvellen verschijnt. Raadpleeg “Scherm Opbouwopdracht - Scheidingsvellen” op pagina 2-91 voor meer informatie over notities. Vellen wijzigen Het scherm Opbouwopdracht - Vellen wijzigen verschijnt. Wijzig met de cijfertoetsen het aantal kopieën.
2. K o p ië r e n Selecteer Opslaan om uw keuze op te slaan. Er wordt geen proefafdruk gemaakt. Er wordt een proefafdruk gemaakt. Scherm Kopiëren Annuleren De resterende kopieën worden geannuleerd. Start De resterende kopieën worden gemaakt. Instellingen wijzigen Het scherm Instellingen wijzigen verschijnt.
2 . Ko p i ër e n Omvangrijk document Met deze functie kunt u een aantal origineelpagina's kopiëren dat groter is dan het maximumaantal dat in één keer in de AOD kan worden geplaatst, Met deze functie kunt u via de glasplaat meerdere originelen kopiëren als één opdracht.
Pagina 126
2. K o p ië r e n Scherm Kopiëren Het scherm Kopiëren verschijnt na het scannen van de originelen. Stop De origineelgegevens die zijn opgeslagen met de functie Omvangrijk document worden gewist en de functie Omvangrijk document wordt geannuleerd. Druk op Start om door te gaan met het scannen van originelen.
2 . Ko p i ër e n Formulieroverlay Met deze functie kunt u kopieën maken als overlay over de eerste pagina van het document en de rest van de documenten. Als u bijvoorbeeld alleen de eerste pagina van het document met een kop- en voettekst maakt, kan de rest van de documenten met de kop- en voettekst worden gekopieerd.
2. K o p ië r e n Buiten / binnen verwijderen Met deze functie kunt u het gebied opgeven dat u wilt extraheren of verwijderen en vervolgens dit gebied kopiëren. Het maximumaantal gebieden dat u kunt selecteren is 3. Selecteer Buiten/binnen verwijderen.
Pagina 129
2 . Ko p i ër e n Scherm Buiten verwijderen/binnen verwijderen - Gebied X Met deze functie kunt u de gebieden opgeven die u uit het origineel wilt extraheren of verwijderen. De rechthoek met een diagonale lijn en vier rechte zijden die de coördinaten X1/Y1 en X2/Y2 met elkaar verbinden, wordt het te verwijderen of extraheren gebied.
Pagina 130
2. K o p ië r e n OPMERKING: Als u de ingevoerde kopieerverhoudingen wilt wijzigen, selecteert u Volgende, de toets met de pijl naar rechts en voert u de numerieke waarden opnieuw in. Als alle waarden voor X1, Y1, X2 en Y2 zijn ingesteld op 0, is het gebied ongeldig en kan de functie Extraheren/ verwijderen niet worden gebruikt.
Scannen naar mailbox, Netwerkscannen en Scannen naar FTP/ SMB in kleur maken. Scans voor de functie Kopiëren zijn alleen zwart/wit aangezien de Xerox 4595 een zwart/wit-printer is. Hier ziet u ter referentie een scherm met de toepassing Afdrukkleur, dat alleen beschikbaar is als de optionele kleurenscanner-set is geïnstalleerd en de toepassing Lichter/...
3. S c a n ne n Het gebied Afdrukkleur bevat de volgende vier toetsen: • Auto - scans worden gemaakt op basis van de inhoud van het origineel • 4 kleuren - scans worden gemaakt in 4 kleuren, ongeacht de inhoud van het origineel •...
Pagina 133
3 . S c an n en Raadpleeg “Gemengde origineelformaten” op pagina 3-45 voor informatie over het scannen van originelen met verschillende formaten. BELANGRIJK: Plaats gevouwen of gekreukelde originelen op de glasplaat, want deze kunnen papierstoringen veroorzaken als ze in de DAOD worden geplaatst. Verwijder alle eventuele paperclips en nietjes voordat u het origineel plaatst.
Pagina 134
3. S c a n ne n Glasplaat Op de glasplaat kunt u originelen bestaand uit één vel of een boek leggen met een formaat van maximaal 297 × 432 mm (A3, 11 × 17 inch). Via de glasplaat kunnen alleen originelen met een standaardformaat worden gedetecteerd.
3 . S c an n en Stap 2 Functies selecteren U kunt scanfuncties selecteren in het scherm Alle diensten. U kunt kiezen uit 4 scanmodi: E-mailen, Scannen naar mailbox, Opdrachtsjabloon en Scannen naar FTP/SMB. E-mailen Hiermee scant u een origineel en verzendt u de gescande gegevens als bijlage bij een e-mail.
Pagina 136
3. S c a n ne n Hieronder vindt u uitleg over het gebruik van de functie Scannen naar mailbox. Druk op de toets Alle diensten. Alle diensten Selecteer Scannen naar mailbox. Als de vorige instellingen nog aanwezig zijn, drukt u op de toets Alles wissen.
3 . S c an n en Geef op in welke mailbox de scan moet worden opgeslagen. Selecteer op elk tabblad de functies die u wilt configureren. Stap 3 De scanopdracht starten Druk op de toets Start. Start OPMERKING: Als er zich een probleem voordoet, verschijnt er een foutbericht op de display.
Pagina 138
3. S c a n ne n Selecteer Volgende origineel terwijl originelen worden gescand. OPMERKING: Wanneer u de DAOD gebruikt, wacht het apparaat op de volgende set originelen nadat het klaar is met het scannen van de eerste set. OPMERKING 2: Wanneer het bovenstaande scherm wordt weergegeven en er een bepaalde periode lang geen bewerking is uitgevoerd, gaat het apparaat er automatisch van uit dat er geen originelen meer zijn.
3 . S c an n en Stap 4 De scanopdracht bevestigen in de opdrachtstatus Druk op de toets Opdrachtstatus. Opdrachtstatus Controleer de opdrachtstatus. OPMERKING: Gebruik de toetsen omhoog en omlaag om tussen schermen te navigeren . Als de opdracht kort is, verschijnt deze niet in Huidige/ wachtrijopdr.
Importeren vanuit een toepassing Gebruik een netwerkscandriver. Importeren met behulp van Mailbox Viewer 2 U kunt importeren met behulp van de toepassingssoftware van Xerox, Mailbox Viewer 2. Importeren met behulp van CentreWare Internetservices Hierbij wordt CentreWare Internetservices gebruikt om te importeren.
3 . S c an n en Scanopdrachten annuleren Volg de onderstaande procedure om een scan te annuleren. Druk op Stop op het aanraakscherm of op de toets Stop op het bedieningspaneel. Stop Selecteer Annuleren om het scannen te beëindigen of Start om het scannen te hervatten.
3. S c a n ne n E-mailen U kunt een origineel scannen en de gescande gegevens verzenden als e-mailbijlage. De functies Mail Delivery Notification (MDN) en Gesplitst verzenden in het scherm Afdrukopmaak zijn alleen beschikbaar bij de functie E-mailen. Selecteer E-mailen in het scherm Alle diensten.
3 . S c an n en Adresboek In dit gedeelte wordt het invoeren van een ontvanger met behulp van het adresboek beschreven. U kunt een ontvanger ook rechtstreeks via het toetsenbord invoeren. Zoeken naar een adres Selecteer op het tabblad Basisfuncties de optie Adresboek. Zodra het scherm Adresboek verschijnt, kiest u Lokaal zoeken of Lokale adreslijst als type adresboek.
Pagina 144
3. S c a n ne n Wanneer het zoeken voltooid is, geeft u de ontvanger op in het weergegeven scherm en selecteert u Aan, CC of BCC als type ontvanger. OPMERKING: Het scherm boven verschijnt wanneer Lokale adreslijst is geselecteerd als adresboek. Gebruik de toetsen omhoog en omlaag om tussen schermen te navigeren .
Pagina 145
3 . S c an n en Wanneer het scherm Adresboek verschijnt, selecteert u Lokale adreslijst. Gebruik bij Ga naar de cijfertoetsen om een 3-cijferig adresnummer in te voeren. Het opgegeven nummer wordt boven aan de lijst weergegeven. Geef de ontvanger op in het weergegeven scherm en selecteer Aan, CC of BCC als type ontvanger.
3. S c a n ne n Toetsenbord Voer met het toetsenbord een ontvanger in. Selecteer Toetsenbord. Gebruik het toetsenbord op het aanraakscherm om een ontvanger op te geven (maximaal 128 tekens). Selecteer Volgende ontvanger om nog een e-mailadres toe te voegen of selecteer Opslaan om terug te keren naar het scherm E-mailen.
3 . S c an n en Naam ontvanger/e-mailadres U kunt ontvangersnamen en e-mailadressen verwijderen of wijzigen. Verwijderen Ontvangers verwijderen. Selecteer een item dat u wilt verwijderen uit Naam ontvanger/ e-mailadres. Selecteer Verwijderen in het pop-upmenu dat wordt weergegeven. OPMERKING: Wanneer Annuleren wordt geselecteerd, kunt u het pop-upmenu verbergen.
Pagina 148
3. S c a n ne n Instellingen wijzigen U kunt ontvangersnamen en e-mailadressen controleren of wijzigen. Selecteer een item dat u wilt controleren of wijzigen uit Naam ontvanger/e-mailadres. Selecteer Instell. wijzigen in het pop-upmenu dat wordt weergegeven. OPMERKING: Wanneer Annuleren wordt geselecteerd, kunt u het pop-upmenu verbergen.
3 . S c an n en U kunt het e-mailadres van een verzender registreren. Slechts één adres kan worden gespecificeerd. Maximaal 128 tekens kunnen worden ingevoerd. OPMERKING: Wanneer u de toestemmingsfunctie gebruikt, wordt automatisch een e-mailadres dat is geregistreerd in de gebruikersinformatie ingesteld.
3. S c a n ne n Onderwerp U kunt een e-mailonderwerp invoeren. Wanneer u Onderwerp selecteert, voert u met behulp van het weergegeven toetsenbord het onderwerp in. OPMERKING: Wanneer u het veld leeg laat, wordt het onderwerp automatisch ingevoerd als "Scangegevens van XXX" (waarbij XXX de hostnaam van het apparaat is).
3 . S c an n en Wijzigen U kunt de ontvanger bevestigen of wijzigen. Selecteer het e-mailadres dat u wilt bevestigen/wijzigen. Selecteer Instell. wijzigen in het pop-upmenu dat wordt weergegeven. OPMERKING: Als u Annuleren selecteert, wordt het pop- upmenu gesloten. Als u een adres wilt wijzigen, gebruikt u het weergegeven toetsenbord om een nieuwe waarde in te voeren.
3. S c a n ne n Voer een e-mailadres in. U kunt kiezen uit Adresboek of Toetsenbord. Als u Toetsenbord kiest, voert u een e-mailadres in met het weergegeven toetsenbord. U kunt slechts op één plaats het adres van een ontvanger opgeven.
3 . S c an n en Scannen naar mailbox U kunt originelen op het apparaat scannen en de gescande gegevens opslaan in een mailbox op het apparaat. Als u deze toepassing wilt gebruiken, selecteert u Scannen naar mailbox. Er moet een mailbox zijn aangemaakt. BELANGRIJK: Maak van tevoren een mailbox.
3. S c a n ne n Ga naar Voer met de cijfertoetsen een 3-cijferig mailboxnummer in. Die mailbox verschijnt vervolgens boven aan de lijst. Documentenlijst Selecteer een mailbox en druk op deze toets om documenten die erin zijn opgeslagen te controleren of te verwijderen. Lichter/donkerder Raadpleeg “Lichter/donkerder”...
3 . S c an n en OPMERKING: Als de gescande gegevens niet worden weergegeven, selecteert u Vernieuwen. Gebruik de toetsen omhoog en omlaag om tussen schermen te navigeren. U kunt originelen in oplopende of aflopende volgorde sorteren door op Documentnaam of Opslagdatum te drukken.
Pagina 156
3. S c a n ne n OPMERKING 2: Als een gemaakte opdrachtsjabloon niet wordt weergegeven, selecteert u Vernieuwen. OPMERKING 3: Wanneer de optionele kleurenscanner-set is geïnstalleerd, is de onderkant van het scherm anders dan hierboven afgebeeld. Geef een opdrachtsjabloon op. Opdrachtsjabloon Selecteer een opdrachtsjabloon die is geconfigureerd met de gewenste scanparameters.
3 . S c an n en Sjabloonbeschrijving U kunt een beschrijving van de opdrachtsjabloon weergeven. Er verschijnt echter alleen een beschrijving als deze is ingesteld toen de opdrachtsjabloon werd gemaakt. Selecteer de opdrachtsjabloon en vervolgens Sjabloonbeschrijving. X er o x 4 5 95 c op i er / pr in te r Ha nd l e id i ng v oo r d e g eb r u i k er 3-27...
FTP/SMB-standaardinstellingen in de System Administration Guide. Een optionele uitbreiding wordt vereist voor deze selectie. Voor meer informatie neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. Hieronder staat de basisprocedure voor Scannen naar FTP/SMB. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Scannen naar FTP/SMB.
3 . S c an n en Overdrachtsprotocol Selecteer Overdrachtsprotocol en selecteer in het volgende scherm FTP, SMB of SMB (UNC-indeling) als doorstuurprotocol. Raadpleeg “Een doorstuurbestemming opgeven” op pagina 3-30 voor meer informatie over elk protocol. Adresboek U kunt een servernaam, aanmeldnaam, bijvoorbeeld uit het adresboek selecteren.
3. S c a n ne n Een doorstuurbestemming opgeven Voer waarden in voor de velden die betrekking hebben op het geselecteerde protocol en geef een doorstuurbestemming op om op te slaan. Selecteer op het tabblad Scannen - Basis de vereiste velden en vul deze in om een doorstuurbestemming op te geven.
3 . S c an n en Aanmeldnaam Voer de aanmeldnaam in voor de computer waarnaar u doorstuurt. Maximaal 32 tekens zijn toegestaan. Wanneer u doorstuurt met SMB, kan dit veld worden overgeslagen als dit voor de ontvanger niet nodig is. Toegangscode Voer de toegangscode voor de aanmeldnaam in.
3. S c a n ne n Basisfuncties Dit scherm wordt weergegeven bij E-mailen, Scannen naar mailbox, Netwerkscannen en Scannen naar FTP/SMB. In het scherm Basisfuncties kunt u basisfuncties configureren. OPMERKING: Wanneer u Scannen naar mailbox selecteert, wordt Bestandsindeling niet weergegeven in het scherm. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie E-mailen, Scannen naar mailbox, Netwerkscannen of Scannen naar FTP/SMB.
3 . S c an n en 2-zijdige originelen U kunt automatisch beide zijden van een 2-zijdig origineel scannen. Door het instellen van de inbindstijl kan ook informatie over paginarichting worden opgenomen in de gescande gegevens. Selecteer een item. 1-zijdig Selecteer dit als u slechts één zijde van het origineel wilt scannen.
3. S c a n ne n Scherm 2-zijdige originelen Selecteer dit wanneer u de richting van een origineel wilt opgeven en beide zijden wilt scannen. Selecteer 1-zijdig of 2-zijdig. Wanneer 2-zijdig is geselecteerd, selecteert u Originelen. Selecteer Origineelrichting. Selecteer Opslaan om de keuzes te behouden. Originelen Dit wordt weergegeven wanneer 2-zijdig is geselecteerd in het scherm Originelen.
3 . S c an n en OPMERKING: Als de aanduiding bij Origineelrichting afwijkt van de werkelijke origineelrichting, detecteert het apparaat mogelijk de bovenkant van het origineel onjuist. • Kop naar boven Selecteer dit wanneer u de bovenkant van het origineel in de richting van de binnenkant van de glasplaat of DAOD plaatst.
3. S c a n ne n Bestandsindeling Selecteer het type gescande gegevens. OPMERKING 1: Wanneer u Scannen naar mailbox selecteert, wordt Bestandsindeling niet weergegeven in het scherm. OPMERKING 2: Wanneer de optionele kleurenscanner-set is geïnstalleerd, is de onderkant van het scherm anders dan hieronder afgebeeld.
Pagina 167
3 . S c an n en BELANGRIJK: Om DocuWorks-bestanden op uw computer te bekijken of af te drukken, moet een van de volgende softwareapplicaties op uw computer zijn geïnstalleerd. – DocuWorks Versie 4.0 of hoger – DocuWorks Viewer Light Versie 4.0 of hoger –...
3. S c a n ne n Afdrukkwaliteit U kunt in het scherm Afdrukkwaliteit onder E-mailen, Scannen naar mailbox, Netwerkscannen of Scannen naar FTP/SMB de beeldeigenschappen configureren. OPMERKING: Wanneer de optionele kleurenscanner-set is geïnstalleerd, is het scherm anders dan hieronder afgebeeld. De verschillen worden in de secties hieronder aangegeven.
3 . S c an n en Auto-belichting Er kunnen scans worden gemaakt waarbij de achtergrondkleur van documenten, zoals kranten of gekleurd papier wordt onderdrukt. Selecteer op het tabblad Afdrukkwaliteit de optie Auto- belichting. Maak een selectie. Selecteer Opslaan om de keuze te behouden. De achtergrond van de originelen wordt gescand, zonder filtering.
3. S c a n ne n Lichter/Donkerder/Contrast (alleen bij optionele kleurenscanner-set) Een scan kan worden aangepast om deze lichter of donkerder te maken of om het contrast van de gescande afbeelding te versterken. Aanpassingen van het Contrast zijn alleen mogelijk wanneer 4 kleuren of Grijsschaal als afdrukkleur zijn geselecteerd.
3 . S c an n en Scanopties U kunt in het scherm Scanopties onder E-mailen, Scannen naar mailbox, Netwerkscannen of Scannen naar FTP/SMB de scanmethode configureren. OPMERKING: Wanneer de optionele kleurenscanner-set is geïnstalleerd, is het scherm anders dan hieronder afgebeeld. De verschillen worden in de secties hieronder aangegeven.
3. S c a n ne n 2-zijdige originelen Deze functie is hetzelfde als 2-zijdige originelen op het tabblad Basisfuncties. Raadpleeg “2-zijdige originelen” op pagina 3-42 voor meer informatie. Boek scannen Ingebonden originelen Met de toepassing Boek scannen Ingebonden originelen kunt u tegenover elkaar gelegen pagina's van een origineel in de paginavolgorde scannen op afzonderlijke vellen papier.
Pagina 173
3 . S c an n en Ingebonden originelen worden niet gescand. Eerst links, dan rechts Scans worden gemaakt van de linkerpagina van tegenover elkaar gelegen pagina's in een document, te beginnen op de linkerpagina. Eerst rechts, dan links Scans worden gemaakt van de rechterpagina van tegenover elkaar gelegen pagina's in een document, te beginnen op de rechterpagina.
3. S c a n ne n Scanformaat U kunt het scanformaat aanpassen voor de originelen die u wilt scannen. Geef het scanformaat op wanneer u originelen met een afwijkend formaat scant of wanneer u scans maakt op een ander formaat dan dat van het op dat moment geplaatste origineel.
3 . S c an n en Afwijkend formaat Voer het gewenste scanformaat in wanneer u originelen met een afwijkend formaat scant of wanneer u scans maakt op een ander formaat dan dat van het op dat moment geplaatste origineel. Het formaat kan worden opgegeven in stappen van 1 mm binnen het bereik van 15 tot 432 mm (0,5 tot 17,0 inch) voor de breedte (X) op de glasplaat en binnen het bereikvan 15 tot 297 mm (0,5 tot...
Pagina 176
3. S c a n ne n Selecteer Gemengde origineelformaten. Selecteer AAN of UIT. Selecteer dit wanneer alle originelen hetzelfde formaat hebben. Wanneer originelen van verschillend formaat worden gescand, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel. Origineelrichting Raadpleeg “Origineelrichting” op pagina 3-34. 3- 4 6 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
3 . S c an n en Randen wissen Wanneer u een origineel scant met de klep open of wanneer u een boek scant, verschijnen er soms zwarte schaduwen langs de randen of in het midden van het gescande beeld. Als dit gebeurt, kunt u scans maken waarbij de schaduwen worden gewist.
Pagina 178
3. S c a n ne n Variabel wissen U kunt alleen de benodigde hoeveelheid wissen. • Boven en onder Schaduwen aan de boven- en onderkant van het origineel worden gewist. Randen aan de boven- en onderkant worden gewist overeenkomstig de richting waarin het origineel was geplaatst.
3 . S c an n en Verkleinen/vergroten U kunt de scanverhouding instellen voor de originelen die u wilt scannen. Selecteer op het tabblad Scanopties de optie Verkleinen/ vergroten. Selecteer de gewenste scanverhouding. Selecteer Opslaan om de wijzigingen te behouden. 100% De scan heeft hetzelfde formaat als het origineel.
3. S c a n ne n Afdrukopmaak U kunt in het scherm Afdrukopmaak onder E-mailen, Scannen naar mailbox, Opdrachtsjabloon of Scannen naar FTP/SMB het afdrukformaat configureren. OPMERKING: Wanneer de optionele kleurenscanner-set is geïnstalleerd, is het scherm anders dan hieronder afgebeeld. De verschillen worden in de secties hieronder aangegeven.
3 . S c an n en Gesplitst verzenden Met deze e-mailfunctie kunt u een groot document opsplitsen in pagina's en deze pagina's als afzonderlijke e-mails verzenden. U kunt het apparaat ook configureren om een document niet op te splitsen. OPMERKING: U kunt de functie Gesplitst verzenden alleen gebruiken wanneer Bestandsindeling in het scherm Scannen - Basis is ingesteld op PDF, DocuWorks of Multi-page TIFF.
3. S c a n ne n Bestandsnaam De bestandsnaam die u wilt gebruiken om op te slaan, kan worden opgegeven. Er kunnen maximaal 28 tekens worden ingevoerd. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en vervolgens Bestandsnaam. Voer met het toetsenbord een bestandsnaam in. Selecteer Opslaan om de ingevoerde bestandsnaam te behouden.
3 . S c an n en Documentnaam Het bestand dat u wilt opslaan, kan worden opgegeven. Er kunnen maximaal 28 tekens worden ingevoerd. OPMERKING: Documentnaam is alleen beschikbaar wanneer u de toepassing Scannen naar mailbox gebruikt. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Scannen naar mailbox.
3. S c a n ne n Bestandsnaamconflict U kunt de procedure instellen wanneer een bestandsnaam overlapt in dezelfde opgegeven mailbox. OPMERKING: Bestandsnaamconflict is alleen beschikbaar wanneer u de toepassing Scannen naar FTP/SMB gebruikt. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Scannen naar FTP/SMB.
3 . S c an n en Antwoorden aan U kunt alle adressen van ontvangers instellen. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie E-mailen. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en vervolgens Antwoorden aan. Verwijderen Hiermee verwijdert u het adres dat is ingevoerd bij Antwoorden aan.
3. S c a n ne n Leesstatus (MDN) In de e-mailfunctie kunt u e-mailverzendresultaten configureren zodat u kunt zien of de ontvanger het bericht heeft gelezen. De ontvanger moet de MDN-functie ondersteunen. OPMERKING: Wanneer meerdere e-mails worden verzonden met behulp van Gesplitst verzenden wordt de leesstatus opgevraagd voor elke e-mail.
OPMERKING: De functie Mailbox controleren is niet beschikbaar op sommige modellen. Er is een optiepakket noodzakelijk. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. Procedure Mailbox controleren De algemene procedure voor het controleren van een mailbox staat hieronder.
4. M a i lb o x be h ee r Open het volgende scherm en selecteer Mailbox controleren. Stap 2 Een type mailbox selecteren Selecteer Kopieer- en afdrukopdrachten of Scan- & and. opdr.. 4- 2 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
4. M ai l b ox b e he e r Stap 3 Een mailbox selecteren Toegang tot de geselecteerde mailbox kan beperkt zijn, afhankelijk van de toestemmingsinstellingen. Raadpleeg "Types of Mailbox" (Soorten mailboxen) in de System Administration Guide voor meer informatie over selecteerbare mailboxen afhankelijk van de toestemmingsfunctie of vraag de systeembeheerder om hulp.
4. M a i lb o x be h ee r Stap 4 Mailboxdocumenten controleren/selecteren Selecteer een document. Raadpleeg "Documenten voor Kopieer- en afdrukopdrachten controleren" op pagina 4-6 of "Documenten voor Scan- en andere opdrachten controleren/selecteren" op pagina 4-70 voor informatie over het scherm Documentenlijst. OPMERKING: In totaal kunnen maximaal 100 gekopieerde en gescande documenten worden opgeslagen.
4. M ai l b ox b e he e r Kopieer- en afdrukopdrachten selecteren Toegang tot de geselecteerde mailboxen kan beperkt zijn, afhankelijk van de toestemmingsinstellingen voor gebruikers. Raadpleeg "Types of Mailbox" (Soorten mailboxen) in de System Administration Guide voor meer informatie over mailboxen die beveiligd zijn met toestemmingsinstellingen voor gebruikers of vraag de systeembeheerder om hulp.
4. M a i lb o x be h ee r Als er een scherm voor het invoeren van een toegangscode verschijnt, voert u de toegangscode in en selecteert u de toets Bevestigen. Selecteer Documentenlijst. De documentenlijst wordt weergegeven. Documenten voor Kopieer- en afdrukopdrachten controleren U kunt documenten voor Kopieer- en afdrukopdrachten controleren of selecteren.
4. M ai l b ox b e he e r Links naast de documentnaam wordt een pictogram weergegeven met de inhoud van het document. : Gekopieerd document : Afgedrukt document : Bewerkt document Documenten voor Kopieer- en afdrukopdrachten verwijderen Selecteer een document en selecteer vervolgens Verwijderen.
4. M a i lb o x be h ee r Kopieer- en afdrukdocumenten kopiëren/verplaatsen Met deze functie kunt u documenten die in een mailbox zijn opgeslagen, controleren, naam wijzigen, de eerste pagina van elk document afdrukken ter bevestiging en documenten van de ene mailbox naar de andere kopiëren of verplaatsen.
4. M ai l b ox b e he e r Documentnaam wijzigen U kunt documenten een andere naam geven. OPMERKING: U kunt documenten geen andere naam geven als meerdere documenten zijn geselecteerd. Selecteer Documentnaam wijzigen. Voer met het toetsenbord een documentnaam in. Selecteer Opslaan om de gewijzigde bestandsnaam te behouden.
4. M a i lb o x be h ee r Kopiëren Met deze functie kunt u het geselecteerde document naar een andere mailbox kopiëren. Selecteer Kopiëren. Selecteer een mailbox waar naartoe het document wordt gekopieerd en selecteer Opslaan. OPMERKING: Als er een toegangscode is ingesteld voor de mailbox, verschijnt het invoerscherm voor de toegangscode.
4. M ai l b ox b e he e r Het scherm Kopiëren naar mailbox – Documentenlijst Met deze functie kunt u andere documenten die zijn opgeslagen in een mailbox waar naartoe u het document kopieert, controleren of verwijderen. Alles selecteren Selecteert alle documenten die zijn opgeslagen in een mailbox waar naartoe een document is gekopieerd.
4. M a i lb o x be h ee r Verplaatsen Met deze functie kunt u documenten van de ene mailbox naar een andere verplaatsen. BELANGRIJK: Wanneer een document wordt verplaatst naar een mailbox met een gekoppeld opdrachtstroomschema, wordt het document zelf niet aan de opdrachtstroom gekoppeld.
4. M ai l b ox b e he e r Het scherm Verplaatsen naar mailbox – Documentenlijst U kunt andere documenten die in een mailbox zijn opgeslagen waar naartoe een document wordt verplaatst, controleren of verwijderen. Alles selecteren Selecteert alle documenten die zijn opgeslagen in een mailbox waar naartoe een document is verplaatst.
4. M a i lb o x be h ee r Kopieer- en afdrukdocumenten bewerken Met deze functie kunt u mailboxdocumenten bewerken. OPMERKING: Wanneer afdrukdocumenten worden bewerkt en in de mailbox worden weergegeven als Kopieer- en afdrukopdrachten, worden deze afdrukdocumenten opgeslagen als Bewerkt document ( ).
4. M ai l b ox b e he e r Pagina's verwijderen Met deze functie kunt u gespecificeerde pagina's van documenten verwijderen. Na het verwijderen van pagina's worden documenten overschreven en opgeslagen. BELANGRIJK: Als na het verwijderen van pagina's het document niet meer is dan een voorblad zonder afbeeldingen, wordt het document zelf ook verwijderd.
4. M a i lb o x be h ee r Document/scheidingsvellen invoegen Met deze toepassing kunt u een scheidingsvel of ander document opgeslagen in dezelfde mailbox als het hoofddocument toevoegen na een doelpagina van het hoofddocument. Na het invoegen wordt het hoofddocument overschreven en opgeslagen.
4. M ai l b ox b e he e r scherm Mailbox – Scheidingsvellen invoegen U kunt het hoofddocument scheiden en een scheidingsvel invoegen na de doelpagina. Na het invoegen van het scheidingsvel, wordt dit samengevoegd met het hoofddocument. BELANGRIJK: Als na het invoegen van een scheidingsvel, de pagina erna niet overeenkomend is (met andere woorden, tekstpagina en een omslag zonder afbeeldingen;...
4. M a i lb o x be h ee r Het scherm Mailbox – Nw. hoofdstuk + Doc. invoegen Met deze functie kunt u een scheiding aanbrengen in het hoofddocument en een ander document na de doelpagina toevoegen. BELANGRIJK: Als na het invoegen van een document, de pagina erna niet overeenkomend is (met andere woorden, tekstpagina en een omslag zonder afbeeldingen;...
4. M ai l b ox b e he e r scherm Mailbox – Document invoegen Met deze functie kunt u een document invoegen na de doelpagina van het hoofddocument. Als het hoofddocument is geprogrammeerd voor 2-zijdig kopiëren of afdrukken, wordt de instelling 2-zijdig ook toegepast op het ingevoegde document.
4. M a i lb o x be h ee r Kopieer- en afdrukdocumenten samenvoegen/batch-afdrukken Met deze functie kunt u meerdere documenten opgeslagen in een mailbox samenvoegen en als batch afdrukken. OPMERKING: Wanneer afdrukdocumenten worden bewerkt en in de mailbox worden weergegeven als Kopieer- en afdrukopdrachten, worden deze afdrukdocumenten opgeslagen als Bewerkt document ( ).
4. M ai l b ox b e he e r Documentgegevens Met deze functie kunt u de inhoud van een geselecteerd document controleren. In het weergegeven scherm kunt u documenten samenvoegen of als batch afdrukken. Selecteer Documentgegevens. Samenvoegen Met deze functie kunt u geselecteerde documenten samenvoegen. Selecteer Samenvoegen.
4. M a i lb o x be h ee r Samenvoegen en afdrukken Met deze functie kunt u geselecteerde documenten samenvoegen en als batch afdrukken. Selecteer Samenvoegen en afdrukken. Selecteer een item. Brondocumenten verwijderen Verwijdert de brondocumenten nadat ze zijn samengevoegd. Brondocumenten behouden Verwijdert de brondocumenten nadat ze zijn samengevoegd.
4. M ai l b ox b e he e r Scheidingsvellen Met deze functie kunt u scheidingsvellen invoegen in samengevoegde documenten of meerdere documenten samenvoegen zonder hoofdstukscheidingen. Selecteer Scheidingsvellen. Selecteer een item. Selecteer een papierlade voor scheidingsvellen als Blanco scheidingsvellen of Bedrukte scheidingsvellen zijn geselecteerd.
4. M a i lb o x be h ee r Lade voor scheidingsvellen Papierladen voor scheidingsvellen kunnen worden geselecteerd. Het aantal scheidingsvellen kan worden ingesteld binnen het bereik van 1 t/m 99. Scheidingsvellen Het aantal scheidingsvellen kan worden ingesteld binnen het bereik van 1 t/m 99.
4. M ai l b ox b e he e r Scherm Afwerking – Perforeren Met deze functie kunt u de perforeerposities programmeren die niet worden weergegeven in het scherm Nieten/Perforeren/Als Z vouwen. Geen Er worden geen perforaties gemaakt. 2 gaatjes perforeren De posities voor 2 gaatjes perforeren kunnen worden geselecteerd.
4. M a i lb o x be h ee r Omslagen Met deze functie kunt u omslagen toevoegen aan een samengevoegd document. Selecteer Omslagen. Selecteer een item. Vooromslag Vooromslag kan worden toegevoegd aan een samengevoegd document. • Uit: Er wordt geen vooromslag toegevoegd. •...
4. M ai l b ox b e he e r Aantal vooromslagen U kunt het aantal vooromslagen instellen dat wordt ingevoegd binnen het bereik van 1 t/m 99. Zelfs wanneer meerdere sets worden afgedrukt, wordt het aantal vooromslagen dat hier is geprogrammeerd afgedrukt per set.
4. M a i lb o x be h ee r Datum Geeft het scherm Datum weer. Raadpleeg "Scherm Datum" op pagina 4-30 voor meer informatie. Paginanummer Geeft het scherm Paginanummer weer. Raadpleeg "Scherm Paginanummer" op pagina 4-32 voor meer informatie. Scherm Stempel Met deze functie kunt u stempels als "VERTROUWELIJK", "Kopiëren verboden", "URGENT", "BELANGRIJK", "Circuleren",...
4. M ai l b ox b e he e r Positie Geeft het scherm Stempel – Positie weer. Raadpleeg "Scherm Stempel – Positie" op pagina 4-29 voor meer informatie. Grootte Geeft het scherm Stempel – Grootte weer. De grootte van de stempel kan worden geselecteerd uit 3 groottes.
4. M a i lb o x be h ee r Scherm Datum Met deze functie kunt u een datum afdrukken op documenten. De datums die worden afgedrukt zijn de datum van het drukken van de documenten. Raadpleeg "Watermark" (Watermerk) in hoofdstuk 9 van de System Administration Guide voor meer informatie over de datumweergave.
4. M ai l b ox b e he e r Scherm Datum – Positie Met deze functie kunt u de posities instellen waar de datum wordt afgedrukt. Zijde 1 U kunt de posities selecteren waar de datum wordt afgedrukt. Kies uit 6 verschillende opties.
4. M a i lb o x be h ee r Scherm Paginanummer Met deze functie kunt u paginanummers afdrukken op documenten. Selecteer Paginanummer. Selecteer UIT of AAN. Er worden geen paginanummers toegevoegd. Er worden paginanummers toegevoegd. Stijl De stijl van paginanummers kan worden geselecteerd uit 6 opties. •...
4. M ai l b ox b e he e r Totaal aantal pagina's (N) Geeft het scherm Paginanummer – Tot. aantal pagina's (N) weer. Raadpleeg "Scherm Paginanummer – Tot. aantal pagina's (N)" op pagina 4-33 voor meer informatie. Afdrukken op… Geeft het scherm Paginanummer –...
4. M a i lb o x be h ee r Scherm Paginanummer – Afdrukken op Met deze functie kunt u de pagina's opgeven waarop paginanummers worden afgedrukt. Selecteer Afdrukken op…. Gebruik [ ] en [ ] of selecteer Nummer invoeren via cijfertoetsen om de beginpagina van een document in te voeren.
4. M ai l b ox b e he e r Watermerk Met deze functie kunt u volgnummers in lichte druk ter controle afdrukken op de achtergrond van documenten. Als u bijvoorbeeld "1" instelt als beginnummer, wordt "1" afgedrukt op alle pagina's van de eerste set kopieën en "2"...
4. M a i lb o x be h ee r OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar wanneer auditronbeheerfuncties worden gebruikt. Datum en tijd U kunt instellen of de datum en tijd al dan niet worden afgedrukt. Als u datum en tijd wilt afdrukken, kruist u het selectievakje aan. Raadpleeg "Watermark"...
Met deze functie kunt u teksteffecten programmeren. OPMERKING: Met reliëf en Outline (omtrek) wordt op sommige apparaten misschien niet worden weergegeven. Een optioneel pakket is noodzakelijk. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre voor meer informatie. Selecteer een item.
4. M a i lb o x be h ee r Documentnaam Met deze functie kunt u documentnamen instellen nadat documenten zijn samengevoegd. Selecteer Documentnaam. Voer met het weergegeven toetsenbord een documentnaam in. 4- 3 8 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
4. M ai l b ox b e he e r Documenten voor Kopieer- en afdrukopdrachten afdrukken Met deze functie kunt u de documentinstellingen wijzigen voordat u deze afdrukt. OPMERKING: De afdruksnelheid kan lager zijn voor beeldbewerking, afhankelijk van het item dat moet worden ingesteld.
4. M a i lb o x be h ee r Documentgegevens Met deze functie kunt u de geselecteerde documenten controleren. U kunt ze opnieuw opslaan of afdrukken in het weergegeven scherm. Selecteer Documentgegevens. Maak een selectie uit de gepresenteerde items. OPMERKING: Wanneer u meerdere documenten selecteert, worden deze in de vorm van een lijst weergegeven.
4. M ai l b ox b e he e r Proefafdruk Wanneer u meerdere kopieën maakt, kunt u van tevoren één proefafdruk maken. Door een proefafdruk te maken kunt u controleren of de kopie aan uw verwachtingen voldoet. De overige kopieën worden gemaakt nadat de proefafdruk is bevestigd.
4. M a i lb o x be h ee r Papierinvoer Met deze functie kunt u een papierlade selecteren waarin papier van het vereiste formaat is geplaatst voor kopiëren. Selecteer in het venster Alle diensten de optie Mailbox controleren en vervolgens Kopieer- en afdrukopdrachten. Selecteer de mailbox die u wilt openen en selecteer vervolgens Instell.
4. M ai l b ox b e he e r Afwerking Met deze functie kunt u aangeven hoe documentkopieën moeten worden afgeleverd. Wanneer Nieten is opgegeven, kan elke set worden geniet en vervolgens afgeleverd. Selecteer in het venster Alle diensten de optie Mailbox controleren en vervolgens Kopieer- en afdrukopdrachten.
Documentinstellingen. Beschikbare papierformaten voor als Z vouwen zijn B4, A3, 11 × 17 inch en 8K. OPMERKING: Voor deze keuzemogelijkheid is een optiepakket nodig. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. Scherm Afwerking – Nieten U kunt een andere nietpositie selecteren die niet wordt weergegeven in het scherm Afwerking.
Pagina 231
OPMERKING: Er kunnen drie perforatieposities worden geconfigureerd overeenkomstig een optionele functie. In dit geval kunnen 2 en 4 posities voor perforeren niet worden geselecteerd. Neem contact op het met Xerox Welcome Centre voor meer informatie. Documentinstellingen Hierbij worden dezelfde instellingen gebruikt als toen het document werd opgeslagen.
4. M a i lb o x be h ee r Omslagen Met deze toepassing kunt u papieren omslagen toevoegen tijdens het kopiëren. OPMERKING: Omslagen worden mogelijk niet correct toegevoegd, afhankelijk van de (tekst) papiersoort. Selecteer in het venster Alle diensten de optie Mailbox controleren en vervolgens Kopieer- en afdrukopdrachten.
Pagina 233
4. M ai l b ox b e he e r Achteromslag U kunt de laatste pagina van het document als achteromslag programmeren. • Geen omslag Er wordt geen omslag toegevoegd. • Er wordt een omslag toegevoegd. Aantal vooromslagen Het scherm Aantal vooromslagen verschijnt. Raadpleeg "Aantal vooromslagen"...
Vouwen U kunt kopieën maken die in tweeën of in drieën zijn gevouwen. OPMERKING: Voor deze keuzemogelijkheid is een optiepakket nodig. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. Afhankelijk van de papierlade en de richting van het document, worden de afdrukken mogelijk niet goed gevouwen.
Pagina 235
4. M ai l b ox b e he e r Selecteer de mailbox die u wilt openen en selecteer vervolgens Instell. wijzigen/afdrukken. Selecteer Vouwen. Selecteer een item. Selecteer Opslaan om de keuze te behouden. Documentinstellingen Hiermee worden de instellingen vastgehouden op het moment waarop het document wordt bewaard.
4. M a i lb o x be h ee r 2-zijdig afdrukken Met deze functie kunt u 2-zijdige kopieën maken van 1- of 2-zijdige originelen. OPMERKING: Afhankelijk van de richting van het origineel worden kopieën mogelijk niet correct gemaakt. Selecteer in het venster Alle diensten de optie Mailbox controleren en vervolgens Kopieer- en afdrukopdrachten.
4. M ai l b ox b e he e r Beeldverschuiving aanpassen Met deze functie kunt u een witte rand instellen aan de boven-, onder-, linker- of rechterkant van de kopie. Wanneer u 2-zijdige kopieën maakt, kunt u de verschuivingsposities voor zijde 1 respectievelijk zijde 2 instellen.
4. M a i lb o x be h ee r Spiegelen Wanneer u zijde 2 kopieert met dezelfde instelling als zijde 1, selecteert u Spiegelen. Scherm Beeldverschuiving – Zijde 1/Zijde 2 U kunt de waarde voor de beeldverschuiving voor zijde 1 of zijde 2 opgeven, zoals in dit voorbeeld.
Pagina 239
4. M ai l b ox b e he e r Selecteer een item. Selecteer Opslaan om de keuzes te behouden. Documentinstellingen Hierbij worden dezelfde instellingen gebruikt als toen het document werd opgeslagen. Katern maken wordt niet toegepast op kopieën. Alleen vouwen/nieten Kopieën kunnen worden gemaakt op dezelfde manier als die waarop het origineel wordt gescand.
4. M a i lb o x be h ee r Scherm Katern maken – Vouwen/nieten Ga als volgt te werk om Vouwen of Vouwen en nieten op te geven: Selecteer een item. Er wordt geen afwerking uitgevoerd. Vouwen Afdrukken worden in tweeën gevouwen. Vouwen + nieten De kopieën worden in tweeën gevouwen en in het midden geniet.
4. M ai l b ox b e he e r Notities Dit apparaat is in staat kopieën af te drukken met stempels, paginanummers en kopieënbeheernummers die niet in het oorspronkelijke document staan. U kunt kiezen uit kant-en-klare opmaak voor het type stempel, datum, paginanummer en afdrukpositie.
Pagina 242
4. M a i lb o x be h ee r Scherm Notities – Stempel U kunt de stempels "VERTROUWELIJK", "Kopiëren verboden", "URGENT", "BELANGRIJK", "Circuleren", "Zijde 2 kringloop", "ONTWERP" en "ONGELDIG" toevoegen aan kopieën. Selecteer Stempel. Selecteer UIT of AAN. Selecteer Opslaan om de keuzes te behouden.
Pagina 243
4. M ai l b ox b e he e r Scherm Stempel – Positie U kunt een positie instellen om een stempel af te drukken. Zijde 1 U kunt kiezen uit negen posities voor het afdrukken van de stempel. Zijde 2 •...
Pagina 244
4. M a i lb o x be h ee r Scherm Notities – Datum U kunt kopieën maken met een datum toegevoegd. De afgedrukte datum bestaat uit de datum en de tijd waarop de kopie is gemaakt. Raadpleeg "Date Format" (Datumnotatie) in de System Administration Guide voor informatie over het weergeven van de datum.
Pagina 245
4. M ai l b ox b e he e r Scherm Datum – Positie U kunt een positie instellen om een datum af te drukken. Selecteer een item. Selecteer Opslaan om de keuzes te behouden. Zijde 1 U kunt kiezen uit zes posities voor het afdrukken van de datum. Zijde 2 •...
Pagina 246
4. M a i lb o x be h ee r Selecteer Opslaan om de keuzes te behouden. Er wordt geen paginanummer toegevoegd. Er wordt een paginanummer toegevoegd. Stijl U kunt kiezen uit zes nummerstijlen voor de pagina. • 1,2,… Er wordt alleen een paginanummer toegevoegd.
Pagina 247
4. M ai l b ox b e he e r Grootte Het scherm Paginanummer – Grootte verschijnt. U kunt kiezen uit drie groottes voor het paginanummer. Scherm Paginanummer – Tot. aantal pagina's (N) U kunt het totale aantal pagina's instellen. Selecteer Van document of Nummer invoeren.
Pagina 248
4. M a i lb o x be h ee r Scherm Paginanummer – Afdrukken op U kunt de pagina('s) opgeven om een paginanummer toe te voegen. Selecteer Afdrukken op. Gebruik of de cijfertoetsen om het beginnummer op te geven. Alle pagina's Er wordt een paginanummer toegevoegd aan alle pagina's.
4. M ai l b ox b e he e r Beginnummer Geef de beginpagina op voor het toevoegen van paginanummers, binnen het bereik van 1 tot 9999. Watermerk U kunt licht ter controle een volgnummer afdrukken op de achtergrond van elke set kopieën. Als u bijvoorbeeld "1"...
4. M a i lb o x be h ee r Controlenummer Selecteer of u het controlenummer wilt instellen. Beginnummer Het scherm Watermerk – Beginnummer verschijnt. Tekst Het scherm Watermerk – Tekst verschijnt. Gebruikersaccountnummer Het nummer van de gebruikersaccount wordt afgedrukt. Kruis dit aan wanneer u het nummer van de gebruikersaccount afdrukt.
Pagina 251
4. M ai l b ox b e he e r Selecteer Opslaan om het nummer in te stellen. Scherm Watermerk – Tekst U kunt kiezen uit drie tekentypes voor het watermerk: Kopiëren verboden, Kopiëren en Dupliceren. Selecteer een item. Scherm Watermerk –...
Pagina 252
4. M a i lb o x be h ee r Outline De tekst op de achtergrond wordt met omtrek afgedrukt. De rest van de achtergrond (buiten de omtrektekst) wordt afgedrukt met het patroon dat is ingesteld voor Watermerk – Achtergrondpatroon van Systeeminstellingen.
4. M ai l b ox b e he e r Afdrukopdrachten met de PCL-printerdriver naar een mailbox verzenden OPMERKING: Het verzenden van afdrukopdrachten naar een mailbox kan alleen worden gedaan met een PCL-printerdriver. Andere printerdrivers, zoals PS, ondersteunen deze toepassing niet.
Pagina 254
4. M a i lb o x be h ee r Voer het nummer van uw mailbox en de toegangscode in en selecteer OK. OPMERKING: Er zijn bepaalde overwegingen en beperkingen bij het verzenden van opdrachten naar de mailbox om te worden afgedrukt.
4. M ai l b ox b e he e r Een mailbox voor Scan- en andere opdrachten selecteren Toegang tot de geselecteerde mailboxen kan beperkt zijn, afhankelijk van de toestemmingsinstellingen voor gebruikers. Raadpleeg "Types of Mailbox" (Soorten mailboxen) in de System Administration Guide voor meer informatie over mailboxen die beveiligd zijn met toestemmingsinstellingen voor gebruikers of vraag de systeembeheerder om hulp.
4. M a i lb o x be h ee r Documenten voor Scan- en andere opdrachten controleren/selecteren U kunt documenten voor Scan- en andere opdrachten controleren of selecteren. Gescande documenten worden weergegeven in de documentenlijst. OPMERKING: Documenten die zijn opgeslagen in Kopieer- en afdrukopdrachten kunnen niet in dit scherm worden weergegeven.
4. M ai l b ox b e he e r Er kunnen maximaal 100 documenten afzonderlijk worden geselecteerd. U kunt ook alle documenten selecteren. Wanneer u afzonderlijke documenten selecteert, verschijnt een nummer links naast het documentpictogram om aan te geven in welke volgorde deze waren geselecteerd. Documenten worden in deze volgorde verwerkt.
4. M a i lb o x be h ee r Documenten voor Scan- en andere opdrachten controleren Met deze functie kunt u een document controleren of de naam van een document in een mailbox wijzigen. Zie "Documentnaam wijzigen" op pagina 4-9 voor informatie over het initialiseren van gegevens.
4. M ai l b ox b e he e r De documentnaam wijzigen U kunt documenten een andere naam geven. OPMERKING: U kunt documenten geen andere naam geven als meerdere documenten zijn geselecteerd. Selecteer Documentnaam wijzigen. Voer met het toetsenbord een documentnaam in. Selecteer Opslaan en vervolgens Sluiten om de gewijzigde naam te behouden.
4. M a i lb o x be h ee r Opdrachtstroom configureren/starten Bewerkingen die worden ondersteund in Opdrachtstroom configureren/starten en de verwijzingen worden hieronder beschreven. Een opdrachtstroom maken Opdrachtstroom is een functie voor het uitvoeren van een reeks geregistreerde acties. Een opdrachtstroom werkt op documenten die zijn opgeslagen in een mailbox en wordt op de volgende manieren gestart: Start een opdrachtstroom handmatig of automatisch...
Pagina 261
4. M ai l b ox b e he e r Druk op de knop Alle diensten. Alle diensten Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Mailbox controleren. Selecteer Scan- & and. opdr.. Selecteer een mailbox en selecteer Documentenlijst. X er o x 4 5 95 c op i er / pr in te r Ha nd l e id i ng v oo r d e g eb r u i k er 4-75...
Pagina 262
4. M a i lb o x be h ee r Selecteer Instellingen opdrachtstroom. OPMERKING: Als u een opdrachtstroom van toepassing wilt laten zijn op een document, selecteert u het doeldocument voordat u op deze toets drukt. Selecteer om het vorige scherm weer te geven en om het volgende scherm weer te geven.
Pagina 263
4. M ai l b ox b e he e r Start Selecteer documenten uit de mailbox en druk op deze toets om de opdrachtstromen die aan deze mailbox zijn gekoppeld te starten. BELANGRIJK: Druk altijd het opdrachtenhistorieoverzicht af om de resultaten te controleren nadat u een opdrachtstroom heeft uitgevoerd.
Pagina 264
4. M a i lb o x be h ee r OPMERKING: Selecteer om het vorige scherm weer te geven om het volgende scherm weer te geven. Selecteer om het eerste scherm weer te geven en selecteer om het laatste scherm weer te geven. U kunt documenten in oplopende of aflopende volgorde sorteren door op Naam of Bijgewerkt op te drukken.
Pagina 265
4. M ai l b ox b e he e r Scherm Opdrachtstroomschema selecteren Voor een geselecteerd document kunt u een opdrachtstroom opgeven en deze starten. Selecteer de opdrachtstroom en druk op de toets Start. OPMERKING: Selecteer om het vorige scherm weer te geven om het volgende scherm weer te geven.
4. M a i lb o x be h ee r Bewerken/verwijderen Het scherm Bewerken/verwijderen wordt weergegeven. Raadpleeg "Content Check"(Inhoud controleren) in de System Administration Guide voor meer informatie of vraag de systeembeheerder om meer informatie. Bestemming bewerken Het scherm Bewerken wordt weergegeven. U kunt CentreWare EasyOperator gebruiken om geregistreerde opdrachtstromen op een netwerkcomputer te selecteren.
Opdrachtstroom Opdrachtstroom is een functie voor het uitvoeren van een reeks geregistreerde acties. In dit gedeelte worden scanwerkzaamheden beschreven waarbij gebruik wordt gemaakt van een opdrachtstroom die is gemaakt op een netwerkcomputer en is geregistreerd op het apparaat. Het scherm Opdrachtstroomschema's wordt ook uitgelegd. Procedure Opdrachtstroom De stappen van de procedure Opdrachtstroom en de verwijzingen ervan worden hierna besproken.
5. O pd r a ch ts t r o om Selecteer Opdrachtstroomschema's Stap 2 Een opdrachtstroom selecteren Selecteer een opdrachtstroom uit de weergegeven lijst. Meer informatie over het scherm Opdrachtstroomschema's kunt u vinden in “Lijst Opdrachtstroom” op pagina 5-4. 5- 2 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
5. O p dr a c h ts t r oo m Stap 3 Een opdrachtstroom bevestigen/wijzigen Als u de inhoud van een opdrachtstroom wilt bevestigen, selecteert u Details. Als u de inhoud wilt wijzigen, selecteert u Bewerken. Raadpleeg “Opdrachtstroom bevestigen/wijzigen” op pagina 5-5 voor meer informatie over het configureren en wijzigen van de opdrachtstroom.
5. O pd r a ch ts t r o om Lijst Opdrachtstroom Opdrachtstroom is een functie voor het uitvoeren van een reeks geregistreerde acties. OPMERKING: Om communicatie met netwerkcomputers mogelijk te maken, moet de SOAP-poort op dit apparaat worden geopend. Wijzigings-/dupliceringsacties zijn niet toegestaan voor opdrachtstromen die zijn gemaakt op een netwerkcomputer.
5. O p dr a c h ts t r oo m Opdrachtstroom bevestigen/wijzigen U kunt een opdrachtstroom bevestigen en de parameters ervan tijdelijk wijzigen. U kunt echter alleen velden bewerken waarvan bij het maken van de opdrachtstroom is aangegeven dat ze gewijzigd mogen worden.
Pagina 272
5. O pd r a ch ts t r o om Selecteer de items die u wilt wijzigen en selecteer Instellingen wijzigen. OPMERKING: Er verschijnt een driehoekpictogram links naast de groepen die verplichte velden hebben. Gegevens in de opdrachtstroom worden weergegeven in de Items en Huidige instellingen.
Opgeslagen programmering Overzicht Opgeslagen programmering Vaakgebruikte functies kunnen worden geregistreerd als Opgeslagen programmering en met één druk op een knop worden opgeroepen. U kunt ook een scherm registreren zodat dit via een snelkoppelingstoets kan worden geopend. In de opgeslagen programmering worden niet alleen functie- instellingen opgeslagen, maar kunt u ook een reeks handelingen vastleggen.
6. O pg es l a g en p r o gr a m me r i n g Selecteer Menu Instellingen. Selecteer Opgeslagen programmering. Opgeslagen programma registreren In een opgeslagen programma kunnen maximaal 100 functies worden vastgelegd. Daarnaast kunnen maximaal 58 acties worden vastgelegd met een opgeslagen programma.
Pagina 275
6 . O p ge s l ag e n pr o g r am m er i n g OPMERKING: U kunt geen systeeminstellingen registreren. Als de toets Onderbroken wordt ingedrukt, als de automatische- resetfunctie een time-out veroorzaakt, of als een pop-upvenster (bijvoorbeeld papierstoring) verschijnt, wordt het vastleggen van het opgeslagen programma geannuleerd.
6. O pg es l a g en p r o gr a m me r i n g Opgeslagen programma registreren (opbouwopdracht) In een opgeslagen programma voor opbouwopdracht kunnen maximaal 40 functies worden vastgelegd. Daarnaast kunnen maximaal 100 acties worden vastgelegd met een opgeslagen programma.
6 . O p ge s l ag e n pr o g r am m er i n g Selecteer het nummer om te registreren. OPMERKING: Wanneer een opdracht is opgeslagen onder een toets, kan deze niet meer worden overschreven. Selecteer om het vorige scherm weer te geven en selecteer...
Pagina 278
6. O pg es l a g en p r o gr a m me r i n g Selecteer Ja. De stappen worden verwijderd. Selecteer Sluiten. Hiermee wordt het opgeslagen programma verwijderd. OPMERKING: Verwijderde opgeslagen programma's kunnen niet worden hersteld. Het verwijderen van het opgeslagen programma wordt geannuleerd.
6 . O p ge s l ag e n pr o g r am m er i n g Opgeslagen programma een (andere) naam geven Met deze procedure kunt u een opgeslagen programma een (andere) naam geven. De naam van een opgeslagen programma mag uit hoogstens 18 tekens bestaan.
6. O pg es l a g en p r o gr a m me r i n g Opgeslagen programma oproepen Hieronder wordt de procedure beschreven voor het oproepen van een opgeslagen programma. Wanneer u een opgegeven opgeslagen programma oproept, verschijnt het laatste scherm dat werd getoond tijdens het registreren van het opgeslagen programma.
Pagina 281
6 . O p ge s l ag e n pr o g r am m er i n g OPMERKING: U kunt alleen geregistreerde nummers selecteren. Selecteer om het vorige scherm weer te geven en selecteer om het volgende scherm weer te geven. Wanneer een opgeslagen programma is opgeroepen, selecteert u andere functies, indien nodig.
Pagina 282
6. O pg es l a g en p r o gr a m me r i n g 6- 1 0 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
Om het apparaat zo optimaal en effectief mogelijk te gebruiken, kunt u het beste alleen papier dat door Xerox wordt aanbevolen gebruiken. Indien u papier wilt gebruiken dat niet door Xerox wordt aanbevolen, dient u contact op te nemen met het Xerox Welcome Centre.
Pagina 284
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Capacite Papierlade Papierformaat Gewicht Papiersoort (vellen) Lade 1 1100 • Gewoon • Kringlooppapier • Lichtgewicht (52-63 g/m²) 8½ x 11 inch/ A4 52 g/m²...
Pagina 285
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Lade 6 2000 KKE: 18 lb. tot 110 lb. • Gewoon (optionele extra Variabel van: omslag/ 64 - 300 g/m² •...
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Papier opslaan en behandelen Onthoud de volgende punten bij het bewaren van papier • Bewaar papier in een archiefkast of op een andere droge plaats.
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Papier in de laden plaatsen Info over papiersoorten die in laden zijn geplaatst Het apparaat stelt automatisch het formaat en de richting vast van het papier dat in de laden is geplaatst.
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Papier plaatsen in lade 1 en 2 Wanneer het papier op raakt tijdens het kopiëren of afdrukken, verschijnt er een bericht op het scherm van het bedieningspaneel. Voeg papier toe aan de hand van de weergegeven instructies.
Pagina 289
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Papier plaatsen in lade 3 en 4. Raadpleeg “Het papierformaat in laden wijzigen” op pagina 7-17 voor informatie over het wijzigen van papierformaat en richting. Trek de lade net zo ver uit tot deze stopt.
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Papier plaatsen in lade 5 (handmatige invoer) Bij het afdrukken of kopiëren op papier dat niet geschikt is voor plaatsen in laden 1 t/m 4 en/of de optionele laden 6 en 7, gebruikt u lade 5 (handmatige invoer).
Pagina 291
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Plaats papier met de te kopiëren of te bedrukken zijde naar boven en voer het papier via de papiergeleider aan de voorkant van het apparaat in totdat het niet verder gaat.
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Papier plaatsen in de optionele laden 6 en 7 (grote papierladen) Trek de lade net zo ver uit tot deze stopt. WAARSCHUWING: Ga langzaam te werk bij het uittrekken van de papierlade.
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Papier plaatsen in de optionele extra grote papierlade (lade 6) Trek de lade net zo ver uit tot deze stopt. WAARSCHUWING: Ga langzaam te werk bij het uittrekken van de papierlade.
Pagina 294
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l VOORZICHTIG: Voor papier dat zwaarder is dan 256 g/m², schuift u beide papiergewichtschakelaars naar de zwaardere gewichtstand (257 - 300 g/m²). Als u dit niet doet, treden er mogelijk papierstoringen op.
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Papier plaatsen in lade 8 (invoegmodule na processor) Hieronder wordt de procedure beschreven voor het plaatsen van papier inde invoegmodule na de processor.
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Tabbladen plaatsen Hieronder wordt de procedure beschreven voor het plaatsen van tabbladen in lade 3 en 4, lade 5 (handmatige invoer) en de invoegmodule na de processor.
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Tabbladen plaatsen in lade 5 (handmatige invoer) Open lade 5 (handmatige invoer). OPMERKING: Trek desgewenst het verlengstuk uit. Het verlengstuk kan in twee stadia worden uitgetrokken.
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Tabbladen plaatsen in lade 8 (invoegmodule na processor) Houd de papiergeleiders in het midden vast en verschuif ze voor het gewenste papierformaat.
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Het papierformaat in laden wijzigen OPMERKING: Neem contact op met het Xerox Welcome Centre voor informatie over het wijzigen van het papierformaat voor laden 1 en 2.
Pagina 300
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Verschuif de papiergeleider terwijl u de klem (2 papiergeleiders) ingedrukt houdt om deze in te stellen op het formaat van uw papier.
Formaat van het papier in de optionele laden 6 en 7 (grote papierladen) wijzigen OPMERKING: Indien u het papierformaat wilt wijzigen naar een afwijkend formaat in lade 6 of 7, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. Zodoende zal het apparaat niet teruggaan naar de oorspronkelijke instelling.
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Plaats het papier tegen de rechterkant van de lade met de te kopiëren of te bedrukken zijde naar boven gericht. BELANGRIJK: Maak de papierstapel niet hoger dan de maximum vullijn.
Pagina 303
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Plaats de papierstapel en lijn deze uit in de rechterbenedenhoek van de lade, zoals hieronder wordt aangegeven. OPMERKING: Maak de papierstapel niet hoger dan de maximum vullijn.
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l De lade-instellingen aanpassen/bevestigen Als de papiersoorten in de laden zijn gewijzigd, moeten de instellingen worden aangepast voor het papier dat in de lade is geplaatst.
Pagina 305
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Selecteer Kenmerken papierlade. Selecteer de gewenste papierlade en selecteer vervolgens Instellingen wijzigen. Selecteer indien nodig Papierformaat. X er o x 4 5 95 c op i er / pr in te r Ha nd l e id i ng v oo r d e g eb r u i k er 7-23...
Pagina 306
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Selecteer Automatische formaatherkenning of Variabel formaat. • Als u Automatische formaatherkenning selecteert, kiest u vervolgens Opslaan om het formaat op te slaan en het venster te sluiten.
Pagina 307
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Selecteer Papiersoort/Papierkleur. Selecteer de gewenste papiersoort en, indien van toepassing, de papierkleur en selecteer vervolgens Opslaan. OPMERKING: Als de optionele extra grote papierlade (lade 6) is bevestigd, is er een extra optie voor de papiersoort beschikbaar, namelijk Gecoat.
Pagina 308
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Selecteer Opslaan om terug te keren naar het scherm Lade. Selecteer Opslaan om terug te keren naar het scherm Kenmerken papierlade.
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l De standaardinstellingen van laden aanpassen/bevestigen (systeembeheerder) OPMERKING: Voor deze procedure wordt de toegangscode van de systeembeheerder vereist. Neem contact op met uw systeembeheerder voor hulp bij deze procedure.
Pagina 310
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Selecteer Systeeminstellingen. Selecteer Systeeminstellingen. Selecteer Gemeenschappelijke instellingen. 7- 2 8 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
Pagina 311
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Selecteer Instellingen papierlade. Selecteer Kenmerken papierlade. Selecteer de gewenste papierlade en selecteer vervolgens Instellingen wijzigen. X er o x 4 5 95 c op i er / pr in te r Ha nd l e id i ng v oo r d e g eb r u i k er 7-29...
Pagina 312
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Selecteer indien nodig Papierformaat. BELANGRIJK: De optie Papierformaat is niet beschikbaar voor lade 1 en 2, omdat het standaardformaat voor deze laden 8,5 x11 inch/A4 is.
Pagina 313
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l • Als u Variabel formaat selecteert, wordt het volgende weergegeven op het scherm: Selecteer de breedte en hoogte van het papier door de toetsen omhoog, omlaag, naar rechts en naar links te gebruiken.
Pagina 314
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Selecteer de papiersoort die moet worden aangepast en, indien van toepassing, de optie Papierkleur. Selecteer vervolgens Opslaan. OPMERKING: Als de optionele extra grote papierlade (lade 6) is bevestigd, is er een extra optie voor de papiersoort beschikbaar, namelijk Gecoat Bekijk het scherm Papiersoort en controleer of de Huidige...
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Kopiëren/afdrukken op tabbladen In deze sectie vindt u informatie over: • Het programmeren van toepassingen in de gebruikersinterface van de printer voor een kopieeropdracht met tabbladen, en •...
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Via het netwerk afdrukken op tabbladen met de PCL-printerdriver Open vanaf uw computer het document dat u wilt afdrukken. Selecteer Bestand > Afdrukken. Selecteer de gewenste printer (4595). Selecteer Eigenschappen. Selecteer voor Papier/Afdruk: •...
7 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Via het netwerk afdrukken op tabbladen met de PS-printerdriver Open vanaf uw computer het document dat u wilt afdrukken. Selecteer Bestand > Afdrukken. Selecteer de gewenste printer (4595). Selecteer Eigenschappen. Selecteer voor Papier/Afdruk: •...
Pagina 318
7. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l 7- 3 6 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
Opdrachtstatus Overzicht van opdrachtstatus Met behulp van de toepassing Opdrachtstatus kunt u opdrachten in uitvoering, in de wachtrij en voltooide opdrachten controleren. U kunt het afdrukken ook annuleren of afdrukopdrachten in de wachtrij afdrukken Druk op de toets Opdrachtstatus. Opdrachtstatus In het scherm Opdrachtstatus ziet u de volgende tabbladen: Huidige opdrachten en wachtrijopdrachten U kunt lijsten controleren van opdrachten in uitvoering of in de...
Pagina 320
8. O pd r a ch ts tat u s Voltooide opdrachten U kunt de status van voltooide opdrachten weergeven. U kunt ook meer informatie over de voltooide opdrachten weergeven. Raadpleeg “Voltooide opdrachten controleren” op pagina 8-4 voor meer informatie. Opgeslagen documenten U kunt een verificatie-afdruk, beveiligde afdruk, proefafdruk of uitgestelde afdruk maken of verwijderen en documenten...
8 . O pd r a c hts tat u s Opdrachten in uitvoering/wachtrij controleren In dit gedeelte wordt beschreven hoe u opdrachten in uitvoering of in de wachtrij kunt controleren. In het statusscherm kunt u opdrachten annuleren of opdrachten uitvoeren in de volgorde die u bepaalt.
8. O pd r a ch ts tat u s Als u een opdracht wilt annuleren of met voorrang wilt uitvoeren, selecteert u de opdracht. Selecteer Annuleren of Opdracht voorrang geven. Annuleren Annuleert de opdracht in uitvoering of in de wachtrij. Opdracht voorrang geven Geeft voorrang aan een opdracht om te worden uitgevoerd na de huidige opdracht in uitvoering.
8 . O pd r a c hts tat u s Selecteer de opdracht om informatie over een opdracht te controleren. Selecteer Sluiten na het controleren van de opdracht. Wanneer opdrachten niet correct zijn voltooid Als een opdrachtstroom niet correct is voltooid, drukt u het Opdracht-historieoverzicht af om de fout te bekijken.
Beveiligde afdruk, Proefafdruk of met verificatie-afdrukontvangstcontrole kunt afdrukken of verwijderen. OPMERKING: Een optionele uitbreiding wordt vereist voor deze selectie. Voor meer informatie neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. U kunt opgeslagen documenten afdrukken en verwijderen vanuit het volgende scherm Opdrachtstatus.
8 . O pd r a c hts tat u s Beveiligde afdruk In dit gedeelte wordt beschreven hoe u documenten opgeslagen met de toepassing Beveiligde afdruk kunt afdrukken en verwijderen. Raadpleeg de online help van de printerdriver voor meer informatie over beveiligd afdrukken.
8. O pd r a ch ts tat u s Selecteer het document dat u wilt afdrukken of verwijderen. OPMERKING: Kies Alles selecteren om alle documenten te selecteren. Druk nogmaals op deze toets om de selectie van alle documenten op te heffen. Selecteer Afdrukken of Verwijderen.
8 . O pd r a c hts tat u s Wanneer u Afdrukken selecteert Het beveiligde afdrukdocument wordt afgedrukt. Geef desgewenst het aantal exemplaren op met de aantaltoetsen. Selecteer wat u met het document wilt doen na het afdrukken. Afdrukken en verwijderen Het document wordt afgedrukt.
Pagina 328
8. O pd r a ch ts tat u s Selecteer de ID van de gebruiker die u wilt controleren en selecteer Documentenlijst. OPMERKING: Selecteer Vernieuwen om bijgewerkte informatie weer te geven. Selecteer om het vorige scherm weer te geven en het volgende scherm weer te geven.
8 . O pd r a c hts tat u s Wanneer u Verwijderen selecteert Hiermee wordt het proefafdrukdocument verwijderd. Selecteer Verwijderen. Kies Ja of Nee. Het document wordt verwijderd. BELANGRIJK: Als het document is verwijderd, kan het niet worden hersteld. Het verwijderen van het document wordt geannuleerd.
8. O pd r a ch ts tat u s Wanneer u Afdrukken selecteert De proefafdruk van het document wordt afgedrukt. Nadat de overige exemplaren zijn afgedrukt, wordt het opgeslagen proefafdrukdocument verwijderd. Geef desgewenst het aantal exemplaren op met de aantaltoetsen.
8 . O pd r a c hts tat u s Uitgestelde afdruk In dit gedeelte wordt beschreven hoe u documenten opgeslagen met de toepassing Uitgestelde afdruk kunt afdrukken en verwijderen. Raadpleeg de online help van de printerdriver voor meer informatie over uitgesteld afdrukken.
8. O pd r a ch ts tat u s Wanneer u Verwijderen selecteert Hiermee wordt het document opgeslagen met de toepassing Uitgestelde afdruk verwijderd. Selecteer Verwijderen. Selecteer Ja. Het document wordt verwijderd. BELANGRIJK: Als het document is verwijderd, kan het niet worden hersteld.
8 . O pd r a c hts tat u s Wanneer u Afdrukken selecteert Hiermee wordt het document opgeslagen met de toepassing Uitgestelde afdruk afgedrukt. Na het afdrukken wordt het document verwijderd. Als het document handmatig is afgedrukt, wordt het niet opnieuw afgedrukt op het geplande tijdstip. Selecteer Afdrukken.
8. O pd r a ch ts tat u s Kostenafdruk Wanneer verificatiefuncties zijn ingeschakeld, worden afdrukopdrachten die niet konden worden geverifieerd (verkeerde verificatiegegevens, zoals gebruikers-ID of toegangscode op de printerdrivers), verwerkt aan de hand van de instellingen in Instellingen kostenafdruk. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u documenten opgeslagen met de toepassing Kostenafdruk ontvangstcontrole kunt afdrukken en verwijderen.
Pagina 335
8 . O pd r a c hts tat u s Voer de toegangscode in en selecteer Bevestigen. OPMERKING: Als er geen toegangscode is ingesteld, zal het scherm Toegangscode niet verschijnen. Selecteer het document dat u wilt afdrukken of verwijderen. Selecteer Verwijderen of Afdrukken.
8. O pd r a ch ts tat u s Wanneer u Verwijderen selecteert Hiermee wordt het document dat is opgeslagen met kostenafdruk verwijderd. Selecteer Verwijderen. Kies Ja of Nee. Het document wordt verwijderd. BELANGRIJK: Als het document is verwijderd, kan het niet worden hersteld.
8 . O pd r a c hts tat u s Wanneer u Afdrukken selecteert Hiermee wordt het document dat is opgeslagen met kostenafdruk afgedrukt. Geef desgewenst het aantal exemplaren op met de aantaltoetsen. Selecteer Afdrukken. Selecteer wat u met het document wilt doen na het afdrukken. Afdrukken en verwijderen Het document wordt afgedrukt.
8. O pd r a ch ts tat u s Opdrachten in wachtrij afdrukken U kunt afdrukopdrachten in de wachtrij afdrukken. OPMERKING: Als er geen afdrukopdrachten in de wachtrij staan, kunt u de optie voor Opdrachten in wachtrij afdrukken niet selecteren.
Apparaatstatus Overzicht Op het scherm kunt u de apparaatstatus en het aantal afgedrukte pagina's controleren. Tevens kunt u een rapport/overzicht afdrukken of de opdrachthistorie en instellingen/vastgelegde waarden controleren. Druk op de toets Apparaatstatus. Apparaatstatus In het scherm Apparaatstatus ziet u de volgende tabbladen: Apparaatstatus U kunt de apparaatconfiguratie controleren, de status van papierladen en eventueel de status van harde schijf overschrijven.
Pagina 340
9. A p pa r a ats ta tu s Apparaatstatus In het scherm Apparaatstatus kunt u de configuratie van het apparaat controleren, de status van de papierladen en de afdrukmode instellen. Druk op de toets Apparaatstatus. Selecteer een optie in het venster Apparaatstatus. 9- 2 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
9 . A p pa r a ats tat u s Apparaatinformatie In Apparaatinformatie kunt u het serienummer, de apparaatconfiguratie en de softwareversie controleren. In het scherm Apparaatstatus selecteert u Apparaatinformatie. Voor inlichtingen over onderhoud en bediening U krijgt aanwijzingen hoe u inlichtingen opvraagt over onderhoud en bedieningskwesties.
9. A p pa r a ats ta tu s Scherm Apparaatconfiguratie U kunt de configuratie van het apparaat controleren. In het scherm Apparaatstatus selecteert u Apparaatinformatie. OPMERKING: Selecteer om het vorige scherm weer te geven om het volgende scherm weer te geven. In het scherm Apparaatconfiguratie kunt u de volgende items controleren: Configuratiecode...
9 . A p pa r a ats tat u s Scherm Softwareversie Hier kunt u de softwareversie controleren. In het scherm Apparaatstatus selecteert u Softwareversie. OPMERKING: Selecteer om het vorige scherm weer te geven om het volgende scherm weer te geven. In het scherm Softwareversie kunt u de volgende items controleren: Controller + PS ROM...
9. A p pa r a ats ta tu s Papierlade U kunt de configuratie van de papierlade controleren. De volgende items kunt u controleren: • Status van lade • Hoeveelheid resterend papier • Papierformaat • Papiersoort In het scherm Apparaatstatus selecteert u Papierlade. Wanneer u het configuratiescherm wilt afsluiten, selecteert u Sluiten.
U kunt controleren of de harde schijf zal worden overschreven. Wanneer "Standby" verschijnt, is het overschrijven voltooid. OPMERKING: Voor deze optie hebt u een extra pakket nodig. Voor meer informatie neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. BELANGRIJK: Harde schijf overschrijven verschijnt alleen wanneer Harde schijf overschrijven is ingesteld in Systeeminstellingen.
9. A p pa r a ats ta tu s Mode Afdrukken U kunt ook de printermodus instellen. OPMERKING: De items die in beeld verschijnen zijn afhankelijk van de opties die zijn geïnstalleerd. In het scherm Apparaatstatus selecteert u Modus Afdrukken.
9 . A p pa r a ats tat u s Programmering ophalen U kunt een printermodus die in het geheugen is opgeslagen ophalen en gebruiken Selecteer Programmering ophalen. Selecteer het gewenste geheugennummer. Selecteer Sluiten om de opgeslagen programmering te gebruiken.
9. A p pa r a ats ta tu s Programmering U kunt de waarden voor een afdrukmodus-itemnummer instellen of controleren. Selecteer Programmering ophalen. Voer het Itemnummer in voor de toepassing die u wilt instellen met behulp van de aantaltoetsen. Selecteer Bevestigen.
9 . A p pa r a ats tat u s Programmering opslaan /verwijderen U kunt de printermodus in het geheugen opslaan voor ESC/P- en HP-GL/2-emulatie. U kunt maximaal 20 printermodi opslaan voor ESC/P-emulatie en 5 modi voor HP-GL/2-emulatie. Selecteer Programmering opslaan /verwijderen. Selecteer Huidige selecties opslaan of Verwijderen.
9. A p pa r a ats ta tu s Standaardprogrammering U kunt de printer starten met een printermodus die in het geheugen is opgeslagen. Selecteer Standaardprogrammering. Selecteer Standaardinstellingen of Aangepaste instellingen. Als u Aangepaste instellingen selecteert, moet u vervolgens het geheugennummer selecteren dat u wilt gebruiken.
9 . A p pa r a ats tat u s Toegangscode Indien er bij PDF-emulatie een toegangscode is ingesteld voor een PDF-bestand, moet dezelfde toegangscode eerst hier ingevoerd worden. Er wordt alleen afgedrukt wanneer de toegangscode voor het bestand en de hier ingevoerde toegangscode overeenkomen.
9. A p pa r a ats ta tu s Kostenteller U kunt het totaalaantal kopieën en afgedrukte pagina's van iedere teller in het scherm van het bedieningspaneel bekijken. Op het tabblad Kostenteller/afdrukoverzicht selecteert u Kostenteller. Noteer de tellerstanden. Selecteer Sluiten om dit scherm te verlaten. Serienummer Het serienummer van het apparaat wordt getoond.
9 . A p pa r a ats tat u s Kostenteller gebruikersaccount Als de toepassing Aanmeldinstellingen/Auditronbeheer is ingeschakeld, kunt u de kostenteller controleren voor de huidige geverifieerde gebruikers-ID. Voor informatie over de toepassing Aanmeldinstellingen/ Auditronbeheer raadpleegt u "Login Setup / Auditron Mode" (Aanmeldinstellingen/Auditron) in de System Administration Guide of neemt u contact op met uw systeembeheerder.
Pagina 354
9. A p pa r a ats ta tu s b) Selecteer Modus Gebruiker. c) Druk op de toets Apparaatstatus. d) Ga verder met stap 3 hieronder. Selecteer het tabblad Kostenteller/afdrukoverzicht. Selecteer Kostenteller gebruikersaccount. 9- 1 6 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
Pagina 355
9 . A p pa r a ats tat u s Selecteer de teller die u wilt controleren. Selecteer Sluiten om dit scherm te verlaten. Kopieënteller Hier wordt het aantal gekopieerde pagina's weergegeven. Scanteller Hier wordt het aantal gescande pagina's weergegeven. Afdrukteller Hier wordt het aantal afgedrukte pagina's weergegeven.
9. A p pa r a ats ta tu s Opdrachttellers op nul zetten U kunt de totaaltellers van gescande en afgedrukte pagina's voor elke opdracht op nul zetten. Dit scherm verschijnt wanneer de gebruikers-ID voor modus Systeembeheer is ingesteld en deze is ingevoerd vanuit modus Gebruiker in de modus Systeembeheer.
9 . A p pa r a ats tat u s BELANGRIJK: Na het op nul zetten kunnen oude tellerstanden niet worden hersteld. Afdrukken U kunt de huidige waarden voor de tellers afdrukken als een Opdrachttelleroverzicht. Overzicht/lijst afdrukken Hieronder wordt beschreven hoe u een overzicht afdrukt. OPMERKING: Welke items worden weergegeven is afhankelijk van de toepassingen die zijn geïnstalleerd en of u bent aangemeld als gebruiker of als systeembeheerder.
9. A p pa r a ats ta tu s Opdrachtstatus In het scherm Overzicht/lijst afdrukken selecteert u Opdrachtstatus. Selecteer het overzicht dat u wilt afdrukken. Druk op de toets Start. Opdrachtenhistorieoverzicht De gegevens voor de laatste 50 opdrachten wordt afgedrukt. U kunt ook automatisch een opdrachtenhistorieoverzicht afdrukken wanneer er meer dan 50 opdrachten zijn afgedrukt.
9 . A p pa r a ats tat u s Instellingen modus Kopiëren In het scherm Overzicht/lijst afdrukken selecteert u Instellingen modus Kopiëren. Selecteer Instellingenlijst - Gemeenschappelijke items. Druk op de toets Start. Instellingenlijst - Gemeenschappelijke items U kunt de hardwareconfiguratie van het apparaat controleren en netwerkinformatie en de instellingsstatus van de afdruk- en kopieertoepassing bekijken.
9. A p pa r a ats ta tu s Instellingen mode Afdrukken In het scherm Overzicht/lijst afdrukken selecteert u Instellingen modus Afdrukken. Selecteer het overzicht dat u wilt afdrukken. Druk op de toets Start. OPMERKING: De items die in beeld verschijnen zijn afhankelijk van de opties die zijn geïnstalleerd.
Pagina 361
9 . A p pa r a ats tat u s Lijst logische PostScript-printers Met deze optie wordt een lijst van logische printers gemaakt in PostScript afgedrukt. ESC/P-instellingenlijst Met deze optie worden de instellingen in ESC/P-emulatiemodus afgedrukt. HP-GL/2-instellingenlijst Met deze optie worden de instellingen in HP-GL, HP-GL/2 en HP- RTL emulatiemodi afgedrukt.
9. A p pa r a ats ta tu s Instellingen mode Scannen In het scherm Overzicht/lijst afdrukken selecteert u Instellingen modus Scannen. Selecteer het overzicht dat u wilt afdrukken. Druk op de toets Start. Instellingenlijst - Gemeenschappelijke items U kunt de hardwareconfiguratie van het apparaat controleren en netwerkinformatie en de instellingsstatus van de afdruk- en kopieertoepassing bekijken.
9 . A p pa r a ats tat u s Overzicht opdrachtsjablonen Met deze optie worden de instellingen van de server afgedrukt waarop de opdrachtsjabloon is opgeslagen. Adresboek U kunt de inhoud van de adresnummers en instellingen van doorzendstations controleren. Wanneer u een bereik van adresnummers specificeert, worden de drie adresboektabellen voor de opgegeven nummers en de tabel voor de doorzendstation-instellingen afgedrukt.
9. A p pa r a ats ta tu s Opdrachttelleroverzicht Met deze optie wordt een telleroverzicht voor elke toepassing afgedrukt. OPMERKING: De toets Opdrachttelleroverzicht verschijnt wanneer u toegang heeft via de modus Gebruiker in de modus Systeembeheer. Op het tabblad Kostenteller/afdrukoverzicht selecteert u Opdrachttelleroverzicht.
Pagina 365
9 . A p pa r a ats tat u s Wanneer alle statistische opties zijn ingesteld op Zelfs wanneer alle statistische functies zijn uitgeschakeld, kan het auditronoverzicht met afdrukopdrachten nog worden afgedrukt. Extra overzichten zijn alleen beschikbaar wanneer de functie Auditron is ingesteld op Aan.
9. A p pa r a ats ta tu s Wanneer de toepassing Auditron is ingesteld op AAN Het volgende scherm verschijnt. Auditronoverzichten kunnen worden afgedrukt voor toepassingen die zijn ingesteld op AAN. Voor informatie over de toepassing Auditron raadpleegt u "Auditron Mode"...
Pagina 367
9 . A p pa r a ats tat u s Auditronoverzicht (kopieeropdr.) U kunt het totaalaantal pagina's controleren dat op het apparaat is gekopieerd. Indien er beperkingen gelden op het aantal pagina's, verschijnen deze instellingen. In het Auditronoverzicht (kopieeropdr.) worden de aantallen bijgehouden vanaf het moment waarop de gegevens werden geïnitialiseerd.
9. A p pa r a ats ta tu s Voorbeeldenlijst teksteffecten Met deze optie worden een aantal voorbeelden van verschillende achtergrondcontrasten afgedrukt. Op basis van de afdrukvoorbeelden kunt u het optimale achtergrondcontrast selecteren. OPMERKING: De toets Voorbeeldenlijst teksteffecten verschijnt wanneer u toegang heeft via de modus Gebruiker in de modus Systeembeheer.
BELANGRIJK: Als u een gedeeltelijk verbruikte tonercassette gebruikt (bijvoorbeeld, een tonercassette uit een andere Xerox 4595 copier/printer), komt de aangegeven status misschien niet overeen met de werkelijke hoeveelheid resterende toner. Bij het vervangen van tonercassettes wordt aangeraden nieuwe cassettes te gebruiken, indien mogelijk.
9. A p pa r a ats ta tu s Storingen Hier wordt beschreven hoe u de informatie moet controleren met betrekking tot een storing in het apparaat. Het Foutenhistorieoverzicht bevat de laatste 50 opgetreden fouten. Afgedrukt worden onder andere de datum en tijd, storingscode en storingscategorie.
BELANGRIJK: Gebruik alleen verbruiksartikelen die door Xerox voor het apparaat worden aanbevolen. Het gebruik van verbruiksartikelen die niet door Xerox worden aanbevolen kan nadelig zijn voor afdrukkwaliteit en prestaties. Type verbruiksartikel / Productcode...
U wordt aangeraden reserve verbruiksartikelen beschikbaar te houden. • Controleer de productcode van de verbruiksartikelen en neem contact op met het Xerox Welcome Centre om uw bestelling te plaatsen. • Het gebruik van tonercassettes, tonerafvalcontainers of nietcassettes die niet door Xerox worden aanbevolen kan nadelig zijn voor kwaliteit en prestaties.
Pagina 373
Gebruikte tonercassettes dienen op speciale wijze te worden verwerkt als afval. Retourneer de oude container derhalve naar het Xerox Welcome Center. Het gebruik van tonercassettes die niet door Xerox worden aanbevolen, kan nadelig zijn voor afdrukkwaliteit en prestaties. Gebruik alleen verbruiksartikelen die door Xerox voor het apparaat worden aanbevolen.
Pagina 374
BELANGRIJK: Retourneer gebruikte tonercassettes naar het Xerox klantenondersteuningscentrum. Verwijder de nieuwe cassette uit de doos en schud de tonercassette heen en weer voordat u deze uit de verpakking neemt.
Pagina 375
1 0. O n d er h o ud Houd de tonercassette met de pijl ( ) naar boven. X er o x 4 5 95 c op i er / pr in te r Ha nd l e id i ng v oo r d e g eb r u i k er 10-5...
Pagina 376
10 . O n de r h ou d Duw de tonercassette langzaam volledig naar binnen en draai deze naar rechts totdat deze in lijn is met het vergrendelsymbool. Sluit het linkerpaneel van het apparaat. 10 - 6 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
Gebruikte tonerafvalcontainers dienen op speciale wijze te worden verwerkt als afval. Retourneer de oude container derhalve naar het Xerox Welcome Centre. Het gebruik van tonercontainers die niet door Xerox worden aanbevolen, kan nadelig zijn voor afdrukkwaliteit en prestaties. Gebruik alleen tonerafvalcontainers die door Xerox voor het apparaat worden aanbevolen.
Pagina 378
10 . O n de r h ou d Open het paneel van de tonerafvalcontainer en duw de hendel omlaag. Pak de handgreep van de tonerafvalcontainer vast en trek deze ongeveer tot halverwege naar buiten. Houd de container in het midden aan de bovenkant vast (zie afbeelding) en gebruik vervolgens beide handen om de container te verwijderen.
Pagina 379
BELANGRIJK: Retourneer gebruikte tonerafvalcontainers naar het Xerox klantenondersteuningscentrum. Sluit de zak met de meegeleverde ring. Als de zak open blijft, kan er toner morsen tijdens het weggooien. Houd de container in het midden aan de bovenkant vast en steek deze zo ver mogelijk in het apparaat.
De nietcassette vervangen Er verschijnt een bericht in het scherm wanneer een nietcassette moet worden vervangen. BELANGRIJK: Het gebruik van nietcassettes die niet door Xerox worden aanbevolen, kan nadelig zijn voor afdrukkwaliteit en prestaties. Gebruik alleen nietcassettes die door Xerox voor het apparaat worden aanbevolen.
Pagina 381
1 0. O n d er h o ud Trek de nietcassette naar buiten. Druk op de plaatsen die met pijlen worden aangegeven en verwijder de nietjeshouder uit de cassette. Druk een nieuwe nietjeshouder in de nietcassette. X er o x 4 5 95 c op i er / pr in te r Ha nd l e id i ng v oo r d e g eb r u i k er 10-11...
Pagina 382
10 . O n de r h ou d Verwijder de verzegeling van de nieuwe nietjeshouder, zoals in de afbeelding. Houd de nietjeshouder in de positie aangegeven in de afbeelding. Duw de verwijderde cassette terug op de oorspronkelijke plaats. Duw de cassette omlaag totdat u een klik hoort. Sluit de rechterklep van de afwerkeenheid.
1 0. O n d er h o ud Afwerkeenheid D2 Als u een afwerkeenheid D2 hebt, volgt u deze procedure om de nietcassette te vervangen. Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens de rechterklep van de afwerkeenheid. Houd hendel UR1 in de positie zoals in de afbeelding en til deze iets omhoog.
Pagina 384
10 . O n de r h ou d Druk op de plaatsen die met pijlen worden aangegeven en verwijder de nietjeshouder uit de cassette. Druk een nieuwe nietjeshouder in de nietcassette. Duw de verwijderde cassette terug op de oorspronkelijke plaats.
1 0. O n d er h o ud De nietafvalcontainer vervangen (alleen voor afwerkeenheid D2) Als het apparaat aangeeft dat de nietafvalcontainer vol is, volgt u deze procedure om de container te vervangen. Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens de rechterklep van de afwerkeenheid.
BELANGRIJK: Het gebruik van nietcassettes die niet door Xerox worden aanbevolen, kan nadelig zijn voor afdrukkwaliteit en prestaties. Gebruik alleen nietcassettes die door Xerox voor het apparaat worden aanbevolen.
Pagina 387
1 0. O n d er h o ud Druk de hendel naar rechts en trek de nietcassette voor katernen naar buiten. Houd de nietcassette voor katernen bij de lipjes vast en til deze op om de cassette te verwijderen. Houd een nieuwe nietcassette voor katernen bij de lipjes vast en zet deze op de oorspronkelijke plaats.
10 . O n de r h ou d Perforatiecontainer leegmaken Op het scherm van het bedieningspaneel wordt een bericht weergegeven dat aangeeft dat het tijd is om de perforatorafvalcontainer te legen. Zodra u de snippers volgens de instructies van het bericht hebt weggegooid, wordt de perforatorteller teruggezet op 0.
Pagina 389
1 0. O n d er h o ud Werp alle perforatiesnippers weg in een geschikte container. Schuif de lege perforatiecontainer zo ver mogelijk terug in het apparaat. VOORZICHTIG: Wanneer u de container naar buiten trekt en deze vervolgens weer terugduwt, wordt de perforatorteller op 0 teruggezet.
10 . O n de r h ou d Het apparaat reinigen Hieronder wordt beschreven hoe u het apparaat moet reinigen. Dit gedeelte is verdeeld in aparte beschrijvingen over het reinigen van externe en interne onderdelen, de afdekklep / AOD en de glasplaat.
1 0. O n d er h o ud De afdekklep en glasplaat reinigen Het is belangrijk om de afdekklep en de glasplaat regelmatig schoon te maken voor de best mogelijke afdrukkwaliteit van uw afdrukken en kopieën. Als de afdekklep en de glasplaat vuil zijn, kunnen er vlekken verschijnen op kopieën en kan het apparaat origineelformaten misschien niet goed waarnemen.
Pagina 392
10 . O n de r h ou d De afdekklep reinigen. OPMERKING: De afdekklep is het vlakke, witte oppervalk aan de onderzijde van de DAOD. De afdekklep houdt het document op zijn plaats op de glasplaat. Til de DAOD omhoog. Neem de afdekklep af met een zachte doek, die is bevochtigd met water om vuil te verwijderen en veeg deze vervolgens droog met een zachte, droge doek.
Pagina 393
1 0. O n d er h o ud De glasplaat reinigen OPMERKING: De glasplaat bestaat uit twee delen: de glasplaat zelf en de smalle glasstrook. De glasplaat is het glazen oppervlak waarop u een origineel plaatst dat u wilt kopiëren. De smalle glasstrook bevindt zich links van de glasplaat.
10 . O n de r h ou d De scanlensmodule voor de tweede zijde reinigen OPMERKING: De scanlensmodule voor de tweede zijde bevindt zich aan de linkerkant van de afdekklep. De module bestaat uit de spiegelglasstrook, een metalen strook, een witte kunststofstrook en rollen.
Pagina 395
1 0. O n d er h o ud VOORZICHTIG: Druk niet hard op het spiegelglas, want daardoor zal de film rond het glasoppervlak beschadigd raken. OPMERKING: Als het moeilijk is om vuil te verwijderen, gebruikt u een kleine hoeveelheid van een niet-agressief schoonmaakmiddel op een zachte doek.
10 . O n de r h ou d Invoerrollen van AOD reinigen Als het apparaat is voorzien van een AOD en de invoerrollen vuil zijn, kunnen er vlekken verschijnen op de kopieën en kan het apparaat mogelijk origineelformaten niet goed waarnemen. Reinig deze onderdelen circa één keer per maand om ervoor te zorgen dat er schone kopieën worden gemaakt.
Pagina 397
1 0. O n d er h o ud Terwijl u de rollen draait, maakt u ze voorzichtig schoon met een zachte doek, die is bevochtigd met water. VOORZICHTIG: Gebruik een doek die goed is uitgewrongen om te voorkomen dat er waterdruppels in het apparaat terechtkomen. Waterdruppels op interne onderdelen kunnen een storing veroorzaken.
Pagina 398
10 . O n de r h ou d 10 - 2 8 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
11. Problemen oplossen Problemen oplossen In dit gedeelte worden problemen die met het apparaat kunnen optreden en de oplossingen ervan beschreven. Gebruik de volgende informatie bij de produres voor het oplossen van problemen. Apparaat is niet Oorzaak Staat de AAN/UIT-schakelaar van het apparaat op UIT? ingeschakeld.
Pagina 400
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Oorzaak Is de instelling Helderheid te laag ingesteld? Actie Gebruik de instelknop Helderheid om de schermhelderheid aan te passen. Raadpleeg “Bedieningspaneel” op pagina 1-9. Er verschijnt een bericht. Oorzaak Is er een papierstoring of origineelstoring opgetreden? Raadpleeg “Papierstoringen”...
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Problemen met het apparaat Als u denkt dat er een probleem is met het apparaat, controleert u de apparaatstatus opnieuw. Het apparaat heeft precisieonderdelen en gebruikt hoge spanningsvoltages. Open of verwijder geen panelen die zijn vastgeschroefd, tenzij dit specifiek wordt aangegeven in de Handleiding voor de gebruiker.
Pagina 402
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Symptomen Controle Oplossing Kan niet Wordt er een bericht Volg de instructies die in het scherm afdrukken of weergegeven op het worden weergegeven om het probleem op kan niet scherm van het te lossen.
Pagina 403
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Symptomen Controle Oplossing Online-lampje Er blijven gegevens achter Annuleer het afdrukken of verwijder de brandt, maar er in het apparaatgeheugen. resterende gegevens. worden geen Raadpleeg “Opdrachten in uitvoering/ kopieën wachtrij controleren”...
Pagina 404
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Symptomen Controle Oplossing Papier loopt vaak Is het papier op de juiste Plaats het papier op de juiste wijze. vast of is wijze in de papierlade Raadpleeg “Papier plaatsen in lade 1 en 2”...
Pagina 405
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Symptomen Controle Oplossing Er verschijnt een Controleer de positie van de Stel de papiergeleiders in op de juiste foutbericht nadat papiergeleiders aan de posities. papier in lade 5 voorkant van papierlade 5 Raadpleeg “Papier plaatsen in lade 5 (handmatige...
Indien de afdrukkwaliteit niet verbetert door het uitvoeren van de relevante oplossing, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. Symptomen...
Pagina 407
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Symptomen Controle Oplossing Beelden op de Is het origineel op de juiste Plaats het origineel in de juiste positie. kopie zijn scheef. wijze geplaatst? Raadpleeg “Stap 1 Originelen plaatsen” op pagina 2-1.
Pagina 408
Raadpleeg “Papier in de laden plaatsen” op pagina 7-5. De afdrukmodule is leeg of Neem contact op met het Xerox Welcome beschadigd. Centre. Er worden De afdrukmodule is leeg of Neem contact op met het Xerox Welcome zwarte stippen beschadigd.
Pagina 409
Raadpleeg “Papier in de laden plaatsen” zwarte op pagina 7-5. vulgebieden. De afdrukmodule is leeg of Neem contact op met het Xerox Welcome beschadigd. Centre. Afgedrukte toner Is het papier vochtig? Vervang het papier door papier uit een vlekt wanneer u nieuw pak.
Pagina 410
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Symptomen Controle Oplossing Witte delen of Is het papier vochtig? Vervang het papier door papier uit een strepen nieuw pak. zichtbaar. Raadpleeg “Papier in de laden plaatsen” op pagina 7-5.
Pagina 411
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Symptomen Controle Oplossing Ontbrekende De afdrukmodule is leeg of Neem contact op met het Xerox Welcome tekens op een beschadigd. Centre. gekleurde achtergrond in lengte van papier.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Problemen met kopiëren In dit gedeelte worden oplossingen beschreven voor problemen die kunnen optreden tijdens het kopiëren. Kan niet kopiëren. In dit gedeelte worden oplossingen beschreven wanneer kopiëren niet mogelijk is.
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Het kopieerresultaat is niet zoals verwacht Hieronder worden oplossingen beschreven voor gevallen waarbij het kopieerresultaat anders is dan werd verwacht. De kopie is vuil Oorzaak De glasplaat of de afdekklep is vuil. Actie Reinig de glasplaat of de afdekklep.
Pagina 414
11 . P r ob l e me n o pl o s s en De kopie is iets Oorzaak Papier in de papierlade ligt niet gelijk. verschoven. Leg de randen van het papier in een gelijke stapel en Actie plaats het papier opnieuw, zodat het gelijk ligt met de voorhoeken van de papierlade.
Pagina 415
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Oorzaak De papierlade zit niet goed op zijn plaats. Duw de papierlade zover mogelijk naar binnen, zodat Actie deze goed op zijn plaats zit. Raadpleeg “Papier plaatsen in lade 1 en 2” op pagina 7-6.
Pagina 416
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Een hoek van de kopie Het origineel is groter dan het afdrukbare gebied. Oorzaak valt weg Actie Stel Verkleinen/vergroten in om de kopie iets kleiner te maken.
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Problemen met afdrukken In dit gedeelte worden oplossingen beschreven voor problemen die kunnen optreden tijdens afdrukken. Kan niet afdrukken In dit gedeelte worden oplossingen beschreven wanneer afdrukken niet mogelijk is.
Pagina 418
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Oorzaak De poort is niet ingeschakeld. Actie Schakel de poort die in gebruik is in. Raadpleeg de System Administration Guide voor informatie over netwerkinstellingen. Oorzaak Onvoldoende ruimte beschikbaar op de harde schijf.
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Het afdrukresultaat is niet zoals verwacht Hieronder worden oplossingen beschreven voor gevallen waarbij het afdrukresultaat anders is dan werd verwacht. Er wordt niet geniet Oorzaak Het aantal te nieten pagina's is groter dan 100 of groter dan 50 bij een nietcassette voor 50 vellen.
Pagina 420
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Afdrukken gaat Oorzaak De modus Afdrukken is ingesteld op Afdrukkwaliteit. langzaam Actie Wanneer beeldgegevens, zoals plaatjes, worden afgedrukt met afdrukkwaliteit als prioriteit, neemt de afdruksnelheid af. Schakel de prioriteitsinstelling afdrukkwaliteit uit in modus Afdrukken.
In dit gedeelte worden oplossingen beschreven voor problemen die kunnen optreden tijdens scannen. OPMERKING: Er is een optionele uitbreiding vereist voor deze toepassing. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. Kan niet scannen met het apparaat Hieronder worden oplossingen beschreven wanneer u niet kunt scannen.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Oorzaak Originelen van verschillende formaten zijn ingesteld. Bij gebruik van originelen van verschillende Actie formaten, moet u Gemengde origineelformaten specificeren. Zo niet, dan ontstaat er een papierstoring.
Pagina 423
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Oorzaak Toegangscode van mailbox vergeten. Kan toegangscode niet controleren. Stel Actie toegangscode in op UIT en stel de toegangscode daarna opnieuw in. Zie "Local Disk/Mailbox" (Lokale schijf/mailbox) in de System Administration Guide.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Kan het gescande document niet via het netwerk (FTP/SMB) verzenden Hieronder worden oplossingen beschreven wanneer gescande documenten niet via het netwerk kunnen worden verzonden. Kan niet doorsturen Oorzaak Is de server correct ingevoerd? over het netwerk...
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Problemen bij het verzenden van e-mail Hieronder worden oplossingen beschreven wanneer e-mail niet kan worden verzonden. Kan geen e-mail Oorzaak Incorrect mailadres versturen Actie Controleer het e-mailadres. Oorzaak Maximumgrootte voor verzenden van e-mail is overschreden...
Pagina 426
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Beeld is te donker of te Oorzaak Scandensiteit is ofwel te donker of te licht ingesteld. licht Stel de scandensiteit bij. Actie Raadpleeg “Lichter/donkerder” op pagina 3-32. Oorzaak Het origineeltype is niet geschikt.
Pagina 427
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Oorzaak Het origineel is gevouwen of gekruld. Actie Maak het origineel vlak en plaats het op de juiste wijze. Raadpleeg “Stap 1 Originelen plaatsen” op pagina 3- Het beeld is grof Oorzaak Resolutie is te laag.
Als er een foutcode verschijnt die niet in de volgende tabellen wordt beschreven of het probleem aanhoudt zelfs nadat u de volgende oplossingen heeft geprobeerd, neem dan contact op met het Xerox Welcome Centre. Raadpleeg de onderstaande tabel voor foutcodes en informatie voor het oplossen van het probleem.
Pagina 429
Wijzig het papierformaat. 005-274 Oorzaak Er is een storing opgetreden in de AOD. 005-275 Oplossing Schakel het apparaat uit en weer in. Neem contact op 005-280 met het Xerox Welcome Centre. 005-281 005-282 005-283 005-284 005-285 005-286 X er o x 4 5 95 c op i er / pr in te r Ha nd l e id i ng v oo r d e g eb r u i k er...
Pagina 430
Oplossing Schakel het apparaat uit en weer in. Indien de storing in 012-213 de afwerkeenheid niet wordt verholpen door het 012-214 uitvoeren van de relevante oplossing, neemt u contact 012-215 op met het Xerox Welcome Centre. 012-216 012-217 012-218 012-219 012-221...
Pagina 431
Oplossing Schakel het apparaat uit en weer in. Indien de storing in 016-222 de scanner niet wordt verholpen door het uitvoeren van 016-223 de relevante oplossing, neemt u contact op met het 016-224 Xerox Welcome Centre. 016-225 016-226 016-227 016-228 016-450 Oorzaak De SMB-hostnaam bestaat al.
Pagina 432
4-71. 016-705 Oorzaak Beveiligde afdrukdocumenten kunnen niet worden geregistreerd vanwege een harde-schijfstoring. Oplossing Neem contact op met het Xerox Welcome Centre. Raadpleeg “Beveiligde afdruk” op pagina 8-7. 016-706 Oorzaak Het maximumaantal Beveiligde afdrukgebruikers is overschreden en er is geen ruimte beschikbaar op de harde schijf.
Pagina 433
Oplossing Verwijder overbodige documenten en gebruikers die zijn opgeslagen op de printer en koppel daarna de harde schijf. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre voor het koppelen van de harde schijf. Raadpleeg “Documenten uit de mailbox Scan- en andere opdrachten verwijderen”...
Pagina 434
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Categorie Foutcode Oorzaak en oplossing K P S M A 016-721 Oorzaak Er is een fout opgetreden tijdens verwerking van de afdrukopdracht. Mogelijke oorzaken zijn: 1.
Pagina 435
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Categorie Foutcode Oorzaak en oplossing K P S M A 016-733 Oorzaak 1. Kan IP-adres niet ophalen van tekst aan rechterkant van @ van een adres tijdens het verzenden van e-mail.
Pagina 436
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Categorie Foutcode Oorzaak en oplossing K P S M A 016-748 Oorzaak Afdrukken is niet mogelijk vanwege onvoldoende schijfruimte. Oplossing Verminder het aantal pagina's afdrukgegevens, bijvoorbeeld door de afdrukgegevens op te splitsen of door bij het maken van meerdere kopieën steeds één kopie af te drukken.
Pagina 437
016-777 Oorzaak Er is een harde-schijffout opgetreden tijdens beeldverwerking. Oplossing De harde schijf is misschien defect. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre voor het vervangen van de harde schijf. 016-778 Oorzaak Conversie van het gescande beeld werd onderbroken vanwege onvoldoende schijfruimte.
Pagina 438
016-780 Oorzaak Er is een harde-schijffout opgetreden tijdens beeldconversie van gescande beeld. Oplossing De harde schijf is misschien defect. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre voor het vervangen van de harde schijf. 016-781 016-786 Oorzaak Bij gebruik van de scantoepassing is de capaciteit van de harde schijf onvoldoende voor het schrijven naar een bestand.
Pagina 439
021-772 probeer na een tijdje nogmaals een inspectie- of onderhoudsverzoek te verzenden. Als de storing aanhoudt, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. 024--746 Oorzaak Er is een toepassing (papierformaat, lade, opvangbak of 2-zijdig afdrukken) gespecificeerd die niet compatibel is met de opgegeven papierkwaliteit.
Pagina 440
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Categorie Foutcode Oorzaak en oplossing K P S M A 027-724 Oorzaak Kon geen toegang krijgen tot een applicatie- interfacebestemming. Oplossing Controleer of een interface-applicatie correct werkt. Wanneer de applicatie goed werkt, controleert u het log.
Pagina 441
Oplossing Annuleer de opdracht en verzend deze opnieuw. Als het probleem aanhoudt, start u de server en de printer opnieuw op en verzend u de opdracht opnieuw. Indien het probleem aanhoudt, belt u het Xerox Welcome Centre voor verdere hulp/instructies. 027-771 Oorzaak Foutbericht "Schijf vol"...
Pagina 442
062-211 Oorzaak Er is een storing opgetreden in de AOD. Oplossing Neem contact op met het Xerox Welcome Centre. 062-220 Oorzaak Er is een storing opgetreden in de scanner. Oplossing Neem contact op met het Xerox Welcome Centre.
Pagina 443
Als de ladefouten niet worden opgelost door het uitvoeren van de relevante oplossing, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. In de tussentijd kunnen andere laden dan 6 en 7 worden gebruikt.
Pagina 444
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Categorie Foutcode Oorzaak en oplossing K P S M A 116-703 Oorzaak Er is een fout opgetreden tijdens PostScript-verwerking. Oplossing Controleer de afdrukgegevens of klik op Wachtrij- instellingen op het tabblad Details in de printerdriver om bidirectionele communicatie uit te schakelen.
Pagina 445
Xerox Welcome Centre. 127-213 Oorzaak Er is een verkeerde combinatie vastgesteld bij de softwareversie van de controller. Oplossing Neem contact op met het Xerox Welcome Centre voor informatie en/of instructies voor het verhelpen van het probleem. 127-220 Oorzaak Er is een communicatiefout vastgesteld in het videosysteem door de controller.
Pagina 446
(xxx- informatie voor (xxx-yyy). Schakel het apparaat meteen yyy) uit, wacht totdat het bedieningspaneelscherm zwart wordt en neem contact op met het Xerox Welcome Centre. Voltooid met Oorzaak Er is een storing opgetreden en de opdracht is voltooid.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en BELANGRIJK: Als er een stukje vastgelopen papier in het apparaat achterblijft, zal het papierstoringsbericht niet van het scherm verwijderen. Papierstoringen kunnen worden verholpen wanneer het apparaat is ingeschakeld.
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen in transporteenheid 4 Hieronder wordt beschreven hoe u papierstoringen oplost die in transporteenheid 4 optreden. Zorg dat het apparaat is gestopt voordat u het voorpaneel opent.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en OPMERKING: Als het papier is gescheurd, controleert u of zich stukjes papier in het apparaat bevinden. Zet hendel 4a terug in de oorspronkelijke stand. Duw lade 2 voorzichtig naar binnen totdat deze niet verder kan.
Pagina 451
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Verplaats de ontgrendelingshendel 3a om het vastgelopen papier te verwijderen. OPMERKING: Als het papier is gescheurd, controleert u of zich stukjes papier in het apparaat bevinden. Verplaats hendel 3b naar rechts en verwijder vervolgens het vastgelopen papier.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Papierstoringen in lade 5 (handmatige invoer) In het volgende gedeelte wordt beschreven hoe u papierstoringen in lade 5 (handmatige invoer) kunt oplossen. Wanneer de optionele grote papierlade niet is geïnstalleerd, opent u het bovendeksel van lade 5 (handmatige invoer).
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen in optionele laden 6 en 7 (grote papierlade) Hieronder wordt beschreven hoe u papierstoringen oplost die optreden in laden 6 en 7. Trek de lade uit waarin de papierstoring is opgetreden. BELANGRIJK: Papier is soms gescheurd en kan in het apparaat achterblijven als u een lade uittrekt zonder de positie van de papierstoring te controleren.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Papier plaatsen in de optionele lade 6 (extra grote papierlade) Trek de lade uit waarin de papierstoring is opgetreden. BELANGRIJK: Papier is soms gescheurd en kan in het apparaat achterblijven als u een lade uittrekt zonder de positie van de papierstoring te controleren.
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen in lade 8 (invoegmodule na processor) Hieronder wordt beschreven hoe u papierstoringen oplost die optreden in de invoegmodule na de processor. Druk op de ontgrendelingsknop Deksel. Open het deksel 1e en verwijder het vastgelopen papier en alle papier dat in de invoegmodule na de processor is geplaatst.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Papierstoringen achter linkeronderpaneel In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papierstoringen oplost die achter het linkerpaneel van het apparaat optreden. OPMERKING: In deze procedure wordt uitgelegd hoe u een storing kunt oplossen zonder dat de grote papierlade (lade 6 en 7) is geplaatst.
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen binnen in het apparaat In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papierstoringen oplost die achter in de transportmodule van het apparaat optreden. Zorg dat het apparaat is gestopt voordat u het voorpaneel opent.
Pagina 458
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Als de storing optreedt bovenop of binnenin de fusereenheid, verwijdert u het vastgelopen papier door dit naar links te trekken. Als het vastgelopen papier niet kan worden verwijderd, tilt u hendel 2c op en verwijdert u het papier.
Pagina 459
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Verplaats indien nodig hendel 3b rechts van de fusereenheid en verwijder vastgelopen papier. BELANGRIJK: Als het vastgelopen papier in het apparaat blijft en moeilijk kan worden verwijderd, trekt u de 2-zijdige module naar buiten nadat de transportmodule terug in de oorspronkelijke stand is geschoven.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Papierstoringen achter linkerpaneel afwerkeenheid In het volgende gedeelte wordt beschreven hoe u papierstoringen kunt verhelpen die op de volgende locaties optreden: • Papierstoringen bij hendel 1a en knop 1c •...
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Zet hendel 1a terug in de oorspronkelijke stand. Sluit linkerpaneel van afwerkeenheid. OPMERKING: Als het linkerpaneel van de niet-/afwerkeenheid zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Zet hendel 1d terug in de oorspronkelijke stand. Sluit linkerpaneel van afwerkeenheid. OPMERKING: Als het linkerpaneel van de niet-/afwerkeenheid zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Zet hendel 1b terug in de oorspronkelijke stand. Sluit linkerpaneel van afwerkeenheid. OPMERKING: Als het linkerpaneel van de niet-/afwerkeenheid zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Papierstoringen bij hendel 3b en 3d Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens het rechterpaneel van de afwerkeenheid. Haal hendels 3b en 3d naar links over en verwijder het vastgelopen papier.
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen bij hendel 3e en knop 3c Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens het rechterpaneel van de afwerkeenheid. Haal hendel 3e over en draai knop 3c naar rechts en verwijder het vastgelopen papier.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Papierstoringen bij hendel 3g en knop 3f Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens het rechterpaneel van de afwerkeenheid. Trek hendel 3g omhoog en naar links, draai knop 3f naar links en verwijder het vastgelopen papier.
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen bij hendel 4b en knop 3a Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens het rechterpaneel van de afwerkeenheid. Trek hendel 4b naar links, draai knop 3a naar rechts en verwijder het vastgelopen papier.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Papierstoringen bij Z-vouweenheid In dit gedeelte wordt beschreven hoe u vastgelopen papier uit de Z-vouweenheid verwijdert wanneer deze optionele eenheid is geïnstalleerd in een afwerkeenheid D of D2 (optioneel) of AVH- module (optioneel).
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Zet hendel 2a terug in de oorspronkelijke stand. Sluit het rechterpaneel van de afwerkeenheid. OPMERKING: Als het rechterpaneel van de niet-/afwerkeenheid zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Zet hendel 2b terug in de oorspronkelijke stand. Sluit het rechterpaneel van de afwerkeenheid. OPMERKING: Als het rechterpaneel van de afwerkeenheid zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
Pagina 471
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Als u het papier niet kunt verwijderen in stap 2, draait u knop 2c naar rechts en verwijdert u het vastgelopen papier. OPMERKING: Als het papier is gescheurd, controleert u of zich stukjes papier in het apparaat bevinden.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Papierstoringen bij opvangbak 2d voor in drieën vouwen en hendel 2g Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens het rechterpaneel van de afwerkeenheid. Trek opvangbak 2d voor in drieën vouwen naar buiten, draai hendel 2g naar rechts en verwijder het vastgelopen papier.
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen bij eenheid 4 en knop 4a Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens het rechterpaneel van de afwerkeenheid. Trek eenheid 4 uit. Draai knop 4a naar links en verwijder alle vastgelopen papier aan de linkerkant van eenheid 4.
Pagina 474
11 . P r ob l e me n o pl o s s en OPMERKING: Als het papier is gescheurd, controleert u of zich stukjes papier in het apparaat bevinden. Als het papier niet kan worden verwijderd, trekt u de groende hendel op de rechterbovenklep van eenheid 4 omhoog en verwijdert u al het vastgelopen papier.
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen in opvangzone van afwerkeenheid In het volgende gedeelte wordt beschreven hoe u papierstoringen kunt verhelpen die op de volgende locaties optreden: • Papierstoringen in opvangbak •...
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Open en sluit het rechterpaneel van de afwerkeenheid. OPMERKING: Als het rechterpaneel van de afwerkeenheid zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen in de optionele grote papierlade In het volgende gedeelte wordt beschreven hoe u papierstoringen kunt verhelpen die op de volgende locaties optreden: • Papierstoringen achter linkeronderpaneel •...
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Sluit het linkeronderpaneel. Open het voorpaneel van de grote papierlade. OPMERKING: Als het voorpaneel van de grote papierlade zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen bij hendel 1b Open het voorpaneel van de grote papierlade. Zet hendel 1b naar rechts en draai knop 1c naar rechts. Verwijder het vastgelopen papier. OPMERKING: Als het papier is gescheurd, controleert u of zich stukjes papier in het apparaat bevinden.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Papierstoringen bij hendel 1d Open het voorpaneel van de grote papierlade. Zet hendel 1d omhoog en verwijder het vastgelopen papier. OPMERKING: Als het papier is gescheurd, controleert u of zich stukjes papier in het apparaat bevinden.
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Origineelstoringen Als een origineel vastloopt in de AOD, stopt het apparaat en verschijnt er een bericht in de gebruikersinterface. Verhelp de origineelstoring door de instructies op het scherm te volgen en plaats het origineel vervolgens opnieuw in de AOD.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Als het origineel niet vastzit in het invoergedeelte, kunt u het verwijderen. Als u instructies krijgt om het wiel te draaien, draait u aan het groene wiel om het origineel omhoog uit te voeren.
Pagina 483
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Wanneer wordt aangegeven dat de origineelstoring zich achter het linkerdeksel bevindt, verwijdert u het vastgelopen origineel. Sluit het bovendeksel van het binnendeksel totdat dit op zijn plaats vastklikt.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Origineelstoringen in opvangzone Open de AOD of de afdekklep. Open de bandzone terwijl u de hendel vasthoudt en het vastgelopen origineel verwijdert. Druk de band voorzichtig terug in de oorspronkelijke stand. Laat de AOD zakken.
Xerox Welcome Centre als het probleem aanhoudt nadat u deze oplossingen heeft geprobeerd. Verbogen nietje Ongeniet Neem contact op met het Xerox Welcome Centre als de nietjes in de kopieën worden geplaatst op de wijze zoals afgebeeld in de afbeeldingen. Nietje in omgekeerde Eén kant van het...
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Nietstoringen in de nietcassette D-afwerkeenheid In het volgende gedeelte wordt de oplossing beschreven voor nietstoringen in de nietcassette voor de D-afwerkeenheid. Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens het voorpaneel van de afwerkeenheid.
Pagina 487
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Open het klepje van de nietcassette zoals in de afbeelding en verwijder het vastgelopen nietje. WAARSCHUWING: Wees voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen nietjes dat u uw vingers niet bezeert.
Als de nietjes niet kunnen worden verwijderd na het uitvoeren van bovenstaande procedures, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. Afwerkeenheid D2 In het volgende gedeelte wordt de oplossing beschreven voor nietstoringen in de nietcassette voor de afwerkeenheid D2.
Pagina 489
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Houd hendel R1 in de positie zoals in de afbeelding en til deze iets omhoog. Trek de nietcassette naar buiten. OPMERKING: Na het verwijderen van de nietcassette controleert u of er nietjes zijn achtergebleven binnenin de afwerkeenheid.
Pagina 490
Als de nietjes niet kunnen worden verwijderd na het uitvoeren van bovenstaande procedures, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. 11 - 9 2 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Nietstoringen bij nietcassette voor katernen In het volgende gedeelte wordt de oplossing beschreven voor nietstoringen in de nietcassette voor katernen. Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens het voorpaneel van de afwerkeenheid.
Pagina 492
Als de nietjes niet kunnen worden verwijderd na het uitvoeren van bovenstaande procedures, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. 11 - 9 4 X e r o x 45 9 5 c o p ie r / pr i n te r H an dl e i di n g v oo r d e g e br u i k e r...
11 . Pr ob l em e n op l os s e n Problemen met gekrulde aflevering oplossen U kunt het krullen van aflevering corrigeren door het indrukken van de ontkrullertoets. De ontkrullertoets werkt zowel wanneer het apparaat in werking is als bij inactiviteit zo lang het apparaat maar is ingeschakeld.
11 . P r ob l e me n o pl o s s en Modi en werking van ontkrullertoets In het volgende gedeelte worden de modi en functie van de ontkrullertoets beschreven. Omlaag krullen Omhoog krullen Ontkrullertoets Functie Indicatielampje Modus Auto Krulcorrectie wordt automatisch uitgevoerd.
12. Technische specificaties Technische specificaties In dit gedeelte vindt u een overzicht voor de specificaties van de Xerox 4595 copier/printer. De productspecificaties en de externe vormgeving van het apparaat kunnen in het belang van de productontwikkeling zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
• Lade 1-4, 6, 7: 52 – 216 g/m • Lade 5 (handm. invoer): 52 – 253 g/m Belangrijk: Het wordt aangeraden om door Xerox aanbevolen papiersoorten te gebruiken. Het afdrukken kan niet correct verlopen afhankelijk van de omgevingscondities. Tijd eerste kopie 3,0 sec.
Pagina 497
1 2 . Te c h ni s c h e s pe c i fi c a ti e s Item 4595 Verkleinen/ • 100% 1:1 ± 0,7% vergroten kopie • Vooringesteld V/V: 1:0,250, 1:0,500, 1:0,612, 1:0,707, 1:0,816, 1:0,866, 1:1,154, 1:1,225, 1:1,414, 1:1,632, 1:2,000, 1:4,000 •...
Pagina 498
12 . Te c hn i s c he s p e c i fi c at i es Item 4595 Maximale stroom- • Maximale stroomverbruik: 2,8 – 3,1 KWA verbruik • Energiespaarstand: 225 W • Slaapstand: 15 W Belangrijk: Verbruikscijfers voor energiespaarstand en slaapstand zijn gebaseerd op metingen van het International Energy Star Program.
1 2 . Te c h ni s c h e s pe c i fi c a ti e s Afdrukspecificaties Type Ingebouwde printer Continue afdruksnelheid Hetzelfde als bij kopiëren. Raadpleeg Specificaties voor Kopiërens, Continue kopieersnelheid op pagina 12-3. Belangrijk: 8,5 ×...
12 . Te c hn i s c he s p e c i fi c at i es Belangrijkste specificaties voor scantoepassingen Type Zwart/wit-scanner Scanformaat Maximumformaat: 297 × 432 mm (A3, 11 × 17 inch) voor zowel vellen als boeken Scanresolutie •...
• 52 – 216 g/m Invoerstadia / papiercapaciteit 2300 vellen × 2 stadia Belangrijk: Bij gebruik van Xerox-papier van 75 g/m Afmetingen/gewicht 23,5 inch (breedte) × 27,3 inch (diepte) × 39,1 inch (hoogte) 597 mm (breedte) × 694 mm (diepte) × 992 mm (hoogte), 72 kg Belangrijk: Het gewicht is berekend zonder geplaatst papier.
18 lb. tot 110 lb. omslag/ 64 – 300 g/m Papiercapaciteit 2000 vellen Belangrijk: Bij gebruik van Xerox-papier van 90 g/m Afmetingen 39 inch (breedte) × 32 inch (diepte) × 37 inch (hoogte) 988 mm (breedte) × 785 mm (diepte) × 930 mm (hoogte) Belangrijk: Het gewicht is berekend zonder geplaatst papier.
500 vellen Belangrijk: Bij gebruik van Xerox-papier van 75 g/m X er o x 4 5 95 c op i er / pr in te r Ha nd l e id i ng v oo r d e g eb r u i k er...
Pagina 504
8,5 × 14 inch, 12 × 18 inch, 12,6 × 19,2 inch, 13 × 18 inch, 13 × 19 inch • 8K, 16K, speciaal A4, speciaal A4 , speciaal A3 Belangrijk: Bij gebruik van Xerox-papier van 75 g/m * Wanneer nieten is gespecificeerd 12 - 1 0...
Pagina 505
Belangrijk: 65 vellen voor papier groter dan A4 of 8,5 × 11 inch op afwerkeenheid D. Nietcassette voor 50 vellen is optioneel. Van toepassing bij gebruik van Xerox-papier van 75 g/m Nietpositie 1 nietje (voor / binnen, schuin), 2 nietjes (parallel) Belangrijk: Schuin is alleen mogelijk voor vellen van A4/ 8,5 ×...
Pagina 506
• 8K, 16K, 16K , tabblad (8,5 × 11 inch/A4 ) Belangrijk: U kunt niet kopiëren op papier dat in lade 8 is geplaatst. Capaciteit 200 vellen Belangrijk: Bij gebruik van Xerox-papier van 75 g/m Papiersoort 60 – 220 g/m Afmetingen/gewicht Afwerkeenheid D / Afwerkeenheid D2 •...
(binnen/ Aantal te vouwen vellen 1 vel buiten bedrukt) Capaciteit 40 vellen Belangrijk: Bij gebruik van Xerox-papier van 75 g/m Papiersoort 60 – 90 g/m Opvangbak Opvangbak voor in drieën gevouwen papier Afmetingen/gewicht 7,9 inch (breedte) × 28,5 inch (diepte) × 43,9 inch (hoogte) 200 mm (breedte) ×...
12 . Te c hn i s c he s p e c i fi c at i es Afdrukbaar gebied In dit gedeelte wordt het beschikbare afdrukbare gebied beschreven. Standaard afdrukbaar gebied Het standaardgebied waarop kan worden afgedrukt, heeft een marge van 0,16 inch (4,1 mm) aan allevier de randen van het papier (voor SRA3-formaat met een breedte van 320 mm een marge van 0,45 inch of 11,5 mm links en rechts).
Pagina 509
1 2 . Te c h ni s c h e s pe c i fi c a ti e s Raadpleeg de online help van de printerdriver voor informatie over printerdriverinstellingen. Voor meer informatie over de instellingen op het aanraakscherm raadpleegt u "Print Area" (Afdrukgebied) in de System Administration Guide of neemt u contact op met uw systeembeheerder.
12 . Te c hn i s c he s p e c i fi c at i es PDF Direct afdrukken gebruiken PDF Direct afdrukken is een toepassing waarmee een PDF-bestand met rechtstreeks gebruik van een lpr-opdracht kan worden afgedrukt, zonder bijvoorbeeld een printerstuurprogramma te hoeven gebruiken.
In dit gedeelte worden de instellingen voor de toepassing PDF Direct afdrukken beschreven. Deze instellingen zijn geldig wanneer er een PDF-bestand wordt afgedrukt, zonder dat het hulpprogramma Fuji Xerox ContentsBridge wordt gebruikt. OPMERKING: Wanneer het hulpprogramma ContentsBridge wordt gebruikt om een PDF-bestand af te drukken, raadpleegt u de handleiding op de cd-rom met CentreWare-hulpprogramma's.
Pagina 512
12 . Te c hn i s c he s p e c i fi c at i es Instellingsitem Itemnummer Waarden van de instelling Sorteren Selecteert of meerdere kopieën in sets worden afgedrukt (1, 2, 3…1, 2, 3…). [0] (standaard) : Nee : Ja Opmaak In dit gedeelte wordt de opmaak bij het afdrukken beschreven.
Voor informatie over de PCL-commando's die door de printer worden herkent, gaat u naar de PDL Reference Guide, die u kunt vinden op www.xerox.com onder Support & Drivers > printernummer > met geïntegreerde controller > Documentatie. HP-GL/2-emulatie...
Hiermee kan een DC-apparaat (alleen een kopieerapparaat) worden bijgewerkt naar een ST-systeem (netwerkafdrukken) Mobiele platen Met deze platen kan het Xerox 4595-systeem op een ongelijke vloer of op dikke vloerbedekking worden geplaatst. Gegevensbeveiligingsset Deze set vergroot de beveiliging van gegevens die naar de harde schijf zijn geschreven.
Het apparaat installeren en verplaatsen • Neem contact op met het Xerox Welcome Centre wanneer het apparaat uit de ombouw moet worden verplaatst. • Zorg bij het verplaatsen van het apparaat dat dit zonder schokken gebeurt.
Pagina 516
12 . Te c hn i s c he s p e c i fi c at i es Vertrouwelijkheid van opdrachten Vertrouwelijkheid binnen het netwerk kan niet worden gegarandeerd. Omgevingsvereisten mailsysteem Om e-mail te kunnen verzenden of ontvangen, moet er een mailsysteemomgeving zijn gecreëerd.
1 2 . Te c h ni s c h e s pe c i fi c a ti e s Tekencode Hieronder worden de tekencodes weergegeven die door het apparaat kunnen worden afgedrukt. Andere tekencodes dan de onderstaande kunnen mogelijkerwijs niet worden afgedrukt. •...
12 . Te c hn i s c he s p e c i fi c at i es Kopieerinstellingen Toestaan dat verschillende origineelformaten als standaard worden geplaatst Aan-/afmelden Gebruikers-ID invoeren Systeeminstellingen Systeeminstellingen Instellingen modus Kopiëren Standaardinstellingen Kopiëren Gemengde origineelformaten Voor informatie raadpleegt u "Mixed Size Originals"...
Pagina 519
1 2 . Te c h ni s c h e s pe c i fi c a ti e s De systeeminstellingen (bijvoorbeeld IP-adres) controleren Apparaatstatus Kostenteller / Afdrukoverzicht Overzicht / lijst afdrukken Instellingen modus Kopiëren* Instellingenlijst – Gemeenschappelijke items Start * Instellingen modus Kopiëren kan ook Instellingen modus Afdrukken of Instellingen modus Scannen zijn, afhankelijk...
Pagina 520
12 . Te c hn i s c he s p e c i fi c at i es Controleren of een opdracht is voltooid Opdrachtstatus Voltooide opdrachten Voor informatie raadpleegt u "Checking Completed Jobs" (Voltooide opdrachten controleren) in de System Administration Guide.
13. Veiligheidsinformatie en kennisgevingen Veiligheidsinformatie Het Xerox-product en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn ontworpen en getest om te voldoen aan strenge veiligheidseisen. Deze omvatten onder meer de goedkeuring van veiligheidsinstanties en het voldoen aan de geldende milieunormen. Lees onderstaande instructies aandachtig door...
Indien een van de volgende omstandigheden zich voordoet, schakel dan de voeding naar het apparaat onmiddellijk uit en trek het netsnoer uit het stopcontact. Neem contact op met een erkende Xerox-servicetechnicus om het probleem te verhelpen. • Het apparaat maakt vreemde geluiden of er komen vreemde geuren vrij.
Dit product bevat waarschuwingslabels voor de laser. Deze labels zijn bestemd voor de Xerox-technicus en zijn geplaatst op of in de buurt van panelen of afschermingen die met speciaal gereedschap moeten worden verwijderd. Verwijder geen van de panelen.
Dit product bevat waarschuwingslabels voor de laser. Deze labels zijn bestemd voor de Xerox-technicus en zijn geplaatst op of in de buurt van panelen of afschermingen die met speciaal gereedschap moeten worden verwijderd. Verwijder geen van de panelen.
Voer geen onderhoudsprocedures uit tenzij u hiervoor bent opgeleid door een Xerox-technicus, of tenzij een procedure specifiek is beschreven in een van de handleidingen bij de pers. Veiligheid tijdens de bediening Uw Xerox-apparaat en verbruiksartikelen zijn ontworpen en getest conform de strengste veiligheidseisen.
Xerox- installatieprocedures, houdt u de concentratie binnen de veiligheidsmarges. Als u meer wilt weten over ozon, kunt u de Xerox-publicatie, OZONE, aanvragen door in de Verenigde Staten te bellen naar 1-800-828-6571. Bel voor een Franse versie in de VS naar 1-800-828-6571 en druk op 2.
Door wijzigingen en modificaties aan deze apparatuur die niet uitdrukkelijk door Xerox Corporation zijn goedgekeurd, kan de toestemming voor het gebruik van deze apparatuur komen te vervallen. WAARSCHUWING: Er moeten afgeschermde kabels worden gebruikt bij deze apparatuur om te voldoen aan de FCC-regels.
DSA00-1407 worden beschreven. Goedkeuring veiligheid extra lage spanning Dit Xerox-product voldoet aan de veiligheidsregels van verschillende overheden en veiligheidsinstanties. Alle systeempoorten voldoen aan SELV (Safety Extra Low Voltage)- eisen voor aansluiting op apparaten en netwerken van de klant.
Een volledige verklaring, met vermelding van de relevante richtlijnen en verwijzing naar normen, kan worden verkregen bij het Xerox Welcome Centre of door contact op te nemen met: Environment, Health and Safety Xerox Bessemer Road...
13 . Ve i l ig h ei d s i nf or m a ti e e n k e nn i s ge v i ng e n Het is illegaal... In de Verenigde Staten Het Congres heeft officieel de reproductie van de volgende zaken onder bepaalde omstandigheden verboden.
Pagina 531
1 3 . Ve i li g he i d s in f or m a ti e e n k e nn i s g ev i n ge n Zegels en andere vertegenwoordigers van waarde, hoe groot of klein dan ook, die zijn uitgegeven of kunnen worden uitgegeven onder een congreswet.
13 . Ve i l ig h ei d s i nf or m a ti e e n k e nn i s ge v i ng e n In Canada Het parlement heeft officieel de reproductie van de volgende zaken onder bepaalde omstandigheden verboden.
1 3 . Ve i li g he i d s in f or m a ti e e n k e nn i s g ev i n ge n In andere landen Het kopiëren van bepaalde documenten kan in uw land illegaal zijn.
Xerox ENERGY STAR-apparatuur wordt met fabrieksinstellingen geleverd. Uw apparaat wordt geleverd met de timer voor het overschakelen naar de energiespaarstand na de laatste kopie/ afdruk ingesteld op 15 minuten.
Noord-Amerika Xerox heeft een wereldwijd programma voor het terugnemen en hergebruik/recycling van apparatuur. Bij het Xerox Welcome Centre kunt u navragen of dit Xerox-product deel uitmaakt van het programma. Voor meer informatie over de Xerox- milieuprogramma's kunt u terecht op www.xerox.com/environment.
Dit product bevat mogelijk een of meer onderdelen met perchloraat, zoals accu's. Mogelijk gelden hiervoor speciale verwerkingsinstructies, zie www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate. Als uw product geen deel uitmaakt van het Xerox-programma en u verantwoordelijk bent voor de verwerking ervan als afval, volgt u de instructies in bovenstaande alinea. Europese Unie...
Pagina 537
Index Antwoord aan ....3-55 Apparaat Cijfers configuratie ....9-4 informatie .
Pagina 538
In d ex Document Gebruikersinterface ... . 1-3 glasplaat ....2-3 Gedeelde naam ....3-30 invoer .
Pagina 539
Index Instellingen ....9-10 Kopieerpapier ....12-2 bij opstarten ....9-12 Kopieerpositie ESC/P .
Pagina 540
In d ex Multi-page TIFF ....3-36 Opslaan en afdrukken ..4-41 Optionele kleurenscanner-set ..3-1 Opwarmtijd .
Pagina 541
Index Periodiek te vervangen Serienummer ....9-3 onderdelen ... . . 10-1 Server ..... . 3-30 Poster .
Pagina 542
In d ex Uitgebreid afdrukbaar gebied . . . 12-14 Uitgesteld afdrukdocument verwijderen ....8-14 Uitschakelen ....1-14 Van .