KERN CWS Versie 1,0 12/2006 Gebruiksaanwijzing Telweegschaal Inhoudsopgave Technische gegevens Verklaring van overeenstemming Apparatuuroverzicht Afmetingen: Display-/Toetsenbordoverzicht 3.2.1 Aantal stuks aanduiding 3.2.2 Gewichtsaanduiding 3.2.3 Referentiemassa aanduiding Toetsenbordoverzicht Grondopmerkingen (algemene informatie) Gebruik volgens bestemming Afwijkend gebruik Garantie Toezicht over controlemiddelen Veiligheid grondrichtlijnen Richtlijnen van de gebruiksaanwijzing nakomen Personeelscholing Vervoer en opslag...
Pagina 3
Automatisch uitschakelen Auto-OFF Nulpuntaanduiding/zero tracking Stabilisatieaanduiding Tarreren Vereenvoudigde bedrijfsmodus Samentellen Percentagebepaling aanzetten Referentiemassa door wegen bepalen 9.2.1 Aantal referentiestuks 10 9.2.2 Aantal referentiestuks 5, 25, 50 of 100 9.2.3 Willekeurig gekozen aantal referentiestuks 9.2.4 Willekeurig gekozen aantal referentiestuks zonder toets Referentiemassa numeriek invoeren Gememoriseerd referentiegewicht met ID-nr.
Pagina 4
Gegevensuitgang RS 232C 16.1 Technische gegevens van interface Pinvaststelling: 16.2 Gegevensuitgang CWS-BA-nl-0610...
1 Technische gegevens KERN CWS 3K0.5 CWS 6K1 CWS 15K2 CWS 30 K5 Afleesbaarheid (d) 0,5 g Weegbereik (max.) 3 kg 6 kg 15 kg 30 kg Reproduceerbaarheid 0,5 g Liniariteit ± 0,5 g ± 1,0 g ± 2 g ±...
2 Verklaring van overeenstemming KERN & Sohn GmbH D-72322 Balingen-Frommern Tel.: 0049-[0]7433- 9933-0 Postfach (postbus) 4052 Fax: 0049-[0]7433-9933-149 E-mail: info@kern-sohn.de Internet: www.kern-sohn.de Verklaring van overeenstemming Declaration of conformity for apparatus with CE mark Verklaring van overeenstemming van het apparaat met CE-markering Déclaration de conformité...
3.2 Display-/Toetsenbordoverzicht Aantal Totaal gewicht Referentiegewicht 3.2.1 Aantal stuks aanduiding Hier worden alle opgelegde elementen onmiddellijk in stuks afgelezen. Afgelezen symbool duidt op: Totaal gewicht aanduiding TOTAL Weegschaalgegevens worden samengeteld Opgelegd gewogen materiaal is te licht Gewogen materiaal boven de boventolerantiegrens Gewogen materiaal binnen het tolerantiebereik Gewogen materiaal beneden de...
3.2.2 Gewichtsaanduiding Hier wordt het gewicht van het gewogen materiaal afgelezen. Afgelezen symbool duidt op: Stabilisatieaanduiding PRE- Gememoriseerde referentiewaarde TARE Nulwaarde aanduiding 3.2.3 Referentiemassa aanduiding Hier wordt referentiemassa van het monster in [g] afgelezen. Deze waarde wordt noch door de gebruiker ingevoerd noch door de weegschaal berekend. Afgelezen symbool duidt op: AUTO...
4 Grondopmerkingen (algemene informatie) 4.1 Gebruik volgens bestemming De door u aangekochte weegschaal dient ter bepaling van de massa (weegwaarde) van het gewogen materiaal. Hij is ontworpen voor gebruik als een “niet-zelfstandige weegschaal”, d.w.z. het gewogen materiaal dient met de hand voorzichtig te worden geplaatst in het midden van het weegplateau.
4.4 Toezicht over controlemiddelen In het kader van kwaliteitsverzekeringssysteem dienen regelmatig technische meeteigenschappen weegschaal eventueel beschikbare controlegewichten te worden gecontroleerd. Daarvoor dient de bevoegde gebruiker een juist tijdsinterval als ook aard en omvang van dergelijke controle te bepalen. Informatie betreffende toezicht over controlemiddelen als de weegschaal en noodzakelijke controlegewichten zijn toegankelijk op de website van de firma KERN (www.kern-sohn.com).
7 Uitpakken, installeren en aanzetten 7.1 Plaats van installatie, gebruikslocatie De weegschalen zijn op dergelijke manier geconstrueerd dat er in normale gebruiksomstandigheden geloofwaardige weegresultaten worden bereikt. De keuze van juiste locatie van de weegschaal verzekert een precieze en snelle werking. Daarom dient men bij keuze van plaats van installatie volgende regels in acht te nemen: •...
7.2.1 Plaatsing Weegschaal horizontaal stellen met behulp van schroefvoeten, luchtbel in libel (waterpas) moet zich in het gemarkeerde bereik bevinden. 7.2.2 Leveringsomvang Serietoebehoren: • Weegschaal • Weegplateau • Afneembaar displaydeel • Netadapter • Gebruiksaanwijzing 7.3 Contactdoos Elektrische voeding gebeurt door buiten netadapter. De spanningwaarde zichtbaar op de netadapter moet in overeenstemming zijn met lokale spanning.
7.5 Werking met batterijvoeding (optie) Installatie: 1. Netadapter van de weeschaal scheiden 2. Beide schroeven M3 losschroeven en het scherm van batterijcontainer afnemen 3. Draden in de batterijcontainer aan de batterij aansluiten. Rode draad aan de plusklem (+/rood) en zwarte draad aan de minusklem (-/zwart) aansluiten.
Pagina 16
Handelingen tijdens justeren: Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Vereiste verwarmingstijd verzekeren (zie hoofdstuk 1) om de weegschaal te stabiliseren. Men dient daarbij op te letten dat zich op het weegplateau geen voorwerpen bevinden. 1. Bij ingeschakelde weegschaal de toet PRINT drukken en gedrukt houden. De weegschaal met de toets ON/OFF inschakelen.
8 Basisbediening 8.1 In-/uitschakelen De weegschaal met de toets ON/OFF in- of uitschakelen. weegschaal wordt zelfgediagnosticeerd. De weegschaal is paraat nadat in alle drie indicaties op display de waarde “0” verschijnt. 0.000 0.00000 (of een laatst gebruikt referentiegewicht) 8.2 Automatisch uitschakelen Auto-OFF Om de batterijen te besparen is de weeschaal voorzien van een Auto-OFF functie.
8.5 Tarreren Het eigen gewicht van gewenste container gebruikt voor wegen kan worden getarreerd door de toets te drukken waardoor tijdens volgende weegprocessen het netto gewicht van gewogen materiaal wordt afgelezen. 0.000 Lege tarracontainer op het weegplateau leggen. Totaal gewicht van container verschijnt. De toets TARE drukken.
Samentellen Bij samentellen van stuks kan men de in de container toegevoegde elementen bijtellen of de uit de container gehaalde elementen aftellen. Om tellen van grotere aantallen mogelijk te maken dient het gemiddelde gewicht van één element te worden bepaald met behulp van klein aantal elementen (referentieaantal). Hoe groter het referentieaantal hoe preciezer het tellen.
9.2 Referentiemassa door wegen bepalen 9.2.1 Aantal referentiestuks 10 1. De weegschaal met de toets ON/OFF inschakelen. Drie LEDs in de toetsen „Piece weight by“ blinken. Indien het niet het geval is, de toets drukken. Indien nodig, de tarracontainer aanzetten. 2.
Pagina 21
Opmerking: Indien op display de aanduiding “Add ##” zichtbaar is, geeft de weegschaal de mogelijkheid om de referentiewaarde te optimaliseren omdat de grootte van de monster niet voldoende was om precies samen te tellen. Vereist aantal elementen invoeren of het ADD 15 0.004 bericht “Add ##”...
9.2.2 Aantal referentiestuks 5, 25, 50 of 100 1. De weegschaal met de toets ON/OFF inschakelen. Drie LEDs in de toetsen „Piece weight by“ blinken. Indien het niet het geval is, de toets drukken. Indien nodig, de tarracontainer aanzetten. 2. De toets drukken.
9.2.3 Willekeurig gekozen aantal referentiestuks 1. De weegschaal met de toets ON/OFF inschakelen. Drie LEDs in de toetsen „Piece weight by“ blinken. Indien het niet het geval is, de toets drukken. Indien nodig, de tarracontainer aanzetten. 0.000 2. De toets drukken.
Pagina 24
5. De toets drukken. Tijdens berekening van het referentiegewicht wordt op display kort het symbool „------ ” afgelezen. Na succesvolle stabilisatiecontrole verschijnt op display bepaald referentiegewicht. Opmerking: 5.61200 0.112 Indien op display de aanduiding “Add ##” zichtbaar is, geeft de weegschaal de Gewicht van de elementen Berekend referentiegewicht mogelijkheid om de referentiewaarde te...
9.2.4 Willekeurig gekozen aantal referentiestuks zonder toets 1. De weegschaal met de toets ON/OFF inschakelen. Drie LEDs in de toetsen „Piece weight by“ blinken. Indien het niet het geval is, de toets drukken. Indien nodig de tarracontainer aanzetten met de toets TARE tarreren. 0.00000 0.000 2.
9.3 Referentiemassa numeriek invoeren Indien het referentiegewicht/aantal stuks bekend is, kan hij met de cijfertoetsen worden ingevoerd. 1. De weegschaal met de toets ON/OFF inschakelen. Drie LEDs in de toetsen „Piece weight by“ blinken. Indien het niet het geval is, de toets drukken.
9.4 Gememoriseerd referentiegewicht met ID-nr. opvragen Gememoriseerd referentiegewicht met ID-nr. opvragen, zie hoofdstuk 11.1 1. De weegschaal met de toets ON/OFF inschakelen. Drie LEDs in de toetsen „Piece weight by“ blinken. Indien het niet het geval is, de toets drukken. 2.
10 PRE-TARE De weegschaal is voorzien van twee methodes van tarreren: • Het gebruik van de TARE toets voor rechtstreekse aftrek van afgelezen containergewicht. (zie hoofdstuk 8.5) • Invoer van bekend tarragewicht (PRE-TARE) met de cijfertoetsen. Daarvoor dient men als volgt te handelen: 1.
11 Referentiemassa memoriseren 11.1 Opslaan volgens ID-nummers De weegschaal kan tot 99 referentiegewichten met 2-positie ID-nummer van 01 tot 99 onthouden. Om ze op te vragen, zie hoofdstuk 9.4. In fabriekinstelling onthoudt de weegschaal enkel het referentiegewicht. Aanvullend kunnen ook het containergewicht en/of tolerantiegrens worden gememoriseerd. Daarvoor dient men correct de functie F-01-05 te activeren (zie hoofdstuk 14.2).
11.2 Gememoriseerde referentiemassa wissen 1. De toets gedrukt houden en aanvullen de toets drukken. Tegelijkertijd beide toetsen vrijlaten. Id 00 CLEAR 2. Het verwijderde ID-nummer met cijfertoetsen invoeren (foutieve gegevens kunnen met de toets C worden verwijderd). De toets ENTER blinkt. Id 12 CLEAR 3.
11.3 Gelijktijdig het gehele ID-geheugen wissen 1. De toets gedrukt houden en aanvullen de toets drukken. Tegelijkertijd beide toetsen vrijlaten. Id 00 CLEAR 2. De toets drukken, op display verschijnt het symbool “idALL” met blinkende “ALL”. Id ALL CLEAR 3. De toets drukken en de “ALL”...
12 Optellen De weegschaal is voorzien van een optelgeheugen om totaal aantal stuks en totaal gewicht van gelijke te tellen elementen samen te tellen. De fabriekinstelling van de weegschaal is handmatig optellen (na drukken van de toets M+). Voor automatisch optellen dient men in menu (zie hoofdstuk 14.2) de functie F-03-01 activeren –...
12.2 Automatisch optellen Indien de automatische optelfunctie F-03-01 geactiveerd is (instelling “1”, zie hoofdstuk 14.2.), na succesvolle stabilisatiecontrole worden afzonderlijke weegwaarden automatisch samengeteld zonder de toets M+ te drukken. Na invoeren van de weegwaarde in het optelgeheugen luidt een akoestisch signaal. •...
13 Wegen/optellen met tolerantiebereik Door deze functie is het mogelijk om te wegen met het oog op een bepaald gewicht of aantal stuks in een bepaald tolerantiebereik, bv. voor controlewegen. Het bereiken van de tolerantiegrens wordt gesignaleerd door een optisch/akoestisch signaal. Afgelezen symbool duidt op: Aantal stuk/gewicht boven de boventolerantiegrens...
Pagina 35
F-05-03 7. Bevestigen met de toets . Volgend menupunt “F-05-03” verschijnt om boventolerantiegrens vast te leggen. Met cijfertoetsen instelling invoeren. F-05-04 8. Opslaan met de toets . Volgend menupunt “F-05-04” verschijnt om ondertolerantiegrens vast te leggen. Met cijfertoetsen instelling invoeren. F-05-05 9.
13.2 Ingestelde tolerantiegrenzen uitlezen Voorafgaande voorwaarde: F-09-01 = „0”, zie hoofdstuk 14.2 1. Weegschaal inschakelen 2. Door de toets te drukken verschijnt blinkende ingestelde boventolerantiegrens. 0.000 3. Door de toets te drukken verschijnt blinkende ingestelde ondertolerantiegrens. 4. Opnieuw de toets drukken, de weegschaal wordt terug naar 0.000...
13.3 Wijziging van ingestelde tolerantiegrenzen met de toets in plaats van menu-instelling 1. Door de toets te drukken verschijnt blinkende ingestelde boventolerantiegrens. Om te wijzigen met cijfertoetsen gewenste waarde invoeren. 2. De toets drukken, nieuwe 0.000 bovengrens wordt gememoriseerd en de ondergrens wordt afgelezen.
14 Menu 14.1 Menusturing 1. Weegschaal uitschakelen 2. Bij gedrukte toets de toets F-00 drukken. De eerste blinkende functie F-00 verschijnt. Vervolgens beide toetsen vrijlaten. 3. Met cijfertoetsen (bv. 5) gewenste functie F-05 opvragen (zie hoofdstuk 13.2) F-05-01 4. Bevestigen door de toets te drukken, op aantalaanduiding verschijnt de functie en blinkende actuele instelling.
14.2 Menuoverzicht F- 01-X Bedrijf Functie Parameter Functiebeschrijving keuze Toets Bedrijfsmodus Normale modus. Alle functies en toetsen zijn toegankelijk. F-01-01 Vereenvoudigde bedrijfsmodus. Het referentiegewicht kan alleen door wegen worden bepaald. Alle andere toetsen zijn gedeactiveerd (hoofdstuk 7.11) ##“ „Add aanvullend eis voor optellen (zie opmerking “hoofdstuk 9.2.1”) Aanvullend eis voor optellen verzekert tijdens optellen dat het aangepaste referentiegewicht niet te klein is omdat het tot onprecieze resultaten kan leiden.
Pagina 40
F-02-X Referentiewaarde automatisch optimaliseren Functie Parameter Functiebeschrijving keuze Toets Optimalisering van referentiewaarde bij bepaling van referentiemassa door wegen (hoofdstuk 9.2) Optimalisering van referentiewaarde is gedeactiveerd F-02-01 Referentiewaarde automatisch optimaliseren Handmatige optimalisering van referentiewaarde (met de toets ENTER) Optimalisering van referentiewaarde bij numerieke bepaling van referentiemassa (hoofdstuk 9.3) of met behulp van ID-nr.
Pagina 41
F-04-X Omgeving en akoestisch signaal Functie Parameter Functiebeschrijving keuze Toets Zero tracking (hoofdstuk 7.8) Zero tracking uitgeschakeld F-04-01 Zero tracking ingeschakeld Aanduidingsnelheid (reactie) Snel/gevoelig F-04-02 Normaal Traag/stabiel Trager/stabieler Vibratiefilter (omgeving) Gevoelig en snel (zeer rustige lokalisatie). F-04-03 Normaal Niet gevoelig en snel (zeer onrustige lokalisatie). Akoestisch signaal van toetsenbediening Geluid aan F-04-04...
Pagina 42
F-05-X Tolerantiecontrole Functie Parameter Functiebeschrijving keuze Toets Moduskeuze Tolerantiecontrole uit Alle gegevens vergelijken Stabiele gegevens vergelijken Alle gegevens, behalve gegevens vlakbij NUL, vergelijken* F-05-01 Alle stabiele gegevens, behalve gegevens vlakbij NUL, vergelijken* Alle positieve gegevens, behalve gegevens vlakbij NUL, vergelijken* Alle stabiele positieve gegevens, behalve gegevens vlakbij NUL, vergelijken* * “vlakbij NUL”...
Pagina 43
F-06-X Gegevensuitgang RS-232C Functie Parameter Functiebeschrijving keuze Toets Gegevensuitgangmodus Gegevens worden verstuurd na drukken van de toets PRINT. + Bevel van afstandbediening De gegevens worden ononderbroken verstuurd. Bevelen van afstandbediening kunnen niet aangepast worden Gegevens worden verstuurd indien de massa-aanduiding stabiel is bij +5d en hoger.
Pagina 44
F-09-X De toets Functie Parameter Functiebeschrijving keuze Toets Toetsbedieningmodus F-09-01 Bediening als displaytoets en/of wijziging van boven- ondertolerantiegrens Bediening als M- toets voor aftrek van optelgegevens bij het geheugen M+ Decimaal en uitgang RS-232C Decimaal: “.” De vers van aanhef voor stabiele massagegevens: “ST” 0000* Bevestiging van bevel: <ACK><C ><L...
15 Beschrijving van afzonderlijke functies 15.1 Functie ACAI (Automatic Counting Accuracy Improvement = automatische optimalisering van referentiewaarde) Om de precieze van optellen te verbeteren, berekent de ACAI functie het referentiegewicht altijd opnieuw als meer elementen worden opgelegd. Bij elke optimalisatie van referentiewaarde wordt het referentiegewicht opnieuw berekend.
Pagina 46
2. Volgende elementen toevoegen die binnen het volgende ACAI bereik passen (zie tabel onderaan). Een goede hoofdregel is het verdubbelen van aantal elementen op het weegplateau. 111.000 2.331 Aantal voorwerpen ACAI Aantal voorwerpen ACAI op het weegplateau Optelbereik op het weegplateau Optelbereik 13~26 63~122...
15.1.2 Handmatige modus van ACAI functie • In het handmatige ACAI proces wordt het referentiegewicht opnieuw berekend pas na drukken van de toets ENTER. • Menu-instelling (hoofdstuk 14.2): F-02-01” = „2” 1. Start: Na instelling van referentiegewicht het gegeven aantal elementen op het weegplateau leggen.
15.2 Functie AWA (Audible Weighing Assist = akoestisch signaal Fill-to-target) Met behulp van deze functie wordt het nakomen aan het te bereiken aantal stuks (bv. 20 stuk) gesignaleerd door steeds intensiever akoestisch signaal. Er zijn drie bedienmodi. Ze kunnen met de toets TARGET worden gekozen. De AWA functie is gedeactiveerd.
Pagina 49
Doelmodus: 1. De toets drukken, actuele modus verschijnt. 0.000 2. De toets zo vaak drukken totdat op display het symbool “target” verschijnt. Het doelaantal stuk blinkt. TARGET 0.000 3. Gewenste waarde met cijfertoetsen invoeren om het doelaantal te wijzigen (foutieve gegevens kunnen met de toets C worden verwijderd).
Pagina 50
Intervalmodus: 1. De toets drukken, actuele modus verschijnt. 0.000 2. De toets zo vaak drukken totdat op display het symbool “int” verschijnt. Ingesteld optellen met interval blinkt. 0.000 3. Gewenste waarde met cijfertoetsen invoeren om het samentellen met interval te wijzigen (foutieve gegevens kunnen met de toets C worden verwijderd).
16 Gegevensuitgang RS 232C In serie-uitvoering is de weegschaal voorzien van interface RS 232C. Gegevensuitgang bevindt zich rechts van de aanduiding. RS 232C 16.1 Technische gegevens van interface Asynchroon, dubbele richting, half-duplex Transmissiesnelheid: 600, 1200, 2400, 4800, 9600 bps Gegevens: Bit + 1 pariteitbit (even / odd) of 8 bit (non-parity) Startbit: 1 bit Stopbit:...
Pagina 52
16.2 Gegevensuitgang Parameters wordt ingesteld met behulp van de functie F-06-X (zie hoofdstuk 14). Gegevensuitgangmodus F-06-01: F- 06-01 = „0” Gegevens worden verstuurd na drukken van de toets PRINT. Tijdens versturen van gegevens blinkt de aanduiding van optellen. F- 06-01 = „1” Gegevens worden ononderbroken verstuurd.
Pagina 53
Bevel van afstandbediening Bevel Betekenis Opmerking Start /stop van ononderbroken gegevensuitgave CE Toets PRE-Tare „D,1.23C ” = "1.23kg" Tarra TOTAL toets M+ toets Onmiddellijke gegevensuitgave Gegevens afhankelijk van functie F-06-02 Uitgang van stabiele weegwaarde TARE toets a toets Foutcodes Betekenis Fout van transmissiegegevens Fout van bevel Fout “Scale not ready”...