KERN CKE Versie 3.4 2024-05 Gebruiksaanwijzing Telweegschaal Inhoudsopgave Technische gegevens ..................4 Conformiteitverklaring ..................7 Overzicht van de apparatuur ................8 Elementen ..................... 8 Bedienelementen................... 9 3.2.1 Toetsenbordoverzicht ..................9 3.2.2 De waarde numeriek invoeren .................10 3.2.3 Overzicht van de aanduidingen ...............10 Basisopmerkingen (algemene informatie) ............
Pagina 3
Extern justeren < CalExt > ................18 7.8.1 7.8.2 Extern justeren met gebruik van een door de gebruiker gedefinieerd justeergewicht < caleud > ..................19 Constante van de zwaartekracht op het justeerpunt < graadj >....21 7.8.3 Constante van de zwaartekracht op de installatieplaats < grause > ..22 7.8.4 Basismodus .......................
Pagina 4
Overdracht in continue modus < cont > ............53 11.2.4 11.3 Gegevensformaat ..................54 Onderhoud, werkprestatie, verwijderen ............55 12.1 Reinigen ....................55 12.2 Onderhoud, werkprestatie ................ 55 12.3 Verwijderen ....................55 Hulp bij kleine storingen .................. 56 Foutmeldingen ....................57 TCKE-A/-B-BA-nl-2434...
1 Technische gegevens Grote behuizing: KERN CKE 6K0.02 CKE 8K0.05 CKE 16K0.05 CKE 16K0.1 Artikelnummer / type TCKE 6K-5-B TCKE 8K-5-B TCKE 16K-5-B TCKE 16K-4-B Afleesbaarheid (d) 0,02 g 0,05 g 0,05 g 0,1 g Weegbereik (Max.) 6000 g 8000 g...
Pagina 6
KERN CKE 36K0.1 CKE 65K0.2 Artikelnummer / type TCKE 36K-4-B TCKE 65K-4-B Afleesbaarheid (d) 0,1 g 0,2 g Weegbereik (Max.) 36 000 g 65.000 Tarrabereik (substractief) 36 000 g 65.000 Reproduceerbaarheid 0,2 g 0,4 g Liniariteit ±0,5 g ±1,0 g Duur van signaaltoename (typisch) Minimaal gewicht van een...
Pagina 7
Kleine behuizing: KERN CKE 360-3 CKE 3600-2 Artikelnummer / type TCKE 300-3-A TCKE 3000-2-A Afleesbaarheid (d) 0,001 g 0,01 g Weegbereik (Max.) 360 g 3600 g Tarrabereik (substractief) 360 g 3600 g Reproduceerbaarheid 0,001 g 0,01 g Liniariteit ±0,005 g ±0,05 g Duur van signaaltoename (typisch)
* Minimaal gewicht van afzonderlijk element bij bepaling van het aantal stuks in laboratoriumomstandigheden: ➢ Er zijn ideale omgevingscondities voor het bepalen van het aantal stuks met hoge resolutie ➢ Geen gewichtsverdeling van getelde delen ** Minimaal gewicht van een element bij bepaling van het aantal stuks in normale omstandigheden: ➢...
3 Overzicht van de apparatuur 3.1 Elementen Pos. Naam Weegschaalplateau Afleesinrichting Toetsenbord Voet met verstelbare schroef Aansluiting voedingseenheid Libel (waterpas) Contact voor diefstalbeveiliging KUP aansluiting (KERN Universal Port) Voet met verstelbare schroef Weeginrichting in hangende positie Vervoerbeveiliging (enkel modellen met kleine behuizing) Batterijcontainer TCKE-A/-B-BA-nl-2434...
3.2 Bedienelementen 3.2.1 Toetsenbordoverzicht Toets Naam Functie in bedrijfsmodus Functie in het menu ➢ Aan-/uitzetten ➢ Navigatietoets (toets indrukken en ➢ Terug naar het vorige ingedrukt houden) ON/OFF menuniveau toets ➢ Achtergrondverlichting van ➢ Het menu verlaten / terug het scherm aan-/uitzetten naar de weegmodus (toets indrukken)
3.2.2 De waarde numeriek invoeren Toets Naam Functie Cijferkeuze De ingevoerde gegevens bevestigen. Meerdere ➔ Navigatietoets malen op de toets voor elke positie drukken. Het verschijnt een venster voor numerieke invoer. De waarde van het knipperende cijfer Navigatietoets verminderen (0–9) De waarde van het knipperende cijfer vergroten ...
Basisopmerkingen (algemene informatie) 4.1 Beoogd gebruik De door u aangekochte weegschaal dient ter bepaling van het gewicht (de weegwaarde) van het gewogen materiaal. Ze dient als een "niet automatische weegschaal” te worden beschouwd, d.w.z. dat het gewogen materiaal voorzichtig handmatig in het midden van het weegschaalplateau dient te worden geplaatst. De weegwaarde kan na de stabilisatie worden afgelezen.
4.4 Toezicht over de controlemiddelen In het kader van kwaliteitssysteem dienen regelmatig technische meeteigenschappen van de weegschaal en eventueel beschikbare controlegewichten te worden gecontroleerd. De verantwoordelijke gebruiker moet hiervoor een geschikt interval als ook het type en de omvang van deze controle vaststellen. Informatie betreffende toezicht over controlemiddelen zoals weegschalen als ook over noodzakelijke controlegewichten zijn toegankelijk op de website van de firma KERN (www.kern-...
7 Uitpakken, installeren en in werking stellen 7.1 Plaats van installatie en gebruikslocatie De weegschalen zijn ontworpen om betrouwbare weegresultaten onder normale gebruiksomstandigheden te garanderen. De keuze van de juiste locatie voor de weegschaal verzekert een nauwkeurige en snelle werking. Op de plaats van installatie moet het volgende in acht worden genomen: •...
7.2 Uitpakken en controle Het apparaat en de onderdelen uit de verpakking afnemen, het verpakkingsmateriaal verwijderen en op de daarvoor voorziene werkplaats plaatsen. Controleer of alle onderdelen van de leveringsomvang aanwezig en onbeschadigd zijn. Leveringsomvang / serietoebehoren: • Weegschaal, zie hoofdstuk 3.1 •...
7.4 Netaansluiting De landspecifieke stekker kiezen en in de netadapter steken. Controleer dat de voedingspanning van de weegschaal correct is ingesteld. De weegschaal kan aan het voedingsnetwerk enkel dan worden aangesloten indien de gegevens op het toestel (sticker) en de lokale voedingspanning identiek zijn.
worden verwijderd als de weging langer dan 48 uur duurt! (Gevaar van oververhitting). Indien wordt geconstateerd dat de accu een geur afgeeft, verhit, verkleurd of vervormd is, moet ze onmiddellijk van de stroomvoorziening worden losgekoppeld en indien mogelijk, van de weegschaal. 7.5.1 De accu opladen De accu (optie) wordt met behulp van de meegeleverde netadapter opgeladen.
7.6 Randapparatuur aansluiten Vóór aansluiten of afkoppelen van extra apparatuur (printer, computer) aan/van de gegevensinterface dient de weegschaal noodzakelijk van netwerk te worden gescheiden. Uitsluitend accessoires en randapparatuur van de firma KERN met de weegschaal gebruiken, optimaal aan de weegschaal aangepast. 7.7 Eerste inbedrijfstelling Om precieze weegresultaten met behulp van elektronische weegschalen te krijgen, dient de weegschaal een juiste werkingstemperatuur te bereiken (zie...
7.8.1 Extern justeren < CalExt > Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en ON/OFF drukken en ingedrukt houden. Afwachten tot het eerste menupunt < Cal > wordt weergegeven. Met➔ bevestigen, de aanduiding < CalExt > verschijnt.
Plaats het justeergewicht en bevestig door op ➔ te drukken, er worden < wait > en < reMvld >weergegeven. Nadat < reMvld > is weergegeven het justeergewicht verwijderen. Na succesvol justeren wordt de weegschaal automatisch terug naar de weegmodus gezet. Bij fout van het justeren (bv.
Pagina 21
De keuze met de toets ➔bevestigen. < Zero >, De volgende aanduidingen < Zero > en < Put ld > worden weergegeven en vervolgens verschijnt de waarde van het justeersgewicht dat op de weegschaal moet worden geplaatst. Plaats het justeergewicht en bevestig door op ➔ te drukken, er worden <...
7.8.3 Constante van de zwaartekracht op het justeerpunt < graadj > Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en ON/OFF drukken en ingedrukt houden. Afwachten tot het eerste menupunt < Cal > wordt weergegeven. Met➔ bevestigen, de aanduiding < CalExt > verschijnt.
7.8.4 Constante van de zwaartekracht op de installatieplaats < grause > Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en ON/OFF drukken en ingedrukt houden. Afwachten tot het eerste menupunt < Cal > wordt weergegeven. Met➔ bevestigen, de aanduiding < CalExt > verschijnt.
8 Basismodus 8.1 Aan-/uitzetten Aanzetten: De toets ON/OFF drukken. Nadat de display wordt aangezet, wordt de autotest van de weegschaal doorgevoerd. Afwachten tot de gewichtsaanduiding verschijnt. De weegschaal is paraat met de laatste actieve toepassing. Uitzetten: De toets ON/OFF drukken en ingedrukt houden tot de display verdwijnt.
8.3 Tarreren Het eigen gewicht van de willekeurige container gebruikt voor de weging kan worden getarreerd door de toets te drukken, waardoor bij volgende weegprocessen het nettogewicht van het gewogen materiaal verschijnt. Plaats de voor het wegen gebruikte container op het weegschaalplateu.
8.4 Toets voor omschakelen (standaard instelling) Aan de toets voor omschakelen kunnen verschillende functies worden toegewezen. Standaard (< default >) zijn volgende functies toegewezen: De toets drukken en ingedrukt De toets drukken houden ➢ Eerste keer indrukken: aantal ➢ Nadat de weegschaal wordt count referentiestuks bepalen, zie getarreerd en de toets ingedrukt,...
Pagina 27
Andere eenheid activeren: De menuinstelling < unit > kiezen en met de toets➔ bevestigen. Afwachten totdat de nulaanduiding blinkt. Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met de toets ➔ bevestigen. Vereiste instellingen bij de keuze van een toepassing (FFA) vermeld in het hoofdstuk 9.6.2.
8.5 Ondervloerweging (optioneel, afhankelijk van het model) Met ondervloerweging is het mogelijk om de voorwerpen te wegen die vanwege hun grootte of vorm niet op de weegschaal kunnen worden geplaatst. Men dient als volgt te handelen: Zet de weegschaal uit. ...
9 Toepassing <Tellen> 9.1 Toepassingsspecifieke instellingen Menu opvragen: De toets TARE drukken en zo lang ingedrukt houden tot de aanduiding < apcmen >> verschijnt. De aanduiding verandert eerst in < coumod > en dan in < ref >. ...
9.2 Stukken tellen Vooraleer het mogelijk wordt om het aantal elementen met de weegschaal te bepalen, dient het afzonderlijke stukgewicht (het eenheidsgewicht) de zogenaamde referentiewaarde te worden bepaald. Daartoe moet een bepaald aantal van de te tellen onderdelen op de weegschaal worden gelegd. De weegschaal bepaalt het totale gewicht en wordt het vervolgens door aantal stuks zgn.
De referentiebelasting verwijderen. De weegschaal staat nu in de modus voor het tellen van stuks en telt alle stukken die op de weegplaat liggen. De container met de te tellen onderdelen vullen. Het aantal stuks verschijnt direct op het display. Met de toets is het mogelijk tussen de aanduiding van het aantal stuks en de gewichtsaanduiding om te schakelen (standaardinstelling,...
9.2.3 Tellen met vrij te kiezen massa van enkel onderdeel De menuinstelling < ref > opvragen en met de toets ➔bevestigen. Met de navigatietoetsen de instelling < input > selecteren met de toets ➔bevestigen. Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met de toets ➔...
9.3 Doeltellen Met toepassing <Doeltellen> is het mogelijk om materiaal te wegen naar het doelaantal stuks binnen een bereik van vastgestelde toleranties. Wanneer de doelmassa wordt bereikt, luidt een akoestisch signaal (voor zover in het menu geactiveerd) en een visueel signaal (tolerantieteken). Optisch signaal: De afgelezen tolerantietekens leveren de volgende informatie: Streefaantal stuks boven opgegeven tolerantie...
Pagina 34
Uitvoering: 1. Doelaantal stuks en tolerantie definiëren Zorg ervoor dat de weegschaal in de modus van het bepalen van het aantal stuks en het gemiddelde gewicht van een enkel stuk is gedefinieerd (zie hoofdstuk 9.2.1). Zo nodig met de toets omschakelen.
Pagina 35
Met de navigatietoetsen de instelling < errlow > selecteren met de toets ➔ bevestigen. Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met de toets ➔ bevestigen. Het verschijnt een venster voor numerieke invoer. De actieve positie knippert. ...
9.4 Controletellen Met de toepassing <Controlewegen> is het mogelijk om te controleren of het gewogen materiaal zich binnen het bepaalde tolerantiebereik bevindt. Het overschrijden (of onderschrijden) van de grenswaarden wordt aangegeven door een visueel (tolerantietekens) en akoestisch signaal (indien geactiveerd in het menu).
Pagina 37
Uitvoering: 3. Grenswaarden definiëren Zorg ervoor dat de weegschaal in de modus van het bepalen van het aantal stuks en het gemiddelde gewicht van een enkel stuk is gedefinieerd (zie hoofdstuk 9.2.1). Zo nodig met de toets omschakelen. Met de navigatietoetsen de instelling < check limits >...
Pagina 38
4. Tolerantiecontrole starten: De gemiddelde massa van een enkel onderdeel bepalen, zie hoofdstuk 9.2.1. Plaats het te wegen materiaal en controleer aan de hand van de tolerantiemarkeringen / het geluidssignaal of het te wegen materiaal binnen het ingestelde tolerantiebereik ligt. Het te wegen materiaal Het te wegen materiaal Het te wegen materiaal...
9.5 PRE-Tare 9.5.1 Geplaatste massa als PRE-TARE overnemen Ptare actuAl < > < > Plaats het weegreservoir. De menuinstelling < Ptare > opvragen en met de toets ➔ bevestigen. Om de massa van geplaatst gewicht als de PRE-TARE over te nemen met de navigatietoetsen ...
Ptare manuAl 9.5.2 Bekend tarragewicht numeriek invoeren< > < Ptare > < manuAl > De menuinstelling < Ptare > opvragen en met de toets ➔ bevestigen. Met de navigatietoetsen de instelling < manuAl > kiezen en met ➔ bevestigen. ...
9.6 Weegeenheden 9.6.1 De weegeenheid instellen De menuinstelling < unit > kiezen en met de toets➔ bevestigen. Afwachten totdat de nulaanduiding blinkt. Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met de toets ➔ bevestigen. • Vereiste instellingen bij de keuze van een toepassing (FFA) vermeld in het hoofdstuk 9.6.2.
9.6.2 Weging met vermenigvuldigingsfactor met een toepassing eenheid <FFA> Hier wordt de factor bepaald waarmee het weegresultaat (in grammen) moet worden vermenigvuldigd. Hiermee kan bij de bepaling van de massa tegelijkertijd rekening worden gehouden met bijvoorbeeld een bekende foutfactor. De menuinstelling < unit > kiezen en met de toets ➔bevestigen.
10 Menu 10.1 Navigatie in het menu Menu opvragen: Toepassingsmenu Configuratiemenu De toets TARE drukken en ingedrukt Tegelijk op TARE en ON/OFF drukken houden tot het eerste menupunt en ingedrukt houden tot het eerste verschijnt. menupunt verschijnt. Parameters selecteren en instellen: Op één niveau scrollen Gebruik de navigatietoetsen om bepaalde menublokken achter elkaar te selecteren.
10.3 Configuratiemenu In het configuratiemenu is het mogelijk de weegschaalinstellingen / het bedrijf van de weegschaal aan eigen vereisten (bv. omgevingsomstandigheden, speciale weegprocessen) aan te passen. 10.3.1 Overzicht configuratiemenu < setup > Overige niveaus / beschrijving Niveau 1 Niveau 2 Beschrijving ➔...
Pagina 45
Print intfce Rs232 Interface RS232 * Gegevensuit USB* Interface USB-d voer * enkel met KUP aansluiting Optelmodus inschakelen/uitschakelen, zie hoofdstuk 11.2.1 prmode trig On, off Gegevensoverdracht nadat de knop manual PRINT wordt gedrukt. zie hoofdstuk11.2.2 autopr On, off Automatische gegevensoverdracht bij stabiele en positieve weegwaarde, zie hoofdstuk 11.2.2.
Pagina 46
BEEPER keys Aan-/uitzetten akoestisch signaal nadat de toets is ingedrukt Geluidsignaal Check Akoestisch signaal uit Slow Langzaam ch-ok Standaard Fast Snel Cont. Continu Akoestisch signaal uit Slow Langzaam ch-lo Standaard Fast Snel Cont. Continu Akoestisch signaal uit Slow Langzaam Ch-hi Standaard Fast Snel...
Pagina 47
buttons Standaard instellingen, zie default hoofdstuk8.4 Toetsenvaststelling Toets gedeactiveerd Instelling weegeenheid, zie hoofdstukFehler! V unit erweisquelle konnte nicht gefunden werden. spush Instellingen van PRE-Tare ptare functie openen, zie change hoofdstuk 9.5 lpush Instelling aantal referentiestuks, zie hoofdstuk 9.2 Instellingen controletellen limits openen, zie hoofdstuk 9.4 Instellingen doeltellen...
Pagina 48
tarerg 100% Definitie van het maximale tarrabereik, mogelijk om 10% - Tarreerbereik 100% te selecteren. De waarde numeriek invoeren, zie hoofdstuk 3.2.2 ztrack Automatisch nul aanhouden [< 3d] Nul aanhouden Indien de hoeveelheid gewogen materiaal enigszins verminderd of vergroot wordt, kan het in de weegschaal geplaatste “compensatie- en stabilisatiemechanisme”...
11 Communicatie met randapparatuur via KUP aansluiting Door de interfaces is het mogelijk om de weegresultaten met de aangesloten randapparatuur te delen. De overdracht kan geschieden naar een printer, computer of controleaanduidingen. Omgekeerd kunnen hiermee besturingsopdrachten worden gegeven en de gegevens via aangesloten apparaten worden ingevoerd.
11.1 KERN Communications Protocol (interfaceprotocol van KERN) Via het KCP-systeem kunnen vele parameters en apparaat functies worden opgeroepen en gecontroleerd. KERN-eenheden met KCP kunnen gemakkelijk worden aangesloten op computers, industriële besturingen en andere digitale systemen. Een gedetailleerde beschrijving is te vinden in de handleiding "KERN Communications Protocol", beschikbaar in het downloadgedeelte op onze KERN- website (www.kern-sohn.com).
11.2 Functies voor gegevensoverdracht 11.2.1 Optelmodus < sum > Met deze functie is het mogelijk om de afzonderlijke weegwaarden aan het optelgeheugen met de toets toe te voegen en deze na het aansluiten van de optionele printer te drukken. Functie activeren: In het configuratiemenu de instelling <...
Pagina 52
Protocolsjabloon (KERN YKB-01N): Instelling van het menu < prmode > < weight > < gntprt > < Format > < short > Eerste weging Tweede weging Derde weging Aantal wegingen/ totaal Protocolsjabloon (KERN YKB-01N): Instelling van het menu <...
11.2.2 Gegevensoverdracht nadat PRINT < manual > wordt ingedrukt Functie activeren: Selecteer in het configuratiemenu de menu-instelling < print > < prmode > < trig > en bevestig met de toets . Voor handmatige gegevensuitvoer met de navigatietoetsen de menu-instelling <...
11.2.3 Automatische gegevensoverdracht < auto > De gegevensoverdracht vindt automatisch plaats zonder op de PRINT toets te drukken, mits aan de relevante overdrachtsvoorwaarden is voldaan, afhankelijk van de instelling in het menu. Activeren van de functie en instellen van de overdrachtsvoorwaarde: Selecteer in het configuratiemenu de menu-instelling <...
De weegwaarden zijn volgens de vastgestelde cyclus verzonden. Protocolsjabloon (KERN YKB-01N): 11.3 Gegevensformaat Selecteer in het configuratiemenu de menuinstelling < print > < prmode > < weight > < gntprt > en bevestig met de toets ➔.
12 Onderhoud, werkprestatie, verwijderen Ontkoppel het apparaat van de bedrijfsspanning voordat met onderhoud, reiniging of reparatiewerkzaamheden wordt gestart. 12.1 Reinigen Men dient geen agressieve reinigingsmiddelen te gebruiken (oplosmiddel, e.d.) maar het apparaat enkel met een doekje reinigen met lichte zeeploog. De vloeistof mag het toestel niet binnendringen.
13 Hulp bij kleine storingen Bij storingen van programmaverloop dient de weegschaal kort te worden uitgeschakeld en van netwerk gescheiden. Vervolgens moet het weegproces opnieuw worden gestart. Storing Mogelijke oorzaak • De weegschaal is niet ingeschakeld. Gewichtsaanduiding licht niet op. •...