Geselecteerde parameter met de toets PRINT bevestigen, de actuele
instelling verschijnt.
Met de 5x-toets „on" of „off" selecteren.
Met de toets PRINT wordt de gewijzigde instelling overgenomen. De
weegschaal keert automatisch terug naar de weegmodus.
Op deze manier kan de gebruiker zijn eigen gegevensblok configureren, dat dan naar
een printer of PC gezonden wordt.
9.4 Beschrijving van de gegevenstransfer
Pr PC:
Toets PRINT indrukken, bij een stabiel gewicht wordt het formaat uit LAPR
overgedragen.
a. Formaat voor stabiele waarden voor gewicht/aantal stuks/procentuele
weergave
1
2
3
4
M
S
N
N
1
b. Formaat in geval van (een) fout(en)
1
2
3
4
B
B
B
B
AU Pr:
Zodra de weegwaarde stabiel is, wordt het formaat uit LAPR automatisch
overgedragen.
c. Formaat voor stabiele waarden voor gewicht/aantal stuks/procentuele
weergave
1
2
3
4
M
S
N
N
1
d. Formaat in geval van (een) fout(en)
1
2
3
4
B
B
B
B
CDE/CME/CDEE-BA-nl-1020
5
6
7
8
N
N
N
N
2
3
4
5
5
6
7
8
B
B
B
B
5
6
7
8
N
N
N
N
2
3
4
5
5
6
7
8
B
B
B
B
9
10 11 12
N
N
N
N
6
7
8
9
9
10 11 12
B
B
B
E
9
10 11 12
N
N
N
N
6
7
8
9
9
10 11 12
B
B
B
E
13 14 15 16 17
B
U
U
U
10
1
2
13 14 15 16 17
r
r
o
r
13 14 15 16 17
B
U
U
U
10
1
2
13 14 15 16 17
r
r
o
r
18
CR LF
3
18
CR LF
18
CR LF
3
18
CR LF
27